Willem van Nassau-Weilburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Retireduser3768 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 42:
Willem was de vierde zoon van graaf [[Albrecht van Nassau-Weilburg]] en [[Anna van Nassau-Dillenburg (1541-1616)|Anna van Nassau-Siegen]],<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /><ref name="dek" /><ref name="venne" /><ref name="vorsterman" /> dochter van graaf [[Willem I van Nassau-Dillenburg|Willem I "de Rijke" van Nassau-Siegen]] en [[Juliana van Stolberg|Juliana van Stolberg-Wernigerode]].<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /><ref name="dek" /><ref name="venne" /><ref name="vorsterman" /><ref name="schwennicke" />
 
Na het overlijden van zijn vader op 11 november 1593, volgde Willem hem op samen met zijn broers [[Lodewijk II van Nassau-Saarbrücken|Lodewijk]] en [[Johan Casimir van Nassau-Gleiberg|Johan Casimir]]. Hun oom graaf [[Filips IVIII van Nassau-Saarbrücken]] werd tot [[Voogd (familierecht)|voogd]] voor de jongste broer benoemd. Reeds op [[6 maart]] [[1594]] verdeelden de drie broers de erfenis. Hun oom was hun daarbij behulpzaam. Lodewijk verkreeg [[Ottweiler]], Johan Casimir verkreeg [[Krofdorf-Gleiberg|Gleiberg]], en Willem verkreeg [[Weilburg]] en Burgschwalbach. De gravin-weduwe en moeder Anna verkreeg het ambt [[Wehen (Taunusstein)|Wehen]] als [[weduwengoed]]. In de verdeling werd ook bepaald dat de burchten [[Burcht Hohenburg (Homburg)|Homburg]], [[Blieskastel]], [[Lahr/Schwarzwald|Lahr]], Bensdorf en [[Helflingen]] gezamenlijk zouden worden beheerd. Vervreemdbare en onvervreemdbare schulden werden volgens een vastgelegde verdeelsleutel over de drie broers verdeeld.
 
Willems [[residentie]] [[Slot Weilburg]] was enige jaren daarvoor gereedgekomen, zodat het in zijn tijd een van de modernste van de Walramse Linie was. Aangezien Johan Casimirs residentie [[Burcht Gleiberg]] niet zo comfortabel was als de andere twee, ontving deze 4.000 gulden van zijn broer Willem en 2.000 gulden van zijn broer Lodewijk om zijn residentie passend uit te kunnen bouwen.