Transitiviteit (taalkunde): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Oorsprong van de term: Grieks |
k einde zin? punt! |
||
Regel 1:
Een '''overgankelijk werkwoord''' of '''transitief werkwoord''' is een [[werkwoord]] dat een [[lijdend voorwerp]] en soms een [[meewerkend voorwerp]] bij zich kan hebben.
*De bakker bakt het brood.
*De man schrijft een stukje.
*Jan bekijkt het schilderij.
*<S>Jan bekijkt.</S> Deze zin is ongrammaticaal.
*Jan stuurt zijn moeder een brief.
Of:
*Jan stuurt een brief aan zijn moeder.
De betekenis van het werkwoord gaat over op die van het [[lijdend voorwerp]]. Als dat niet het geval is, dan is er sprake van een '''onovergankelijk werkwoord''' of '''intransitief werkwoord'''.
Regel 14:
Als er naast een lijdend voorwerp ook een [[meewerkend voorwerp]] mogelijk is, dan is er sprake van een ''ditransitief'' werkwoord.
*Jan stuurt zijn moeder een brief.
Sommige werkwoorden zijn zowel overgankelijk als onovergankelijk (''ambitransitief''). De betekenis is dan vaak anders.
Regel 20:
*De koning spreekt Chinees.
== Lijdende vorm (
In het overgankelijke geval kan de zin in de lijdende vorm gezet worden met behulp van het werkwoord ''worden''.
*De bakker bakt het brood.
**Het brood wordt gebakken (door de bakker
**Er wordt (door de bakker) brood gebakken.
*De man schrijft een stukje.
**Een stukje wordt geschreven (door de man
**Er wordt (door de man) een stukje geschreven.
Wat het lijdend voorwerp was in de oorspronkelijke zin (brood, stukje), is nu in
== Dubbele overgankelijkheid ==
In het Nederlands wordt in het geval waarin het meewerkend voorwerp onderwerp wordt, een ''ander'' hulpwerkwoord gebruikt, namelijk ''krijgen''
:Ik schenk de man een huis.
:Het huis wordt door mij aan de man geschonken.
:De man krijgt van/door mij een huis geschonken.
== Oorsprong van de term ==
De Griekse grammaticus [[Apollonius Dyscolus]] uit de 2de eeuw n.Chr. onderscheidde drie klassen van werkwoorden, in moderne termen: de actieve (transitieve), de passieve en de intransitieve. De actieve werkwoorden karakteriseerde hij doordat ze een actie aanduiden "die overgaat (διαβιβάζεται, ''diabibázetai'') op iets of iemand anders". Transitief is de [[vernederlandsing]] van het [[Latijn]]se adjectief ''transitivum'' dat op zijn beurt is afgeleid van ''transire,'' overgaan.<ref name="robins">{{Citeer boek|achternaam = Robins | voornaam = R.H. | datum = 1967 | titel = A Short History of Linguistics | hoofdstuk = 2de hoofdstuk: Greece | uitgever = Longman | plaats = Londen | ISBN = 0 582 52397 4 | pagina = 38 | taal = en}}</ref>
== Zie ook ==
|