Raad van Brabant: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 7:
Tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]] rebelleerden de Staten van Brabant vanaf 1576 tegen het gezag van koning [[Filips II van Spanje]]. Hoewel hij in naam bleef erkend worden als soeverein, gingen Brabants-staatse troepen op 4 september over tot de [[gevangenname van de Raad van State]], die de landvoogdij ad interim uitoefende. Dit maakte de weg vrij om de [[Staten-Generaal van de Nederlanden]] bijeen te roepen in [[Brussel (stad)|Brussel]]. De griffier van de Raad van Brabant trad daarbij op als griffier van de Staten-Generaal.
 
In een latere fase van de opstand, nadat de [[Brusselse republiek]] ten val was gebracht, richtte de in [[Den Haag]] zetelende Staten-Generaal op 26 september 1591 een eigen Raad van Brabant op voor het bestuur van [[Staats-Brabant]].<ref> [http://dutchrevolt.leidenuniv.nl/bronnen/1591%2009%2026%20ned.htm Universiteit Leiden]</ref> De Raad in Den Haag heette ''Raad en Leenhove van Brabant'', vaak staatse Raad van Brabant genoemd, terwijl de oorspronkelijke Raad in Brussel meer en meer werd aangeduid als Soevereine Raad van Brabant.<ref>Encarta-encyclopedie Winkler Prins (1993-2002) s.v. ''generaliteitslanden''. Microsoft Corporation/Het Spectrum.</ref> De Staatse Raad van Brabant fungeerde voornamelijk voor zaken in hoger beroep. Door het Leenhof van Brabant werden beleningen geregistreerd, voornamelijk van leengoederen in de Meierij van 's-Hertogenbosch. In 1795 werd de Raad ontbonden en vervangen door het [[Hof van Justitie (Nederland)|Hof van Justitie]] te [['s-Hertogenbosch]].
 
In Spaans-Brabant bestonden een Leenhof en een Raad naast elkaar. Vanaf de 17e eeuw ging de Raad van Brabant steeds meer feodale geschillen behandelen, die in principe toekwamen aan het [[Leenhof van Brabant]].<ref>Harald Deceulaer, "Juridisch pluralisme en gebruik van justitie. De relaties tussen het Leenhof van Brabant en de Raad van Brabant (vijftiende - achttiende eeuw)", in: ''Pro Memorie. Bijdragen tot de Rechtsgeschiedenis der Nederlanden", 2020, nr. 2, p. 165-193</ref> Dit had te maken met een voorkeur van de rechtsonderhorigen voor de als moderner gepercipieerde Raad.
De Staatse Raad van Brabant fungeerde voornamelijk voor zaken in hoger beroep. Door het Leenhof van Brabant werden beleningen geregistreerd, voornamelijk van leengoederen in de Meierij van 's-Hertogenbosch. In 1795 werd de Raad ontbonden en vervangen door het [[Hof van Justitie (Nederland)|Hof van Justitie]] te [['s-Hertogenbosch]].
 
[[Keizer Jozef II]] decreteerde op 1 januari 1787 de afschaffing van de Soevereine Raad van Brabant, die zijn hervormingen had gedwarsboomd door vele ervan strijdig te verklaren met de [[Blijde Inkomst (1356)|Blijde Inkomst]]. Op 20 april vernietigde de Raad het opheffingsedict. Onder druk van de straat schortte gevolmachtigd minister [[Ludovico di Belgiojoso]] in mei de hervorming op, wat hem vanwege de keizer op ontslag kwam te staan. Zijn interimvervanger graaf [[Joseph Murray de Melgum]] kon in september niet anders dan de beslissing van zijn voorganger te bevestigen. Op 18 juni 1789 verklaarde [[Ferdinand von Trauttmansdorff]] dat de bevoegdheden van de Raad van Brabant voortaan zouden worden uitgeoefend door de [[Grote Raad van Mechelen]]. Daarop brak de [[Brabantse Revolutie]] uit. De Raad werd uiteindelijk afgeschaft in het begin van de [[Franse tijd in België|Franse tijd]] (1795).