Christoffel Plantijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
tekstuitbreiding
Tekstuitbreiding
Regel 27:
Gutenberg begon rond 1450 boeken te drukken met losse letters. Voor dat nieuwe product moesten kopers worden gevonden. Overproductie zorgde ervoor dat er rond 1470 een ''boekenzeepbel'' ontstond waardoor drukkers failliet gingen. Plantin bezocht twee keer per jaar de boekenbeurs in Frankfurt en zag wat er werkte en wat niet. Hij kocht in wat hij zelf niet uitgaf en verhoogde zo zijn assortiment. De nieuwe technologie zorgde ervoor dat de prijs van boeken daalde. Op 1 mei 1555 drukte hij het eerste van zijn 1800 echte boeken, vijf jaar na zijn aankomst in Antwerpen. Het was het ''Institution d'une fille de noble maison'', in opdracht van een andere drukker Jean Beller, ook gekend als [[Jean Beller, ook gekend als Johannes Bellrus|Johannes Bellerus]].<ref name=":0">{{Citeer web|url=https://www.standaard.be/cnt/dmf20210401_96164417|titel=De man die een letter op papier kreeg|bezochtdatum=2021-04-19|auteur=Door Inge Schelstraete|werk=De Standaard|taal=nl-BE}}</ref>
 
Hij werkte zich op van onbemiddelde ambachtsman tot uitgeverstycoon, eigenaar van de grootste drukkerij ter wereld. Hij bereikte die positie door slim in te spelen op de politieke, religieuze en culturele trends van zijn tijd, door zijn investeringen te spreiden over de mode- en de drukkersnijverheid, door het uitbouwen en strategisch gebruiken van een netwerk van vrienden, zakenpartners en sponsors, door het aantrekken van de grootste geleerden en de beste vaklui uit zijn tijd en door het inzetten van zijn zeven dochters en zijn gericht gekozen schoonzoons. Hij gaf onder meer de stadssecretaris en invloedrijke Spanjaarden boeken of lederen kistjes en kon later bij hen geld lenen om zijn drukkerij uit te bouwen.<ref name=":0" />
 
Na de druk liet hij het zetsel niet wassen en afbreken maar het werd opnieuw gebruikt om de Bijbel zowel in kwartformaat als in een goedkope pocketeditie te drukken. Het ging hem voor de wind toen na afloop van het [[concilie van Trente]] in 1563 alle liturgische werken moesten worden herdrukt.
 
In 1565 werd Plantin betrapt op het drukken van kritische pamfletten voor de katholieke kerk. In 1545 was de Antwerpse drukker Jacob van Liesvelt onthoofd om de uitgave van een te [[Lutheranisme|lutherse]] Bijbel. Plantin vluchtte dan ook naar Parijs. Op de Vrijdagmarkt verkocht men zijn inboedel, de plaats waar hij bij zijn terugkeer zijn nieuwe atelier zou oprichten.<ref name=":0" />
 
=== Plantin en zijn drukkerij ===
In 1576 gaf Plantijn zijn aan de Vrijdagmarkt gevestigde drukkerij de naam ''De Gulden Passer''. Deze naam leeft onder meer voor als de titel van een tijdschrift, [[De Gulden Passer]], op het gebied van boekwetenschap en bibliofilie.
[[Bestand:Leiden365.JPG|thumb|Plaquette in Leiden]]
Later dat jaar verhuisde hij uit angst voor de [[Spaanse Furie (Antwerpen)|Spaanse Furie]] naar [[Leiden]], waar hij drukker aan de [[Universiteit Leiden|universiteit]] werd. Hij werd er benoemd tot officiële drukker van de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]]. Hij woonde in Leiden aan de Vrouwensteeg, waar nu de studentenvereniging [[LSV Minerva|Sociëteit Minerva]] is gevestigd; een plaquette in de muur herinnert aan zijn verblijf.
 
<br />Hij keerde in [[1585]] naar Antwerpen terug en stierf in 1589. Zijn belangrijkste werk is de ''[[Biblia Polyglotta|Biblia Regia]]'' (Koningsbijbel), die hij uitgaf tussen 1568 en 1572. Deze achtdelige, meertalige uitgave van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] kwam tot stand met steun van koning [[Filips II van Spanje]]. Een andere benamingen voor deze uitgave is de ''Biblia Polyglotta''.
=== Plantin en de koningsbijbel ===
Het bijzondere van het werk is niet alleen de meertalige vertaling (Grieks, Latijn, Aramees, Syrisch en Hebreeuws), maar ook de weergave in het verschillend [[schrift]] van deze talen. <br />
Hij keerde in [[1585]] naar Antwerpen terug en stierf in 1589. Zijn belangrijkste werk is de ''[[Biblia Polyglotta|Biblia Regia]]'' (Koningsbijbel), die hij uitgaf tussen 1568 en 1572. Deze achtdelige, meertalige uitgave van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] kwam tot stand met steun van koning [[Filips II van Spanje]]. Een andere benamingen voor deze uitgave is de ''Biblia Polyglotta''. Het bijzondere van het werk is niet alleen de meertalige vertaling ([[Grieks]], [[Latijn]], [[Aramees]], [[Syrisch]] en [[Hebreeuws]]), maar ook de weergave in het verschillend [[schrift]] van deze talen. Het werk ontstond tijdens een periode van een onmogelijk [[Theologie|theologisch]] debat en de zoektocht naar de oertekst van de Bijbel. Door het voortschrijdend intellectueel inzicht kon de kerk het zich niet meer veroorloven om te blijven vasthouden aan de [[Septuagint]], de [[Oudgrieks|Oudgriekse]] vertaling van het Hebreeuws. Dat was de taal niet van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus]] en zijn [[Apostel|apostelen]]. De ultieme Bijbel was een vergelijkende uitgave met de teksten in het Grieks, Hebreeuws, Syrisch en Aramees, met daarnaast vertalingen in het Latijn. Plantin en zijn team beschikten over de kennis om deze opdracht uit te voeren.<ref name=":0" />
 
Deze grootste typografische onderneming van de eeuw bezorgt de drukker de titel van aartsdrukker van de [[Filips II van Spanje|koning]]. Zijn vorstelijke relaties leveren hem in 1571 ook winstgevende contracten op voor het drukken van missalen, brevieren en andere religieuze massaproducten voor de Spaanse markt en de bijbehorende kolonies.
 
Behalve drukker van religieuze en liturgische werken, was Plantijn ook de belangrijkste drukker van het [[humanisme]] en de wetenschappen (botanisch, taalkundig, geneeskundig, cartografisch, ...) van de tweede helft van de 16de eeuw, en een befaamd muziekdrukker.
 
Bij zijn dood had hij geen overlevende zonen; zijn schoonzoon, [[Jan I Moretus]] (Johann Moerentorf), nam het bedrijf over. Tegenwoordig is het als [[werelderfgoed]] erkende [[Museum Plantin-Moretus|Plantin-Moretusmuseum]] in het gebouw gevestigd, evenals het naar hem genoemde [[Plantin Genootschap]].