Plaatwellerij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 3:
 
== Oprichting ==
In 1912 begon de technicus Johannes Derk Benjamin Olie (na een opleiding aan de MTS te Amsterdam en een werkkring bij o.a. de firma Wittebol te Amsterdam) met een kleine [[Autogeen lassen|autogeen]] laswerkplaats in een loods aan de noordzijde van het [[Noordzeekanaal]], het eerste gespecialiseerde bedrijf in zijn soort in Nederland. Men begon met een 40 werklieden. Het bleek in een behoefte te voorzien, de vroegere werkgever van Olie, Heinrich Rudolf Gonnermann, oprichter en oud-eigenaar van een machinefabriek te Haarlem, sloot zich aan. In 1914 werd de onderneming omgezet in een [[Naamloze vennootschap|nv]] onder de naam ''Hollandsche Plaatwellerij en Pijpenfabriek voorheen JDB Olie en Gonnermann''. Het lassen van buizen vond vooral toepassing voor onderdelen die niet aan hoge drukken blootgesteld werden zoals afgewerkte stoom-, waterleiding- en verwarmingsleidingen. De vormingsmogelijkheden bij uit plaatwerk samengesteld laswerk werd gebruikt voor verlichtingsmasten, reservoirs, kleine gashouders, pers- en windketels, in het algemeen aan reservoirs en apparaten waaraan bijzondere eisen met betrekking tot de dichtheid zijn gesteld. Daarnaast bleef een handelsafdeling bestaan, al dan niet verbonden met installatie door de Plaatwellerij. Zo was men rond 1918 vertegenwoordiger en installateur voor Trigasinstallaties van de Dellwik-Fleischer Wassergas GmbH, Frankfurt am Main. <ref>{{Citeer tijdschrift|achternaam=nn|voornaam=nn|titel=.|jaargang=16 (1919), 1363|tijdschrift=Chemisch Weekblad|datum=.}}</ref>
 
== Groei ==