Lex Metz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
levensloop
Regel 2:
 
== Levensloop ==
Metz volgde een opleiding aan de [[Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (Den Haag)|Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten]] in Den Haag en was daar leerling van onder anderen [[Gerard Kiljan]], [[Paul Schuitema]] en [[Paul Citroen]]. Lex Metz woonde enige tijd in een 'gemeenschapshuis' in Voorburg, met onder anderen [Emmy Andriesse]], Hans Wolf, Hans (Johanna) IJzerman, Herman Gerlings en [[Henk Wanink]].
Later werd hij zelf ook docent, namelijk aan de [[Nieuwe Kunstschool]] in Amsterdam, de [[AKI Art & Design Enschede ArtEZ|Academie voor Kunst en Industrie te Enschede]] en de [[Gerrit Rietveld Academie|Rietveld Academie]].
 
In Amsterdam was hij betrokken bij het illustreren van boeken en als [[boekbandontwerp]]er werkzaam voor het ontwerpbureau [[Co-op 2]]. In 1950 maakte hij tekeningen voor ''[[De Groene Amsterdammer]]''. Illustraties van hem zijn te vinden in onder meer de tijdschriften ''Drukkersweekblad/Autolijn'' (1957) en ''[[Prikkels (tijdschrift)|Proost Prikkels]]'', in dichtbundels van [[Gerrit Achterberg]] (''Spel van de wilde jacht'') en [[Hendrik Marsman]] (''Tempel en kruis'') en in prozawerk van [[Theun de Vries]] (''Kenau''), [[Aleksandr Poesjkin]] (''Het schot''), [[D.H. Lawrence]] (''[[Lady Chatterley's Lover|Lady chatterley's minnaar]]'') en [[Annie Romein-Verschoor]] (''Met eigen ogen'').