Brusselse PCC-car: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k duidelijker plaatje
Regel 32:
In de [[1940-1949|jaren 40]] reden tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] honderden oude tweeassige trams in [[Brussel (stad)|Brussel]]. Begin [[1943]] wenste de exploitant van het tramnet, [[Les Tramways Bruxellois]], zich voor te bereiden op de aanschaf van een vloot nieuw materieel. Interesse ging uit naar de nieuwe vierassige trams van [[Zürich (stad)|Zürich]] en de [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] [[Presidents' Conference Committee-Car|PCC-car]]. Omdat het [[Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer|Ministerie van Verkeer]] aandrong op een tramtype dat uniform kon worden ingevoerd op de Belgische tramnetten, werd gekozen voor de PCC-car. Ook in Amerika was dit type een standaardtram.
 
[[Bestand:5018MSvB PCC5018 Uiterlijkzij.JPG|thumb|150px|left|Vierasser 5018 uit 1935 kreeg eind jaren veertig als eerste het nieuwe PCC-uiterlijk. De wagen is bewaard gebleven in Brussel.]]
De Amerikaanse PCC-trams waren niet geschikt voor Europa, doordat de rijtuigkast met 2,54 m te breed was voor de smallere Brusselse straten. Bovendien hadden ze kleine raampjes, wat een benauwende indruk maakte. Daarom wilde men de trams een ander uiterlijk geven met grote zijruiten. Er werden proeven gedaan met de uit 1935 stammende [[vierasser]] 5018. Het ontwerp van de wagenkast was gebaseerd op het model van Zürich. De [[aandrijving]] van de [[draaistel]]len van de 5018 was ontleend aan die van de [[Brillliner]], de Amerikaanse concurrent van de PCC-car.