Nederlandse sociale geografie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Geografie''' werd in Nederland een academische wetenschap aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. De eerste hoogleraar was [[C.M. Kan]] (1837-1919), die in 1877 benoemd werd aan de Universiteit van Amsterdam. De leeropdracht van Kan omvatte nog wat nu genoemd wordt de sociale én de fysische geografie, maar met zijn emeritaat werd besloten de leeropdracht te splitsen. In 1908 werd de geografie in Utrecht als volwaardige academische discipline opgenomen in de universitaire opleidingen. Daar was vanaf 1908 direct al sprake van gescheiden leerstoelen voor sociale en fysische geografie.
 
In Amsterdam was [[Sebald Rudolf Steinmetz|Steinmetz]] vanaf 1908 verantwoordelijk voor het sociale deel van de leeropdracht van Kan. In Utrecht werd in datzelfde jaar [[Jan Frederik Niermeyer (1866-1923)|Niermeyer]] benoemd. De benoeming van Niermeyer kende een roerige voorgeschiedenis. Door ingrijpen van het Aardrijkskundig Genootschap werden Duitse kandidaten buiten spel gezet. Uit de resterende kandidaten werd aan Niermeyer de voorkeur gegeven boven de economisch geograaf [[Hendrik Blink|Blink]]. Blink trok zich terug uit het Aardrijkskundig Genootschap en stichtte de Vereniging voor Economische Geografie met als locatie Rotterdam.
 
Niermeyer, Steinmetz en Blink hadden zodanig verschillende opvattingen over de aard van de sociale en economische geografie (nog afgezien van tegenstellingen in de persoonlijke sfeer) dat het gerechtvaardigd is de behandeling van de ontwikkeling van deze wetenschap(pen) voor de periode 1900-1960 in drieën te splitsen: