Gelijkrichter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 2:
Een '''gelijkrichter''' is een [[elektronica|elektronische]] schakeling die een [[wisselspanning]] omzet (gelijkricht) in een [[gelijkspanning]].
 
BijGelijkrichting gelijkrichtingvan onderscheidenwisselspanning wekan enkelzijdigezijn gelijkrichting enenkelzijdig dubbelzijdigeof gelijkrichting dubbelzijdig. Een gelijkrichtschakeling kan bestaan uit een enkele [[diode]] (enkelzijdig, eenfase) of uit twee of meer [[diode]]n en eventueel andere [[elektronische component]]en. Zo bestaat een eenfasige, dubbelzijdige [[bruggelijkrichter]] uit vier dioden, geschakeld als op de afbeelding, zodat van een aangesloten wisselspanning zowel de positieve als de negatieve spanning gelijkgericht wordt.
 
Daarnaast kent men bij [[driefasenspanning|drie- en meerfasenspanning]] ook meerfasige gelijkrichting. Een driefasediodebrug bestaat uit 6 dioden.
Regel 8:
De kern van een gelijkrichter wordt gevormd door een of meer dioden. Tegenwoordig zijn dat voor vermogensdoeleinden voornamelijk siliciumdioden. Voor speciale toepassingen zijn er onder meer germaniumdioden en gallium-arsenicumdioden. In het verleden, voor het siliciumtijdperk, gebruikte men voor lage vermogens cuproxdioden, [[seleniumdiode]]n en [[vacuümdiode]]n en voor grote vermogens [[kwikdampgelijkrichter]]s of mechanische gelijkrichters.
 
De uitgangsspanning van een gelijkrichter is een pulserende gelijkspanning, die niet te vergelijken is met de spanning van een [[batterij (elektrisch)|batterij]]. Voor de meeste toepassingen is dat niet acceptabel en daarom wordt de gelijkgerichte spanning vervolgens meestal met een [[condensator]] of een uitgebreidere schakeling, meer gelijkmatig gemaakt. Dit wordt ''[[afvlakking|afvlakken]]'' genoemd, de schakeling heet ''afvlakfilter''.
 
Afhankelijk van de mate van afvlakking blijft in de gelijkspanning een kleine of grotere wisselspanningscomponent, ''rimpel'' genaamd, over. De [[frequentie]] van de rimpel is bij enkelzijdige gelijkrichting gelijk aan de frequentie van de ingangsspanning en bij dubbelfasige gelijkrichting het dubbele daarvan. Bij meerfasige gelijkrichting is de frequentie van de rimpel een veelvoud, gelijk aan het aantal fasen, van de ingangsfrequentie.
 
== Enkelzijdige gelijkrichting ==