Gebruiker:Hardscarf/Kladblok: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
== Verder met ==
* Lepage verwerken (en vermelden bij bron dat het gaat om deels verouderde inzichten: 1994, maar 1990 niet geraadpleegd)
**vanaf p. 4367:
*Lepage p. 44:
**1526: houten Boteringepoort vervangen door stenen Boteringepoort (controleren in andere bronnen: zou kunnen gezien bouwwerkzaamheden in die tijd)
Regel 201:
Tussen 1553 en 1555 werd het Bolwerk sterk verbreed, verhoogd en versterkt. Bovenop werd een manshoge stenen [[borstwering]] gemaakt.<ref name=LP50/> De bestaande grachten werden daarbij tweemaal zo breed gemaakt<ref name=":8" /> De bestaande houten dammen in de grachten bij de Drenkelaarstoren en de Marwixpijpen werden daarbij vervangen door stenen [[Beer (dam)|beren]] met een [[Lijst_van_vaktermen_in_de_vestingbouwkunde#M|monnik]] (torentje).<ref name=LP50>Lepage (1994), p. 50</ref> De houten Buiten-Apoort en Buiten-Kranepoort werden in 1553 vervangen door stenen poorten, die volgens kroniekschrijver Abbel Eppens nu wel 'overkluisd' waren in tegenstelling tot de houten voorgangers. Zo konden voortaan ook paarden en wagens en geschutstukken daarlangs over de wal worden vervoerd.<ref name=":24" /> De stenen Buiten-Kranepoort werd vermoedelijk iets verplaatst naar het westen ten opzichte van zijn houten voorganger.<ref name=":2" /> In 1554 werd gewerkt aan de Steentilpoort.<ref>{{Citeer web|url=https://www.stichtingmenm.nl/images/hervondenstad/pdf/HS_2000/HS_2000-01.pdf|titel=Archeologie in 1999: 9. Steentilpoort en Steentilstraat, opgraving 8 tot en met 19 maart|bezochtdatum=21-3-2021|auteur=Kortekaas, G.|datum=2000|werk=Hervonden Stad|uitgever=Stichting Monument en Materiaal|pagina's=pp. 18-19}}</ref>
 
Tussen 1558 en 1559 werd het ''Awerder'' (Aduarder) of ''Nieuwe Rondeel'' gebouwd in de nieuwe gracht tussen de Herepoort en het [[Hoornsediep]] aan het einde van de huidige [[Driemolendrift]] op de plek van de vroegere Aduardertoren. Dit vestingwerk werd als een van de eerste in de Nederlanden gebouwd volgens het (Oud-)[[Italiaans vestingstelsel]]: een veelhoekig [[bastion]] met inspringende [[Flank (vesting)|flanken]] om zo beter flankerend vuur te kunnen geven in het gebied tussen de Herepoort en de Marwixpijpen.<ref name=":1" /><ref>Lepage (1994), p. 51</ref><ref>Koster (2001), pp.215-216. Koster stelt overigens dat de Bremer Buik al rond 1540 werd gebouwd.</ref> Dit bastion werd na de versterking van het ''Boteringerondeel'' in 15781574 hernoemd tot [[Olde Rondeel|''Olde Rondeel'']] (''olde rundell'') of ''Bremer Buik''.<ref name=":1" />
 
De muurtorens hadden door de aanleg van het bolwerk in de 16e eeuw grotendeels hun functie verloren en werden vrijwel allemaal verhuurd of in gebruik gegeven aan burgers uit de stad.<ref name=":13" /> De Turftoren werd in 1551 afgebroken<ref name=":5" />, de Kranetoren bij de Vishoek in 1552<ref name=":22" /> en ook de Beulstoren verdween rond die tijd. Ook het Menrediep had zijn functie door het nieuwe bolwerk uit omstreeks 1530 verloren en werd in de tweede helft van de 16e eeuw daarop geleidelijk aan gedempt.<ref name=":5" /> Van de oude dubbele stadsgrachten waren de buitengrachten al vóór 1548 grotendeels gedempt. De binnengrachten slibden langzaam dicht en werden langzamerhand ook gedempt. Alleen aan oostzijde bleef de dubbele stadsgracht aanwezig tussen de Ebbingepoort en het Kattendiep omdat het Schuitendiep drooggelegd kon worden.<ref>Koster (2001), p. 208</ref> Ergens na 1579 en of tijdens de aanleg van de 17e eeuwse vestingwerken werden deze grachten volledig gedempt.<ref name=":23" /> De oostelijke binnengracht staat nog op de kaart van Geelkercken uit 1616, maar is op de kaart van Haubois uit ongeveer 1643 gedempt.<ref name=":34" /> De stadsmuren zelf werden mogelijk eind 16e eeuw gesloopt, in elk geval aan noordzijde.<ref name=":27" /> De restanten volgden begin 17e eeuw bij de Grote Uitleg, voor zover ze niet reeds onderdeel uitmaakten van bestaande woningen.{{panorama|Braun & Hogenberg - Panorama over Groningen vanuit het zuiden in spiegelbeeld.jpg|1000px|Gezicht op Groningen van Braun & Hogenberg vanuit het zuiden. In de eerste versie van de ''Civitates orbis terrarum'' uit 1572 stond dit panorama in spiegelbeeld afgedrukt. De datering is onbekend. De Bremer Buik (Aduarderrondeel) uit 1559 ontbreekt en ook de beer voor de Drenkelaarstoren is niet zichtbaar. Mogelijk is het dus ofwel al eerder getekend (maar na 1554 aangezien de Martinitoren al voltooid is) of op basis van verouderde gegevens. Op de kaart staat de naam Oosterpoort ('Oister poort') foutief vermeld op de plek van de Apoort, terwijl de Oosterpoort zelf als 'Teyresty poort' staat aangegeven. De naam 'Minoris porte' verwijst naar de Lutke Kranepoort. Links op de kaart is het Marwixrondeel zichtbaar.}}
 
==== Versterkingen noordwestelijk rondeel en Arx Nova (1568 - 1577) ====
{{Maplink|frame=yes|zoom=1514|frame-lat=53.213512|frame-long=6.569009|text=De Arx Nova van Alva zoals gebouwd tussen 1569 en 1576. De exacte ligging is niet precies bekend. Dit is een reconstructie op basis van Jaq. Mulder uit 1944. Later zijn er nog diverse andere reconstructies gemaakt (bijvoorbeeld: Van Giffen en Praamstra 1962 en Lepage 1994)|frame-width=350250|frame-height=350250|from=Groningen/Arx Nova.map}}
{{zie ook|hoofdartikel: [[Arx Nova]]}}
 
Regel 213:
De kosten van de nieuwe dwangburcht bedroegen meer dan 100.000 gulden<ref name=":14" />, waarvan 60.000 gulden moest worden betaald door de stad. Dit geld was er echter niet en het stadsbestuur probeerde de bouw dan ook zo lang mogelijk uit te stellen.<ref name=":39">Koster (2001), pp. 162-163</ref> Pas in september 1569 kon er een begin worden gemaakt. Het uiteindelijke ontwerp was van [[Bartholomeo Campi]]. Dit omdat de ontwerpen van Vitelli en Pacciotto bij Antwerpen ontroereikend voor de verdediging waren gebleken. De werkzaamheden stonden onder leiding van [[Gabrio Serbelloni]].<ref name=":37" /> Een groot aantal huizen en een deel van de stadswal (200 meter aan weerszijden) moesten worden gesloopt voor deze dwangburcht. Door het gat in de vestingwallen zou de stad zo weerloos zijn bij een aanval.<ref name=":14">{{Citeer web|url=https://books.google.nl/books?id=MtjTX7mKhckC&pg=PA196|titel=Het Statenkasteel (1600-1607)|bezochtdatum=15-5-2020|auteur=Essen, G. van|datum=2010|werk=Bouwheer en bouwmeester: bouwkunst in Groningen, Stad en Lande (1594-1795)|uitgever=Van Gorcum|pagina's=p. 196|taal=}}</ref> Deze [[Citadel (bouwwerk)|citadel]] met vijf gemetselde stenen dwingers kreeg de naam [[Arx Nova]]. De Buiten-Herepoort uit 1472 werd opgenomen als toegangspoort. Om bouwmaterialen aan te kunnen voeren werd een deel van de beer in de gracht bij de Drenkelaarstoren gesloopt.<ref name=":29">Schroor 2009, pp. 28-29</ref> De bouw van de Arx Nova lag vanaf 1570 jaren stil wegens geldgebrek, alvorens de bouw werd voortgezet in 1575. Gouverneur [[Caspar de Robles]] verordonneerde toen dat de oude Binnen-Herepoort en Binnen-Oosterpoort uit ca. 1260, de Buiten-Oosterpoort uit ca. 1470 en de beide muurtorens aan weerszijden van de Buiten-Herepoort uit ca. 1470 moesten worden gesloopt om de stenen te kunnen hergebruiken voor de nieuwe [[Citadel (bouwwerk)|citadel]].<ref name=":27" /> Pogingen van Alva om de met bouw van de Buiten-Apoort overbodig geworden Binnen-Apoort uit 1517 ook te slopen voor de stenen mislukten echter.<ref name=":7" /><ref>Deze poort was erg populair bij de Groningers en werd aangeduid als een 'sieraad van de stad'.</ref> In 1576 waren de twee noordelijke bastions voltooid. Met de [[Pacificatie van Gent]] werden De Robles en andere Spaansgezinden vastgezet, waarop de [[George van Lalaing|graaf van Rennenberg]] werd ingehaald, die in 1577 de Waalse troepen na betaling van 215.000 [[Carolusgulden|carolusguldens]] de stad uit wist te krijgen en vervolgens toestemming kon geven de onvoltooide Arx Nova weer te slopen. De Arx Nova was tegen 1600 bovengronds verdwenen. Het zware muurwerk van de keermuur was echter lastiger te slopen en werd daarom niet volledig verwijderd. Ter plaatse werd het bolwerk en de zuidelijke vestinggracht hersteld.<ref>{{Citeer web|url=https://www.stichtingmenm.nl/images/hervondenstad/pdf/HS_2001/HS_2001-07.pdf|titel=Schatten uit de gracht van Alva|bezochtdatum=21-3-2021|auteur=Wieringa, A., D. et al.|datum=2001|werk=Hervonden Stad|uitgever=Stichting Monument en Materiaal|pagina's=pp. 83-94}}</ref>
 
In 1568 werd ondertussen ook gewerkt aan het ronddeel aan noordwestzijde bij de Kranepoort. Hier werd de A deels gedempt en de Nieuwebrug vervangen door de [[Kranepijpen|Kranepijp]] en 'westerboog': twee stenen pijpen die schepen onder het rondeel door leidden tot buiten de stadswal.<ref name=":32">Tuin & Velvis 2017, pp. 154-164</ref><ref name=":22">{{Citeer web|url=https://easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:58994|titel=Rapport archeologisch bureauonderzoek ter voorbereiding van het herstel van het oostelijke landhoofd van de Visserbrug te Groningen|bezochtdatum=23-5-2020|auteur=Tuin, B.P.|achternaam=|voornaam=|datum=2012|uitgever=ArcheoInzicht|pagina's=pp. 4, 14-15, 17|taal=}}</ref> Dit was de tweede plek waar Groningen een waterpoort kreeg.<ref name=":35" /> In of kort na 1569 werd de Buiten-Boteringepoort op het Boteringerondeel gesloopt. De gracht rond het Boteringerondeel werd in 1574 verdiept tot bijna 7 meter.<ref name=":27" /><ref name=":15">{{Citeer web|url=https://erfgoed.groningen.nl/resten-van-de-buiten-boteringepoort-even-zichtbaar/|titel=Resten van de Buiten-Boteringepoort even zichtbaar|bezochtdatum=17-5-2020|auteur=|achternaam=|voornaam=|datum=22 september 2017|uitgever=Erfgoed Groningen|taal=}}</ref>
 
<gallery widths="250" heights="200">
Bestand:Plattegrond van de stad Groningen in 1575.jpg|Kaart van Braun en Hogenberg uit ongeveer 1571 (verschenen in deel 2 van de [[Civitates orbis terrarum]] in 1575, latere inkleuring met de hand). De Arx Nova staat hier net als bij andere kaarten uit die tijd al als voltooid op.
Bestand:Campi - Arx Nova.jpg|Ontwerp van de Arx Nova volgens Bartholomeo Campi uit ca. 1568. De lijnen zijn iets aangepast ten opzichte van een eerder ontwerp van kapitein Agustino, dat nog zichtbaar is op de tekening. Linksboven de situatie bij de Kranepoort en de kort daarvoor in 1568 aangelegde Kranepijp.
Bestand:Pierre le Poivre - Du plan de Groninge et du chastiau quy fut batie par ordre du Seigneur don Ferande d'Avarez, l'an 1569.jpg|[[Pierre le Poivre]] had vermoedelijk toegang tot een oudere tekening van Campi, waarop nog 6 bastions stonden ingetekend. Hij verwerkte dit in een van de plattegronden in zijn atlas uit 1618, die verder qua indeling van de stad een groot aantal fouten bevat. Het noorden is links. In deze atlas staat ook een detailtekening van deze nooit gerealiseerde versie van de Arx Nova.
Regel 227:
{{zie ook|zie ook: [[Beleg van Groningen (1580)]] en [[Reductie van Groningen]]}}
 
NadatIn 1580 liet de graaf van Rennenberg inmet 1580instemming van de bevolking de Spaanse en Waalse troepen weer in de stad liettijdens enhet zogenoemde 'verraad van Rennenberg'. [[Bartholt Entens van Mentheda|Bartolt Entens]] deed daarop een poging om met Staatse troepen de stad [[Beleg van Groningen (1580)|vanuit het noorden bedreigde,in te nemen]]. Daarop werden extra maatregelen genomen. In april 1580 werd opdracht gegeven alle huizen buiten de Ebbingepoort af te breken en een kleine schans te leggen bij de [[molenberg]] aldaar.<ref>{{Citeer web|url=https://www.dropbox.com/s/zlg12shgnbk7pon/2012-08.pdf|titel=Kapel en kerkhof bij de Brunne|bezochtdatum=4-4-2021|auteur=Tuin, B.|datum=2012|werk=Hervonden Stad|uitgever=Stichting Monument en Materiaal|pagina's=pp. 136, 144}}</ref> Een aanval van Entens op het Schuitendiep mislukte, waarop de Staatse troepen zich terugtrokken. Deze gebeurtenis vormde de start van een 14 jaar durende periode van oorlog in het noorden van het land.<ref name=":39" />
 
Rennenberg was bang dat de dijken aan oostzijde konden worden doorgestoken, waardoor het Schuitendiep leeg zou kunnen lopen. Daarom liet hij in 1583 een provisorische [[Schuitenschuiversschans]] aanleggen rond het [[Schuitenschuiverskwartier]] aan oostzijde van de stad, dat als een [[voorstad]] fungeerde.<ref name=":24" /> Daar werden tegen de zin van Verdugo met name ten zuiden van het Damsterdiep ook de Spaanse en Waalse troepen gelegerd omdat het stadsbestuur in 1577 had gezworen deze nietnooit nogmaalsmeer nietmeer in de stad wildetoe hebbenzou laten uit angst voor het verliezen van haar autonomie. In 1583 en tussen 1589 en 1590 werd deze schans aan zuidzijde van het [[Damsterdiep (straat)|Damsterdiep]] vergroot naar het oosten.<ref name=":24" /> In 1587 werd aan westzijde voor de Apoort de [[Aschans]] aangelegd (in 1589 vergroot), waarvan de noordwestzijde nu nog terug te herkennen is in de [[Blekerstraat]]. Tussen 1584 en 1588 werd om te proberen de [[Blokkade (militaire strategie)|blokkade]] door de [[watergeuzen]] te omzeilen een nieuw kanaal naar [[Winschoten]] gegraven.<ref>{{Citeer web|url=https://ottoknot.home.xs4all.nl/werk/Dollard/Dollard04.html|titel=De loop van de rivieren: Munter Ae|bezochtdatum=28-6-2020|auteur=Knottnerus, O.|achternaam=|voornaam=|datum=2003|werk=Historische geografie van het Dollardgebied: reconstructie van een verdwenen landschap|uitgever=|taal=}}</ref><ref group="noot">Het betrof een deels binnendijks en deels buitendijks kanaal. Het begon als het [[Mosseldiep]] dat gegraven werd via [[Slochteren (dorp)|Slochteren]], [[Stootshorn (buurtschap)|Stootshorn]] en [[Noordbroek]] en de [[Oude Geut (watergang)|Geut]] naar de [[Karmerzijl]] (bij [[Termunterzijl]]). Vervolgens liep de route buitendijks verder via het [[Papendiep]] (of Mensediep of Mense Hoensdiep) naar [[Eexta]] en dan via het [[Opdiep]] (of Gaergruppe) en de [[Tjamme (rivier)|Tjamme]] naar Winschoten.</ref> Deze verbinding bracht echter weinig soelaas.<ref>Schroor 2009, p. 40</ref>
 
In 1585 wist burger Roelof Ketel(er) [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg|Willem Lodewijk]] te bewegen om een geheime aanval op de stad te doen vanuit het zuiden om met hulp vanuit de stad deze bij verrassing in te nemen. De troepen van Willem Lodewijk werden echter voortijdig ontdekt, waarop de stad tijdig kon worden gewaarschuwd en Ketel terechtgesteld werd.<ref>{{Citeer web|url=https://books.google.nl/books?id=-ucXm8ZUUuoC&lpg=PA76|titel=Vaderlandsche Historie: Agtste Deel|bezochtdatum=8-5-2021|auteur=[[Jan Wagenaar (historicus)|Wagenaar, J.]]|datum=1753|pagina's=pp. 76-77}}</ref>
In 1589 startte de [[Groninger Schansenkrijg]], waarbij de Ommelanden samen met het hervormde Staatse leger onder leiding van [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg|Willem Lodewijk]] en [[Maurits van Oranje|Maurits]] de stad steeds verder wisten in te sluiten. In 1591 zagen zij nog af van een aanval op de stad omdat Verdugo eerder was aangekomen met een leger. In plaats daarvan namen ze de voor de stad belangrijke doorvoerhaven [[Inname van Delfzijl|Delfzijl in]]. Tussen 1590 en 1592 werden verder de schansen bij [[Enumatil]], [[Lettelbert]], [[Steenwijk]] en [[Coevorden]] ingenomen.<ref name=":39" />
 
Tussen 1584 en 1588 werd om te proberen de [[Blokkade (militaire strategie)|blokkade]] door de [[watergeuzen]] te omzeilen een nieuw kanaal naar [[Winschoten]] gegraven.<ref>{{Citeer web|url=https://ottoknot.home.xs4all.nl/werk/Dollard/Dollard04.html|titel=De loop van de rivieren: Munter Ae|bezochtdatum=28-6-2020|auteur=Knottnerus, O.|achternaam=|voornaam=|datum=2003|werk=Historische geografie van het Dollardgebied: reconstructie van een verdwenen landschap|uitgever=|taal=}}</ref><ref group="noot">Het betrof een deels binnendijks en deels buitendijks kanaal. Het begon als het [[Mosseldiep]] dat gegraven werd via [[Slochteren (dorp)|Slochteren]], [[Stootshorn (buurtschap)|Stootshorn]] en [[Noordbroek]] en de [[Oude Geut (watergang)|Geut]] naar de [[Karmerzijl]] (bij [[Termunterzijl]]). Vervolgens liep de route buitendijks verder via het [[Papendiep]] (of Mensediep of Mense Hoensdiep) naar [[Eexta]] en dan via het [[Opdiep]] (of Gaergruppe) en de [[Tjamme (rivier)|Tjamme]] naar Winschoten.</ref> Deze verbinding bracht echter weinig soelaas.<ref>Schroor 2009, p. 40</ref>In 1587 werd aan westzijde voor de Apoort de [[Aschans]] aangelegd (in 1589 vergroot), waarvan de noordwestzijde nu nog terug te herkennen is in de [[Blekerstraat]]. Tussen 1589 en 1590 werd de Schuitenschuiversschans aan zuidzijde van het [[Damsterdiep (straat)|Damsterdiep]] vergroot naar het oosten.<ref name=":24" />
De vestingwerken werden ondertussen geleidelijk verder versterkt.<ref name=":8" /> Zo werd in 1593 gewerkt aan het Boteringerondeel<ref>{{Citeer web|url=https://books.google.nl/books?id=B6lfsaSWD30C&pg=PA140|titel=Het geheime dagboek van de Groninger stadssecretaris Johan Julsing 1589-1594: inleiding, tekst, vertaling en toelichting|bezochtdatum=17-5-2020|auteur=Broek, J. van den|achternaam=|voornaam=|datum=2006|uitgever=Van Gorcum|pagina's=p. 140|taal=}}</ref> en de aanleg van een [[ravelijn]] voor de Oosterpoort.<ref name=":29" /> Nadat de Staatsen de schansen bij [[Aduarderzijl]] ([[Aduarderschans]]) en [[Helpman (wijk)|Helpman]] hadden veroverd en de stad zich niet wilde laten overreden om zich tegen gunstige voorwaarden bij de Staatsen aan te sluiten, deden ze een nieuwe poging in 1594. Daartoe werd een groot kamp gebouwd op de Hondsrug tussen de Drentsche A en de Hunze, die hier ter plekke ongeveer een kilometer breed is. Omdat een Spaanse ontzettingsmacht gevreesd werd, werd dit kamp zowel aan noord- als aan zuidzijde voorzien van een verschansing. Het lukte de Spaanse veldheer [[Pedro Enríquez de Acevedo|Pedro Enriquez de Acevedo]] (van Fuentes) door muiterij echter niet om een ontzettingsmacht te formeren. Onder druk van de burgerij weigerde burgemeester [[Albert Jarges]] zich echter over te geven. De Staatse troepen wisten echter na een belegering van 2 maanden op 15 juli een bres te slaan in de zuidelijke stadswallen door de [[Oosterpoort (Groningen)|Oosterpoort]] te [[Ondermijning|ondermijnen]] en op te blazen, waarop de stad zich overgaf bij de [[Reductie van Groningen]] en zich aansloot bij de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]].
 
In 1589 startte de [[Groninger Schansenkrijg]], waarbij de Ommelanden samen met het hervormde Staatse leger onder leiding van [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg|Willem Lodewijk]] en [[Maurits van Oranje|Maurits]] de stad steeds verder wisten in te sluiten. In 1591 zagen zij nog af van een aanval op de stad omdat Verdugo eerder was aangekomen met een leger. In plaats daarvan namen ze de voor de stad belangrijke doorvoerhaven [[Inname van Delfzijl|Delfzijl in]]. Tussen 1590 en 1592 werden verder de schansen bij [[Enumatil]], [[Lettelbert]], [[Steenwijk]] en [[Coevorden]] ingenomen.<ref name=":39" /> Ook liet Willem Lodewijk in 1593 drie nieuwe schansen aanleggen om de stad verder in te sluiten: [[Bourtange]], de [[Zwartendijksterschans]] en de [[Oudeschans (Westerwolde)|Bellingwolderschans]].<ref name=":43">Lepage (19914), p. 59</ref>
 
De vestingwerken werden ondertussen geleidelijk verder versterkt.<ref name=":8" /> ZoIn 1591 werd inde stenen borstwering aan binnenzijde versterkt met zoden rond de hele stad om deze te versterken tegen kanonvuur.<ref name=":43" /> In 1593 werd gewerkt aan het Boteringerondeel<ref>{{Citeer web|url=https://books.google.nl/books?id=B6lfsaSWD30C&pg=PA140|titel=Het geheime dagboek van de Groninger stadssecretaris Johan Julsing 1589-1594: inleiding, tekst, vertaling en toelichting|bezochtdatum=17-5-2020|auteur=Broek, J. van den|achternaam=|voornaam=|datum=2006|uitgever=Van Gorcum|pagina's=p. 140|taal=}}</ref> en dewerd aanlegvoor vande Oosterpoort een groot [[ravelijn]] voormet vermoedelijk een droge gracht aangelegd om zo meer dekking te kunnen geven aan de Oosterpoortbolwerken in het zuiden.<ref name=":43" /><ref name=":29" /> Nadat de Staatsen de schansen bij [[Aduarderzijl]] ([[Aduarderschans]]) en [[Helpman (wijk)|Helpman]] hadden veroverd en de stad zich niet wilde laten overreden om zich tegen gunstige voorwaarden bij de Staatsen aan te sluiten, deden ze een nieuwe poging in 1594. Daartoe werd een groot kamp gebouwd op de Hondsrug tussen de Drentsche A en de Hunze, die hier ter plekke ongeveer een kilometer breed is. Omdat een Spaanse ontzettingsmacht gevreesd werd, werd dit kamp zowel aan noord- als aan zuidzijde voorzien van een verschansing. In het kamp werd een 12.000 man sterke aanvalsmacht gelegerd die tegenover 3000 gewapende burgers (8 [[Compagnie (krijgsmacht)|vendels]]) en 900 Spaanse soldaten stonden. Rondom de stad werd een [[Circumvallatielinie (verdedigingswerk)|circumvallatielinie]] en [[contravallatielinie]] aangelegd onder leiding van ingenieur [[Jacob Kemp]], waarna de stad via [[Approche|approches]] met [[Batterij (militair)|batterijen]], [[Loopgraaf|loopgraven]] en veldschansen werd aangevallen.<ref name=":44">Lepage (1994), pp. 63-64</ref> Het lukte de Spaanse veldheer [[Pedro Enríquez de Acevedo|Pedro Enriquez de Acevedo]] (van Fuentes) door muiterij echter niet om een ontzettingsmacht te formeren. Onder druk van de burgerij weigerde burgemeester [[Albert Jarges]] zich echter over te geven. De Staatse troepen wisten echter na een belegering van 2 maanden op 15 juli een bres te slaan in dehet zuidelijkeravelijn stadswallen doorvoor de [[Oosterpoort (Groningen)|Oosterpoort]] door deze te [[Ondermijning|ondermijnen]] en op te blazen<ref name=":44" />, waarop de stad zich overgaf bij de [[Reductie van Groningen]] en zich aansloot bij de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]].
 
<gallery widths="250" heights="200">
Regel 248 ⟶ 252:
Het werk aan de eerste fase startte feitelijk twee jaar na de inname. De Groninger raadsheren Roloff Gruys (Roelf Gruijs) en [[Abel Coenders]] (de Jongere van Helpen) drongen er bij de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] op aan dat de zuidelijke fortificaties van landsbelang waren en dat deze dus moesten worden hersteld en versterkt. Groningen was de enige noordelijke vestingstad en als zodanig belangrijk voor de republiek. De bouw moest geschieden volgens de inzichten die waren opgedaan bij de bouw van de vesting van [[Coevorden]] in 1580 en die van [[Bourtange]] in 1593. In 1596 kreeg een ingenieur opdracht om een eerste plan te maken voor de noodzakelijke aanpassingen aan de vestingwerken.<ref name=":20">{{Citeer web|url=https://books.google.nl/books?id=MtjTX7mKhckC&pg=PA73|titel=De stadsvergroting van Groningen in de vroege zeventiende eeuw|bezochtdatum=21-5-2020|auteur=Essen, G. van|achternaam=|voornaam=|datum=2010|werk=Bouwheer en bouwmeester: bouwkunst in Groningen, Stad en Lande (1594-1795)|uitgever=Van Gorcum|pagina's=pp. 73-78|taal=}}</ref>
 
DeZowel de burgerij van de stad wensteals de Ommelanden wensten ondertussen echter niet mee te betalen aan de 'generale middelen' die ingezet werden voor de kostbare strijd die door het Staatse leger elders werd uitgevochten en het stadsbestuur wilde de nieuwe belasting daarvoor niet innen. Om deze reden besloten de Staten-Generaal in 1599 tot de bouw van eende nieuwederde dwangburcht bij de stad: het [[Statenkasteel]]. Op deze wijze konden ze de zuidzijde van de voor de republiek belangrijke vestingstad versterken en tegelijkertijd de bevolking onder controle houden. In 1600 werd [[Olivier van den Tympel]] met een leger naar de stad gestuurd en startte de bouw van dit kasteel, dat net als zijn voorganger 5 dwingers kreeg, maar nu met aarden wallen, omdat stenen wallen te zwaar voor de grond, te kostbaar en te tijdrovend in de aanleg werden geacht.<ref name=":14" /> Dit volgens het [[Oud-Nederlands vestingstelsel|Oud-Nederlandse vestingstelsel]] opgetrokken kasteel naar ontwerp van 'generaal van de fortificatiën' ingenieur [[Johan van Rijswijck]] (met hulp van [[Salomon Anthoni]]) kreeg een stenen fundering tot aan de waterlijn met daarop een aarden wal. Het [[terreplein]] had een middellijn van 240 meter en vanaf de punten van de dwingers had het kasteel een middellijn van 540 meter. De dwingers hadden facen van 22 [[Roede (lengtemaat)|roeden]] (90 meter) en flanken van 8 roeden (33 meter). De courtines hadden een lengte van 26 roeden (107 meter). De grachten hadden een breedte van 9 roeden (37 meter) en waren aan stadszijde voorzien van een [[ravelijn]]. Voor het kasteel moest de stadswal tussen de Herepoort en het Schuitendiep worden afgegraven.<ref name=":8" /> Doordat de bouw van aarden wallen veel eenvoudiger was dan de bewerkelijke Italiaanse gemetselde wallen, kon de bouw in 10 maanden grotendeels worden aangelegd, al werd deze als bij de Arx Nova vanwege onvoldoende gelden nooit volledig voltooid.
 
[[Bestand:Arents en Anthonie - vestingwerken ca. 1606.jpg|thumb|Plan voor de aanleg van vier vestingwerken aan noordzijde van de stad uit ca. 1606 van Anthoni en Arents. Links is de bestaande Aschans zichtbaar.]]