Joannes de Mol: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 3:
==Biografie==
[[Afbeelding:domineedemol.jpg|thumb|Dominee De Mol rond 1750 door [[Pieter Oets]]]]
Joannes de Mol werd geboren in [[1726]] te [[Midlum (Harlingen)|Midlum]] en studeerde evenals zijn vader theologie aan de [[Universiteit van Leiden]].<ref>Zappey, W.M. (1988) De Loosdrechtse porseleinfabriek 1774-1784. In: Blaauwen, A.L. den, et al. (1988) Loosdrechts porselein 1774-1784.</ref> Zijn eerste standplaats was [['s-Gravenpolder (dorp)|'s-Gravenpolder]] in Zeeland, alwaar hij trouwde met Wilhelma Jacoba van Teylingen. De Mol kwam in 1752 in [[Oud-Loosdrecht]] terecht, waar zijn broer een positie als [[baljuw]] bekleedde. Daar leerde hij de schatrijke weduwe [[Anna de Haze]] en haar verzameling Meissen [[porselein]] kennen. In 1774 kocht De Mol een partij [[klei]] op uit de kelders van het [[Muiderslot]], overgebleven van de [[Weesper porseleinfabriek]]. Die fabriek was in 1759 opgezet door de [[Bertrand Philip Sigismund Albrecht van Gronsveld|Bertrand Philip graaf van Gronsveld]], [[landdrost|drost]] van [[Muiden]] en lid van de [[Admiraliteit van Amsterdam]]. De manufactuur werd failliet verklaard in 1770 en had de laatste twee jaren weinig meer geproduceerd.
 
Dominee De Mol begon met zijn experimenten in het tuinhuis achter de pastorie in Oud-Loosdrecht. Een deel van het productieproces vond echter plaats in [[De Bilt (dorp)|De Bilt]]. Op het landgoed [[Vollenhoven]] stond een ''pletmolen met stamperij'', waar [[veldspaat]], maar mogelijk ook goedkoop chinees porselein werden vermalen. De grondstoffen werden (heimelijk) in een kelder aan de [[Oudegracht (Utrecht)|Oudegracht]] in Utrecht vermengd met een geschikte klei en [[kwarts]], en vervolgens verscheept naar de [[Loosdrechtse porseleinfabriek]] in Oud-Loosdrecht.