Exercitiegenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kobuel (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Kobuel (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
Exercitiegenootschappen hadden provinciale goedkeuring nodig. De aanvankelijke steun sloeg in de zomer van 1785 echter om in een ontmoedigingsbeleid, toen steeds meer duidelijk werd dat de Republiek afstevende op een burgeroorlog. Begin augustus [[1786]] waren de exercitiegenootschappen verzameld in Utrecht om de slag bij Doggersbank te herdenken. Op die bijeenkomst werd een radicale beslissing genomen: zestien democratisch gekozen patriotten werden in de raad opgenomen. Dat was een unieke gebeurtenis in Europa. Enkele weken later liet [[H.W. Daendels]] zich inspireren tot actie in [[Hattem]], waarop in Friesland en Gelderland alle bijeenkomsten en onderlinge steun van exercitiegenootschappen werd verboden.
 
[[Stadhouder]] [[Willem V]] was inmiddels gevlucht uit Holland. In juni [[1787]] hield het exercitiegenootschap van Gouda diens vrouw, prinses [[Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen|Wilhelmina van Pruisen]], bij de Vlist tegen, waarop haar broer, de koning van Pruisen, in september de Republiek liet bezetten. De Oranjerestauratie werd met kracht ingezet, de [[eerste democratische beweging]] weggevaagd, en Willem V werd in zijn positie hersteld.
 
==Bron==