Moordpartij in de Ardeatijnse grotten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Edit link naar doorverwijspagina
enkele toevoegingen op basis van R. Katz, Roma città aperta.
Regel 10:
== Aanslag in de Via Rasella ==
[[File:Attentato di via Rasella2.jpg|thumb|Onmiddellijk na de aanslag. De SS'er staat voor Palazzo Tittoni, Via Rasella 155.]]
In de namiddag van 23 maart 1944 pleegden 1217 [[Partizaan|partizanen]] van de ''Gruppi di Aziona Patriottica'' ("''gappisti''") een bijzonder gewaagde aanslag op de nazi's in het centrum van Rome, meer bepaald in de Via Rasella.<ref>Naast de 12 leden van de ''Gruppi di Aziona Patriottica'' die ter plaatse de aanslag uitvoerden, waren er nog 4 of 5 anderen betrokken bij de organisatievoorbereiding ervan.</ref> De datum was zeer symbolisch gekozen: op 23 maart 1919 had Mussolini de fascistische partij opgericht, en op 23 maart 1944 werd de 25ste verjaardag daarvan gevierd in een gebouwministeriegebouw aan de Via Veneto nr. 33. De locatie voor de aanslag was uitgekozen op aangeven van een van de mededaders die in de omgeving van de Via Rasella woonde en had vastgesteld dat Duitse soldaten elke namiddag in oorlogstenue door de smalle Via Rasella marcheerden op hun weg naar hun [[Kwartier (militair)|kwartier]] innabij dehet omgevingministerie van deBinnenlandse Viazaken Nazionaleop de [[Viminaal|Viminale]].
 
Verkleed als straatveger bracht een verzetsman, de 21-jarige Rosario Bentivegna, schuilnaam Paolo, een bom van 18 kg [[2,4,6-trinitrotolueen|TNT]] ter plaatse die onder vuilnis lag verborgen in een straatsvegerskar. Deze werd opgesteld aan Palazzo Tittoni, aan huisnummer 155 in de Via Rasella. Al dan niet toevallig was het precies in dat palazzo dat Mussolini van 1923 tot 1925 een appartement had betrokken.
 
Om 15.45 uur, precies op het ogenblik dat 160 Duitse soldaten van het [[Schutzstaffel|SS]]-''Polizeiregiment'' "Bozen" (samengesteld uit dienstplichtigen afkomstig uit het Noord-Italiaanse [[Bozen (stad)|Bozen]] / Bolzano) door de Via Rasella marcheerden, werd de bom tot ontploffing gebracht. Andere partizanen gooiden vier [[Granaat (munitie)|granaten]] naar het uiteengeslagen [[regiment]]. De niet-getroffen soldaten antwoorden met [[Machinegeweer|mitrailleur]]<nowiki/>schoten naar de bovenverdiepingen van de omliggende gebouwen, omdat zij dachten dat de bom vanuit de hoogte was gegooid.<ref>De bovenverdiepingen van het huis aan de Via Rasella 141, op de hoek met de Via del Boccaccio, vertoont nog steeds de talloze kogelinslagen van de Duitse machinegeweren.</ref>
 
Bij deze aanslag raakten 53 SS'ers gewond en kwamen er uiteindelijk 33 om het leven: 26 waren op slag dood; in het ziekenhuis overleden er die avond nog 6, en 1 in de volgende ochtend. Onder de Italiaanse burgers maakte de bom 2 dodelijke slachtoffers en 11 gewonden; 4 burgers werden gedood door Duitse mitrailleurschoten. De aanslagplegers hadden zich op tijd uit de voeten weten te maken en bleven ongedeerd.
 
== Represaille ==
 
[[File:Bundesarchiv Bild 101I-312-0983-03, Rom, Festnahme von Zivilisten.jpg|thumb|Opgepakte bewoners van de Via Rasella worden in bedwang gehouden voor de omheining van palazzo Barberini (Via delle Quattro Fontane).]]
De overige soldaten hielden onmiddellijk een [[razzia]] in de wijk, waarbij 250 mensen werden [[Aanhouding|gearresteerd]]: toevallige passanten, en inwoners van de omliggende huizen. Onder bedreiging van geweren werden ze opgesteld langsheen de omheining van [[Gallerie Nazionali d'Arte Antica|Palazzo Barberini]]; nadien werden ze overgebracht naar de gevangenis.<ref>Op het meest noordelijke punt van de omheining van Palazzo Borghese, naast het hotel Anglo Americano, herinnert een gedenkplaat aan deze razzia.</ref> Na ondervraging door de politie van de fascisten werden de meesten vrijgelaten; 10 van hen echter zouden op de lijst van Kappler terechtkomen.
 
De nazi-fascistische overheid in Rome werd terstond verwittigd en spoedde zich naar de plaats van de aanslag. In een eerste reactie suggereerde ze zelfs om de hele wijk af te branden.
 
Reeds om 16.30 uur bereikte het bericht van deze aanslag [[Adolf Hitler|Hitler]] in zijn [[hoofdkwartier]] van, de Duitse ''[[WehrmachtWolfsschanze]]''.'' Hij zou een wraakactie gewild hebben "die de wereld zou doen sidderen", en zou zelfs gesproken hebben van 30 of 50 [[Doodstraf|executies]] voor elke gedode [[Schutzstaffel|SS'er]], maar daarvan bestaat geen schriftelijk bewijs. Uiteindelijk beslisten de Duitse bevelhebbers in Italië, [[generaal]] Eberhard von Mackensen en [[Maarschalk|veldmaarschalk]] [[Albert Kesselring]], om voor elke gevallen Duitse soldaat 10 Italianen te laten executeren, te beginnen met gevangenen die al ter dood waren veroordeeld. De SS'er Herbert Kappler, hoofd van de [[Gestapo]] in Rome, moest binnen de 24 uur het nodige aantal slachtoffers aanduiden. Bij het opstellen van de lijsten liet hij zich bijstaan door zijn [[Kapitein (rang)|kapitein]] [[Erich Priebke]].
 
De uitvoering van de [[represaille]] werd niet op voorhand aangekondigd en aan de [[Partizaan|partizanen]] werd niet gevraagd om zich over te geven, wat de massa-[[Standrechtelijke executie|executie]] misschien had kunnen vermijden.
Regel 31:
Uitsluitend mannen werden als slachtoffer aangeduid. De meesten waren gevangenen in het [[Schutzstaffel|SS]]-[[hoofdkwartier]] van de Via Tasso. Slechts 3 van hen waren al ter dood veroordeeld; de anderen waren partizanen, [[Communisme|communisten]] en [[Antifascisme|antifascisten]], gewone gevangenen van [[Ius commune|gemeen recht]], toevallige passanten in de Via Rasella, en 75 [[joden]]. Om tot het vooropgestelde aantal te komen liet Kappler nog 50 Italiaanse gevangenen aanduiden door de ''questore'' Pietro Caruso en door Pietro Koch, hoofd van de beruchte [[Fascisme|fascistische]] politie "Banda Koch".<ref>In Italië is een ''questore'' verantwoordelijk voor de openbare orde in een provincie.</ref><ref>"Regina Coeli" is de naam van de gevangenis gelegen aan de Via della Lungara in Rome. Deze draagt nog de naam van het 17de-eeuwse klooster dat in 1881 werd omgebouwd tot detentiehuis.</ref><ref>De "Banda Koch" (groep Koch) was een politie-eenheid die onder andere in Rome actief was vanaf september 1943. Ze is genoemd naar de leider Pietro Koch, en viel onder het gezag van de "Repubblica Sociale Italiana". Deze laatste bestuurde het noorden van Italië onder leiding van Benito Mussolini en was ingesteld door nazi-Duitsland. </ref>
 
Dobbrick, [[commandant]] van het bewuste "Bozen"-[[regiment]] en Von Mackensen, [[generaal]] van de SS in Rome weigerden om de executies door hun manschappen te laten uitvoeren. Die taak lieten ze over aan Kappler, [[kolonel]] van de [[Gestapo]] in Rome: samen met zijn 74 manschappen moest hij 320 slachtoffers executeren. Bij het bericht dat er een 33ste SS'er was gestorven in het ziekenhuis, werdbesliste beslistKappler geen 320 maar 330 Italianen te doden.
 
In de namiddag van 24 maart werden de arrestanten onder leiding van SS-[[Officier|officieren]] [[Erich Priebke]] en [[Karl Hass]] getransporteerd naar de verlaten Ardeatijnse grotten (''Fosse Ardeatine'').<ref>Ten onrechte wordt ''fosse'' in deze context meestal vertaald met "grotten". Het Italiaanse woord ''fossa'' betekent echter: "groef, kuil, put". De ''Fosse Ardeatine'' zijn groeven.</ref> Deze vroegere [[puzzolaan]]<nowiki/>groeven zijn genoemd naar de vlakbij gelegen [[Via Ardeatina]], een baan die leidt naar het 33 km verderop gelegen stadje [[Ardea (gemeente)|Ardea]].<ref>De nazi's kenden deze grotten doordat een verrader hen had verteld dat de verzetslui daar hun voertuigen verborgen.</ref> De keuze viel op deze grotten omdat het stelsel van [[Mijngang|mijngangen]] toeliet de slachtpartij naderhand te verbergen zonder een [[massagraf]] te moeten delven.
 
Vanaf 15.30 uur werden de gevangenen telkens in groepen van 5 de grot in gedreven, met de handen op de rug gebonden. Ze moesten knielen voor het [[Fusillade|vuurpeloton]] en werden afgemaakt met een nekschot. Achter hen moesten dan de volgende vijf slachtoffers plaatsnemen, zodat er “geordende” stapels zouden ontstaan.
 
Terwijl de [[Standrechtelijke executie|executies]] al aan de gang waren liep de aanvoer van slachtoffers vanuit de gevangenissen nog door. DeKappler stuurde zijn eerste luitenant vanTunnat naar de gevangenis van Regina Coeli in de Via della Lungara werd onder tijdsdruk gezet om de opgedragen 50 gevangenen aanop te leverenhalen die Caruso moest aanleveren. HijCaruso hieldwas zichnog niet aanklaar met de lijst, en Tunnat verzamelde willekeurige gevangenen; onder hen zelfs 10 die toevallig op het binnenplein van de gevangenis stonden, klaar voor hun vrijlating. De lijsten van geselecteerde slachtoffers werden aangepast aan de effectief weggevoerden. Uiteindelijk waren er geen 330 gevangen aangevoerd naar de Ardeatijnse grotten, maar 335. Kappler besefte dat het om een vergissing ging, maar besloot om ook die laatste 5 neer te schieten.
 
Alle 74 SS'ers van het [[Gestapo]]-politiekantoor van Herbert Kappler moesten deelnemen aan deze massaexecutie. Tijdens het latere [[Rechtszaak|proces]] tegen Kappler kwam naar voren dat sommige [[Officier|officieren]] tijdens de executie gedwongen moesten worden om deel te nemen, en dat een van hen zelfs flauwviel tijdens het tafereel. Omdat het [[Fusillade|vuurpeloton]] bestond uit onervaren officieren gaf Kappler hen [[Brandewijn (drank)|brandy]] te drinken om hun zenuwen te kalmeren. Onder de invloed van de [[Alcoholische drank|alcohol]] werden de executies minder secuur uitgevoerd, waardoor vele slachtoffers een ware lijdensweg ondergingen doordat de dood pas laat intrad, of zelfs pas toen de nazi's de ingang van de grotten hadden opgeblazen om te verhinderen dat de lijken zouden worden ontdekt.
 
De executies duurden van kort na 15.30 tot 20 uur. De lijken werden opgestapeld in twee [[Mijngang|mijngangen]]. Onmiddellijk nadien deden [[Genie (strijdmachtonderdeel)|genie]]<nowiki/>soldaten de toegang tot de grotten instorten, opdat de lijken niet zouden worden ontdekt.
 
Nog diezelfde dag, om 22.45 uur, delenberichtten de Duitse bevelhebbers meevia telex aan het Italiaanse persbureau dat "misdadige [[Communisme|communisten]], aanhangers van [[Pietro Badoglio|Badoglio]]" daags voordien een bomaanslag hadden gepleegd op een Duitse politie[[Militaire colonne|colonne]], waarbij 32 Duitsers om het leven waren gekomen, dat zij bevel hadden gegeven om voor elke gedode Duitser 10 "misdadige communisten" zouden worden [[Fusillade|gefusilleerd]], en dat dit bevel reeds was uitgevoerd.<ref>In het Italiaans luidt de tekst van het communiqué: «Nel pomeriggio del 23 marzo 1944, elementi criminali hanno eseguito un attentato con lancio di bomba contro una colonna tedesca di Polizia in transito per Via Rasella. In seguito a questa imboscata, 32 uomini della Polizia tedesca sono stati uccisi e parecchi feriti. La vile imboscata fu eseguita da comunisti-badogliani. Sono ancora in atto indagini per chiarire fino a che punto questo criminoso fatto è da attribuirsi ad incitamento anglo-americano. Il Comando tedesco è deciso a stroncare l’attività di questi banditi scellerati. Nessuno dovrà sabotare impunemente la cooperazione italo-tedesca nuovamente affermata. Il Comando tedesco, perciò, ha ordinato che per ogni tedesco ammazzato dieci criminali comunisti saranno fucilati. Quest’ordine è già stato eseguito».</ref>. Het communiqué vermeldde de [[locatie]] niet, en sprak dus maar van 32 gewroken nazi's.
== Ontdekking en reacties ==
De eersten die de vreselijke slachtpartij ontdekten waren de paters [[Salesianen van Don Bosco|salesianen]] die de nabijgelegen [[Catacomben van Sint-Calixtus|Catacomben van San Callisto]] bewaken: zij hadden de hele namiddag de abnormale drukte gehoord van voorbijrijdende vrachtwagens, en 's avonds twee enorme explosies. Als zij 'sde volgende nachtsochtend gingen onderzoeken wat er zich had afgespeeld, begrepen ze wat daar gebeurd was.
 
Op 25 maart werd het communiqué van de Duitse bevelhebbers overgenomen door de Romeinse kranten. Voortgaande op deze - door de bezetters gecontroleerde - informatiebronnen bracht de bevolking van Rome geen [[sympathie]] op voor de aanslag van de [[Partizaan|partizanen]]; ontzetting en angst waren de overheersende gevoelens. Na de aanslag in de Via Rasella pleegde het verzet geen gewelddadige aanslagen meer in Rome, en beperkte het zijn activiteiten in de hoofdstad tot [[spionage]] en het doorspelen van informatie.
 
Pas twee weken nadien begon de Gestapo de nabestaanden van de slachtoffers te melden dat ze de persoonlijke bezittingen mochten komen ophalen van de gevangenen die op 24 maart waren gestorven - zonder dat daarbij de doodsoorzaak werd opgegeven. Zo raakte geleidelijk bekend wie de slachtoffers van de represaille waren.
 
Op 24 april 1944, exact 1 maand na de slachtpartij, hingen partizanen van de [[Communisme|communistische]] verzetsgroep ''Bandiera Rossa'' aan de ingang van de grotten een affiche op met de belofte dat zij de slachtoffers zouden wreken.
 
Rome werd door de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]] bevrijd op 4 juni 1944, en op 2 juli nadien begon het onderzoek van de grotten. Om de mijngangen vrij te maken moest 2.000 m² puin worden afgevoerd. In de mijngangen ontdekt men de lijken, anderhalve meter hoog opgestapeld. Bovendien stelde men vast dat er geen 320 slachtoffers waren zoals het Duitse communiqué had gemeld, maar wel 335. Elk lichaam afzonderlijk werd onderzocht door [[Patholoog|wetsdokters]] die trachtten het te identificeren op basis van lichamelijke kenmerken en voorwerpen die men in de kledij van de slachtoffers vond. Aan de hand van die resultaten werden de familieleden gecontacteerd. Tegen einde november 1944 had men 325 van de 335 slachtoffers kunnen [[Identificatie (recht)|identificeren]].
 
Na de oorlog ontvingen twee kopstukken van de aanslag, Rosario Bentivegna en Carla Capponi, een militaire [[onderscheiding]] voor bewezen moed en werden ze beschouwd als helden van het verzet.
Regel 76 ⟶ 78:
* Herbert Kappler werd in 1948 schuldig bevonden: niet aan de executie van 320 slachtoffers die hem door zijn hiërarchische oversten was opgedragen, maar voor de executie van de 15 overige slachtoffers die op zijn bevel waren gedood. Hij werd veroordeeld tot levenslange gevangenschap. Omdat hij leed aan een ongeneeslijke tumor werd hij in 1976 onder druk van de Duitse regering opgenomen in het militaire ziekenhuis op de Celio-heuvel. Het jaar nadien wist hij daaruit te ontsnappen en naar Duitsland te vluchten, waar hij overleed in 1978.
* [[Erich Priebke]] werd na de oorlog achtereenvolgens in [[Bozen (stad)|Bolzano]], [[Ancona (stad)|Ancona]], [[Afragola]] (bij Napels) en [[Rimini (stad)|Rimini]] gevangengehouden. Hij wist echter te ontsnappen naar [[Sterzing|Vipiteno (Sterzing)]]. Met de steun van kerkoversten en zelfs van het [[Heilige Stoel|Vaticaan]] wist hij in 1948 onder een valse naam te ontkomen naar [[Argentinië]], waar hij opnieuw zijn echte naam aannam. Pas in 1994 werd hij daar ontdekt door een tv-ploeg. Het jaar nadien werd hij uitgeleverd aan Italië en daar werd hij veroordeeld tot levenslange gevangenschap, nadien omgezet in [[huisarrest]], maar herhaaldelijk werd vastgesteld dat hij zich daar niet aan hield. In 2013 overleed hij in Rome op 100-jarige leeftijd.
*Pietro Caruso werd na de bevrijding van Rome ter dood veroordeeld en op 22 september 1944 gefusilleerd.
*Ook Pietro Koch werd ter dood veroordeeld en op 5 juni 1945 gefusilleerd.
 
== De houding van de Heilige Stoel ==
Regel 139 ⟶ 143:
*{{It}}Wikipedia: [[:it:Eccidio_delle_Fosse_Ardeatine|Eccidio delle Fosse Ardeatine]].
*{{It}}Wikipedia: [[:it:Attentato_di_Via_Rasella|Attentato di Via Rasella]].
*{{Itit}}{{Citeer boek|titel=Roma contemporaneacitta aperta : settembre 1943 - giugno 1944|auteur=VittorioRobert Katz|medeauteurs=Daniele Ballarini, Maria Cristina VidottoReinhart|url=https://www.worldcat.org/oclc/77557078956256383|uitgever=GLFIl editoriSaggiatore Laterzatascabili|plaats=RomaMilano|datum=20062009|pagina's=pp. 247245-251302 en 369-373|ISBN=978-88-420565-81330047-79}}.
*{{It}}{{Citeer boek|titel=Roma occupata, 1943-1944 : itinerari, storie, immaginicontemporanea|auteur=Anthony Majanlahti|medeauteurs=Amedeo OstiVittorio GuerrazziVidotto|url=https://www.worldcat.org/oclc/66990709677557078|uitgever=IlGLF saggiatoreeditori Laterza|plaats=MilanoRoma|datum=20102006|pagina's=pp.141 247-160251|ISBN=978-88-428420-16268133-37}}.
*{{It}}{{Citeer boek|titel=ProeftuinRoma Italiëoccupata, 1943-1944 : hoe het mooiste land van Europa de moderneitinerari, politiekstorie, uitvondimmagini|auteur=PepijnAnthony CorduwenerMajanlahti|medeauteurs=ArthurAmedeo WeststeijnOsti Guerrazzi|url=https://www.worldcat.org/oclc/1024083179669907096|uitgever=PrometheusIl saggiatore|plaats=AmsterdamMilano|datum=20182010|pagina's=pp. 124141-131160|ISBN=978-9088-351428-45011626-63}} .
*{{Citeer boek|titel=Proeftuin Italië : hoe het mooiste land van Europa de moderne politiek uitvond|auteur=Pepijn Corduwener|medeauteurs=Arthur Weststeijn|url=https://www.worldcat.org/oclc/1024083179|uitgever=Prometheus|plaats=Amsterdam|datum=2018|pagina's=pp. 124-131|ISBN=978-90-351-4501-6}}.
 
{{References}}