Chinese opstand in Manilla (1603): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 4:
De jaren voorafgaande aan de opstand was het aantal Chinezen in de Filipijnen fors toegenomen. Rond 1600 hadden zich al minstens 20.000 Chinese immigranten in de buurt van Manilla gevestigd. Dat was ongeveer het viervoudige van het aantal Chinezen dat er tien jaar daarvoor woonden en meer dan twintig keer het aantal Spanjaarden in de kolonie in die tijd. Daarbij kwam dat slechts een klein deel van de Chinezen liet zich bekeren tot het Katholicisme. Het wantrouwen van de Spanjaarden tegen de Chinese bevolking was groot. Hun grote aantal speelde daarbij een rol, maar ook het incident van 1593, waarbij gouverneur-generaal [[Gómez Pérez Dasmariñas]] was vermoord door de Chinese roeiers van zijn galei stond nog vers in het geheugen.
 
De [[Aartsbisdom van Manilla|aartsbisschop van Manilla]] [[Miguel de Benavides]] waarschuwde in zijn preken dat de aanwezigheid van de zondige Chinezen in Manilla God zou uitnodigen om "ons allemaal op een dag in het vuur te laten verteren". Toen de Spaanse gouverneur-generaal [[Pedro Bravo de Acuña]] voorbereidingen trof tegen een mogelijke invasie van China a het vertrek van de drie afgezanten vanuit China, waarschuwde de aartbisschopaartsbisschop dat de Chinezen in opstand zouden gaan komen. Daarop ontstonden er onder de Chinezen juist weer geruchten dat de Spanjaarden voorbereidingen aan het treffen waren om hun allemaal uit te roeien voordat het zo ver was.
 
== Gebeurtenissen ==