Loosdrechtse porseleinfabriek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
redactie
lf; min namedropping, de man heeft zelf een artikel maar is dit relevant?
Regel 5:
De Mol kwam in 1752 in [[Oud-Loosdrecht]] wonen, waar zijn broer een positie als [[baljuw]] bekleedde. Daar leerde hij de schatrijke weduwe [[Anna de Haze]] en haar verzameling Meissen [[porselein]] kennen. In 1774 kocht De Mol een partij [[klei]] op uit de kelders van het [[Muiderslot]], overgebleven van de [[Weesper porseleinfabriek]]. Die fabriek was in 1759 opgezet door de [[graaf van Gronsveld]], [[landdrost|drost]] van [[Muiden]] en lid van de [[Admiraliteit van Amsterdam]]. De manufactuur werd failliet verklaard in 1770 en had de laatste twee jaren weinig meer geproduceerd.
 
De Mol begon met zijn experimenten in het tuinhuis achter de pastorie van de NH-protestantse kerk in Oud-Loosdrecht. Een deel van het productieproces vond echter plaats in [[De Bilt (dorp)|De Bilt]]. Op het [[landgoed Vollenhoven]] - eigendom van de oudste broer van [[Belle van ZuylenVollenhoven]] - stond een ''pletmolen met stamperij'' waar [[veldspaat]], maar mogelijk ook goedkoop chinees porselein, werd vermalen. De grondstoffen werden in een kelder aan de [[Oudegracht (Utrecht)|Oudegracht]] in Utrecht vermengd met een geschikte klei en [[kwarts]] en vervolgens verscheept naar Oud-Loosdrecht.
 
[[Bestand:Manufactuur Oud-Loosdrecht mark 01.jpg|miniatuur|Merkteken van [[Manufactuur Oud-Loosdrecht]], tussen 1774 en 1782]]