Raymond Westerling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 58303886 van Renzo Buitendijk (overleg) ongedaan gemaakt.
Label: Ongedaan maken
Zie discussiepagina
Regel 19:
| portaal =
}}
'''Raymond Pierre Paul Westerling''' ([[Istanboel]], [[31 augustus]] [[1919]] – [[Purmerend]], [[26 november]] [[1987]]), bijgenaamd ''de Turk'', was in de rang van [[Kapitein (rang)|kapitein]] de commandant van de [[Korps Speciale Troepen|Speciale Troepen]] in de jaren 1946-1948 van de nationalistische opstand in Nederlands-Indië. De Nederlandse legerleiding gaf hem hetzij direct, hetzij via de operationele commandant ter plaatse zijn opdrachten. Binnen dat kader trad hij ter plaatse op door middel van contraguerrilla acties tegen de guerrilla's van Indonesische zijde en voerde hij zuiveringsacties op [[Zuid-Sulawesi|Zuid-Celebes]] (Sulawesi Selatan) uit in de periode december 1946 - maart 1947 en later op Java. Hij speelde een rol in een mislukte [[coup]], kort na de [[soevereiniteit]]soverdracht, gericht tegen het bewind van [[Soekarno]].
 
== Jeugd in Constantinopel ==
Westerling werd in 1919 in [[Istanboel|Constantinopel]] ([[Istanboel]]), destijds onderdeel van het [[Ottomaanse Rijk]], geboren als zoon van een Nederlandse handelaar in antiek en zijn Griekse echtgenote. Hij groeide op in de welvarende wijk [[Beyoğlu|Pera]] ([[Beyoğlu]]), waar de familie van zijn vaderszijde al drie generaties woonachtig was. In deze kosmopolitische omgeving had hij een aantal talen vloeiend leren spreken. Naast het Turks, sprak Westerling Frans en Grieks. Nederlands sprak hij daarentegen nauwelijks. Zijn Turkse achtergrond leverde hem in Nederlands-Indië niet alleen zijn bijnaam 'De Turk' op, maar zou ook, samen met het gerucht dat hij zou zijn overgegaan tot de [[islam]], bijdragen aan het ontzag dat zijn Indonesische tegenstanders voor hem hadden.<ref>Moor, J.A. de, op. cit., p. 159-161</ref>
 
== Opleiding tot commando ==
Regel 28:
 
== Inzet op Sumatra ==
Toen de oorlog in Europa ten einde was, trad Raymond Westerling in dienst van het [[KNIL]]. Na een tussenstop in [[Sri Lanka|Ceylon]] werd hij uitgezonden naar [[Medan (Indonesië)|Medan]] op [[Sumatra]] in Nederlands-Indië. Zijn opdracht was om het herstel van het Nederlandse gezag daar voor te bereiden en Nederlandse krijgsgevangen en burger-geïnterneerdengeïnterneerde burgers op te sporen. Formeel stond Westerling hier onder Brits bevel, maar hij ging vooral zijn eigen weg. Hierbij viel hij op door zijn gevoel voor het inlichtingenwerk, waarmee hij de basis legde voor enkele belangrijke successen van de Britse troepen. Ook verwierf hij een reputatie van doortastend en waar nodig hardhandig, die de meest betrokkenen legitimeerden door te verwijzen naar de brute methoden van de tegenpartij.<ref>Moor, J.A. de, op. cit., p. 126</ref>
 
== Contra-guerrilla op Zuid-Celebes ==
In juli [[1946]] kreeg Westerling als [[eerste luitenant]] het commando over het Depot Speciale Troepen ([[Korps Speciale Troepen|DST]]), een in de contra-[[guerrilla]] gespecialiseerde eenheid, die voornamelijk werd gevormd door [[Indo-Europeanen|Indo-Europese]] en inheemse militairen van het [[KNIL]] en [[Oorlogsvrijwilligers in Nederlands-Indië|Oorlogsvrijwilligers]] uit Nederland. Westerling kreeg de opdracht om naar het roerige [[Zuid-Celebes]] af te reizen. Het eiland was onder meer in de greep van een 'rood-witte-terreur' die de plaatselijke bevolking terroriseerde, het economische leven lam legde en de politieke weg naar de onafhankelijkheid van de deelstaat Oost-Indonesië blokkeerde waarbij de openbare orde verloren ging en [[Indo-Europeanen]] en Chinezen vermoord werden, terwijl criminele bendes voor totale anarchie zorgden.<ref name="Wordpress.com: Biografie Westerling">[http://westerling.wordpress.com/biografie/ Wordpress.com: Biografie Westerling]</ref>
 
Na intensief overleg tussen de politieke leiding in Batavia en de Nederlandse legerleiding werd besloten tot de inzet van een extra bataljon troepen en het Depot Speciale Troepen onder leiding van Raymond Westerling. Hij kreeg een duidelijke opdracht en instructies om een contraguerrilla actie tegen de 'rood-witte-terreur' te starten. Van een georganiseerde opstand tegen het Nederlandse gezag was destijds geen sprake volgens de commissie-Enthoven (1948). Onderdeel van het mandaat dat hij kreeg van de operationele bevelhebber op Zuid-Celebes, kolonel H.J. de Vries, was het uitvoeren van het standrecht.<ref name="BGeersing2019">Geersing, B. (2019) Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes-Affaire (december 1946 - maart 1947) - Mythe en werkelijkheid</ref> Hij was verantwoording schuldig aan de operationele bevelhebber ter plaatse en CDO, generaal-majoor E. Engles. Westerling paste op Zuid-Celebes zijn eigen methode van contraguerrilla toe, de ''methode-Westerling'', waarin ook plaats was ingeruimd voor [[standrechtelijke executie]]s. Daarnaast betrok hij de bevolking actief bij het herstellen van rust, orde, rechtsorde en het normale economische leven door het instellen van eigen kampongpolitie. Om het vertrouwen van de bevolking te kunnen winnen en levens van de burgerbevolking te sparen, was het in zijn ogen noodzakelijk daar demonstratief, dat wil zeggen in het openbaar, een hard maar rechtvaardig optreden jegens de terroristen voor te leggen. De acties verliepen volgens een vast patroon en respecteerden de [[adat]], plaatselijke gewoontes en gebruiken en de geldende militaire en juridische normen.
 
Verdachte [[kampong (nederzettingstype)|kampong]]s werden ‘s nachts omsingeld. Bij het aanbreken van de dag werden de bewoners gedwongen om hun huizen te verlaten en zich op een open terrein in de nabijheid van de kampong te verzamelen. Personen, die gewapend verzet boden, werden onmiddellijk gedood. Na aankomst op de verzamelplaats scheidden de soldaten van het DST de mannen van de vrouwen en kinderen. Daarna werd de bevolking uitgelegd wat het doel van de militaire actie was. Op grond van vooraf verzamelde inlichtingen werden vervolgens de van terrorisme verdachte personen uit de menigte gehaald, met inachtneming van de regels van de adat veroordeeld en [[Standrechtelijke executie|standrechtelijk geëxecuteerd]]. Na de executies moest de bevolking een eed afleggen op de Koran en zweren dat ze het terrorisme uit haar midden zou bannen. Ten slotte organiseerde Westerling een nieuw politieapparaat en kampongbestuur dat verantwoordelijk werd gesteld voor de ordehandhaving. De commissie Van Rij/Stam karakteriseerde het optreden van Westerling'sWesterlings methode als een 'plechtige' op het volk een diepe indruk makende methode. (Conclusie VI.)
 
De zuiveringsacties, die de geschiedenis in zou gaan als de [[Politionele acties#Zuid-Celebes-affaire|‘Zuid-Celebes-affaire’]], duurden van 11 december 1946 tot 3 maart 1947. Westerling slaagde er met deze contraguerrilla aanpak in de 'rood-witte-terreur' op Zuid-Celebes uit te schakelen en de rust, orde, rechtsorde en het economische leven te herstellen.
Regel 44:
 
== Vertrek ==
De Nederlandse legerleiding achtte Raymond Westerling door de aanhoudende negatieve publiciteit over zijn optreden op Zuid-Celebes en de kritiek op het gewelddadige optreden van het [[Korps Speciale Troepen]] (KST) niet geschikt voor zijn taak als commandant van een nieuw te vormen militaire eenheid. Het KST bestond toen uit ongeveer 1.200 man. Generaal [[Simon Spoor]] speelde met de gedachte om bij de Tweede Politionele actie een luchtlanding op Djokja uit te voeren. Luitenant kolonel Van Beek had de opdracht gekregen een speciale stafstudie uit te voeren teneinde de Eerste Para-compagnie te laten fuseren met het Korps Speciale Troepen en tegelijkertijd een selectie op kwaliteit door te voeren bij het kader en de manschappen van dat Korps. Generaal Spoor had voor Westerling enkele speciale opdrachten in gedachten. Op grond van deze nieuwe aanpak en vanwege de negatieve publiciteit rond Westerling en het 'oude' KST, werd door de legerleiding besloten een nieuwe commandant aan te stellen voor de nieuw gevormde militaire eenheid. Op 16 november 1948 droeg Westerling het commando van zijn eenheid over aan luitenant-kolonel W.C.A. Van Beek die de opdracht kreeg de Speciale Troepen om te vormen tot een eenheid geschikt voor de luchtlandingsacties op Djokja.<ref>[https://web.archive.org/web/20160623163448/http://www.kvbk-cultureelerfgoed.nl/MS_PDF/1999/1999-0644-01-0173.PDF dr. J.A. de Moor ''Kapitein Westerling en de Speciale Troepen in Indië''] Militaire Spectator, december 1999, bezocht 26-4-2019</ref>
 
Hoewel Westerling verschillende malen werd voorgedragen voor een onderscheiding, werd hem die niet verleend. In augustus 1948 vroeg zijn toenmalige adjudant [[Johan Heinrich Christoffel Ulrici|Henk Ulrici]] in een open brief aan [[Bernhard van Lippe-Biesterfeld|prins Bernhard]] aandacht voor het feit dat Westerling nog altijd geen onderscheiding had ontvangen, terwijl hij een "zeldzaam moedig, flink en knap commandant was". Bernhard informeerde nog dezelfde maand bij de legercommandant [[Simon Spoor]] of Westerling al dan niet een onderscheiding zou worden verleend. Generaal Spoor liet de prins weten dat hij zich zou inspannen voor een onderscheiding. Hier voelde men echter in Den Haag niets voor. Toen het vertrek van Westerling bij de Speciale Troepen al vast stond ondernam kolonel Reemer nog een laatste poging. Hij stelde voor om Westerling een Militaire Willemsorde te geven voor zijn werk op Sumatra, Celebes en Java. Ook Reemers verzoek werd afgewezen. Uiteindelijk kreeg Westerling op 14 januari 1949 bij zijn demobilisatie slechts een bijzondere tevredenheidsbetuiging.
Regel 51:
Raymond Westerling vestigde zich na zijn vertrek uit het leger in West-Java, trouwde en zette een transportbedrijf op in de omgeving van de [[Puncak|Puntjakpas]]. Zijn rol was echter allerminst uitgespeeld. In het geheim richtte hij een legermacht op onder de naam [[Legioen van Ratu Adil|APRA]] (Angketan Perang Ratu Adil: "Legioen van de Rechtvaardige Vorst"). Volgens historicus J.A. de Moor had de APRA nauwelijks enige omvang en hoopte Westerling op hulp van soldaten van het KNIL. en in het bijzonder van het RST (de opvolger van het DST/[[KST]], waarvan hij bevelhebber was geweest). Deze soldaten van het RST zouden Westerling toen nog steeds op handen hebben gedragen.<ref>Moor, J.A. de, Westerlings Oorlog, p. 410</ref> Er zijn voldoende aanwijzingen dat ook hoge Indonesische functionarissen bij deze coup waren betrokken. Zo staat vast dat Sultan Hamid 2, sultan van Pontianak, minister in het toenmalige kabinet van Soekarno, betrokken was bij die coup. Hij was voorstander van een andere staatsvorm dan de eenheidsstaat die Soekarno nastreefde. Hij is later wegens zijn betrokkenheid bij de staatsgreep veroordeeld. Sultan Hamid 2 was voormalig kolonel van het KNIL, voormalig adjudant van HM de koningin en vriend van Prins Bernard. Ook zijn er aanwijzingen dat er hoge Indonesische politieofficieren betrokken waren bij deze coup.(onderzoek uitgevoerd door mr. T. Kempenaars en kol. b.d. Guido van Oppen) Datzelfde is bekend van hoge Nederlandse officieren. Dat deze zogenoemde 'Bandoeng-coup' het werk zou zijn van alleen een jonge kapitein als Westerling met een handjevol getrouwen is een mythe. Dat Westerling is gebruikt als vooruitgeschoven post is blijkt uit de organisatie en verdere gang van zaken rond en m.b.t. deze coup.<ref>Venner, D. (1982) Westerling 'De eenling' p.p.343 e.v.</ref> Kort na de soevereiniteitsoverdracht stuurde hij in die hoedanigheid een ultimatum aan de Indonesische regering. Hij eiste waarborgen voor de handhaving van de autonomie van de deelstaat van Pasundan en erkenning van zijn strijdmacht. Toen toezeggingen uitbleven, besloot Westerling tot actie over te gaan.
 
In de nacht van 22 op 23 januari 1950 viel de APRA [[Bandung|Bandoeng]] aan. Ook enkele honderden gedeserteerde KNIL-militairen namen aan de aanval deel. Het doel van de staatsgreep was om het Indonesische leger uit te schakelen, de regering van president [[Soekarno]] omver te werpen en te vervangen door een nieuwe regering, die het bestaan van de deelstaten zou respecteren. Westerlings volgelingen wisten [[Bandoeng]] in te nemen, waarbij aan de zijde van het Indonesische leger ongeveer 100 doden vielen, maar daar bleef het bij. Door een slechte planning en 'verraad' ging de staatsgreep als een nachtkaars uit. Raymond Westerling wist, geholpen door hoge Nederlandse officieren, met een watervliegtuig naar [[Singapore]] te ontsnappen. Er zijn zelfs aanwijzingen dat toenmalig minister-president Drees deze ontsnapping steunde.<ref>Hans Goedkoop (2012) De laatste man, Een herinnering</ref> Die wilde voorkomen dat Westerling gevangen zou worden genomen door de Indonesische autoriteiten en in een eventueel proces open kaart zou gaan spelen.
 
Van de APRA-militairen, waaronder circa 125 militairen van het [[KST|Regiment Speciale Troepen]], vielen de meesten in handen van de nog op Java achtergebleven Nederlandse troepen. Een Nederlandse krijgsraad veroordeelde de APRA-militairen tot gevangenisstraffen variërend van zes tot twaalf maanden. Luitenant Titaley, die als contactpersoon met Westerling was opgetreden, kreeg een straf van een jaar en acht maanden. Allen werden overgebracht naar Nederlands Nieuw-Guinea om daar hun straf uit te zitten. Na afloop van hun gevangenschap (1951-'52) gingen veel voormalige APRA-militairen vanuit Nieuw-Guinea direct naar Nederland.<ref>[http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00336/achtergrond/andere-groepen/voormalige-apra-militairen ''Nationaal Archief'']</ref>
Regel 57:
== Leven in Nederland ==
[[Bestand:Raymond Westerling (1952).jpg|thumb|Raymond Westerling (1952)]]
Na langdurige omzwervingen, waarbij voortdurend uitlevering aan Indonesië dreigde, kwam Westerling uiteindelijk in Nederland aan en publiceerde hij zijn memoires. In 1953 richtte hij vanuit zijn woonplaats [[Marssum]] de Stichting S.O.S. (Steunt Ontredderde Staten) op, die opriep tot buitenparlementaire acties om naleving van de R.T.C.-accoordenakkoorden te forceren.<ref>''Provinciale Drentsche en Asser courant'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001567124:mpeg21:a00009 30 mei 1953].</ref> In 1955 was hij medeoprichter van de [[Nederlandse Oppositie Unie|Nederlandse Conservatieve Partij]] op, een voortzetting van de verboden nazipartij [[Nationaal Europese Sociale Beweging]]. De nieuwe groepering – een vergaarbak van extreemrechtse politici, avonturiers en handige zakenlui – kwam in het nieuws door plannen voor gewapende acties tegen Indonesië.<ref>''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010952311:mpeg21:a0010 Het Vrije Volk]'', 8 juni 1955.</ref>
 
Met financiële steun van ex-NSB-er mr. [[Jan Wolthuis]] en de Groningse zakenman en voormalig [[Sicherheitspolizei und SD|SD-er]] Pieter J. Gaillard werd in het gepantserde jacht 'Evipan' aangekocht, dat naar Ambon moest varen. Het schip bleek niet zeewaardig, waarna men in Wilhelmshaven de snelboot 'Seeadler' aanschafte, die echter door de Nederlandse overheid aan de ketting werd gelegd. Men probeerde het nog met de 'Evipan', maar die werd op de Eems in beslag genomen; Westerling moest zijn paspoort inleveren.<ref>''Leeuwarder Courant'', [https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?code=LC&date=19880111&v2=true&id=LC-19880111-5002 11 januari 1988].</ref> De regering weigerde iedere steun aan de beweging, waarna op een protestbijeenkomst in november 1955 openlijk gedreigd werd met een staatsgreep als men niet mee wilde werken. "Wij hebben voldoende gevulde wapendepots", stelde een woordvoerder van de voormalige ondergrondse. Westerling werd daarbij geschetst als de ideale leider voor de beoogde gewapende strijd op de Molukken.<ref>''De Telegraaf'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110586053:mpeg21:a0100 28 november 1955]. Het Binnenhof, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:002053023:mpeg21:a00016 28 november 1955].</ref> Westerling, naar verluidt alsnog op weg naar Ambon, distantieerde zich vervolgens van de nieuwe partij, waarna zijn companenkompanen hem op verdenking van verduistering voor een 'ereraad' daagden.<ref>''Algemeen Handelsblad'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000042559:mpeg21:a0031 3 maart 1956].</ref> Hij ontkende echter alle beschuldigingen en het publieke tribunaal werd om onduidelijke redenen afgelast.
 
December 1956 werd Westerlings vertrouweling Ton Schilling (1919-1984), een freelance journalist en oprichter van het [[Veteranen Legioen Nederland]], door de rijksrecherche gearresteerd en daarna veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens oplichting en verduistering van aanzienlijke bedragen die waren ingezameld voor de sabotageacties in Indonesië. Westerling werd van betrokkenheid vrijgesproken. Schilling behoorde in 1969 nog steeds tot de kring rond Westerling.<ref name=":0">''De Tijd'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110611909:mpeg21:a0057 8 juli 1969],</ref> Het Indonesische Ministerie van Buitenlandse Zaken gaf intussen begin 1957 een 'Witboek' uit, waarin men stelde dat er al sinds het begin van de jaren vijftig onderzoek werd gedaan naar extreemrechtse netwerken die de gewapende opstanden op de Molukken ondersteunden. Ook Nederlandse regeringskringen zouden daarbij volgens de Indonesiërs betrokken zijn geweest.<ref>''Indische Courant voor Nederland'', [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000292127:mpeg21:a00042 16 februari 1957].</ref>
Regel 86:
Eind juli 2014 bepaalde de Raad van State in een rechtszaak die een historicus had aangespannen dat het ongeloofwaardig is dat de inlichtingendienst AIVD maar over één document beschikt over de mislukte staatsgreep tegen de Indonesische president in 1950. Toen de historicus de minister van Binnenlandse Zaken vroeg om documenten, kreeg hij te horen dat bij de AIVD één document was gevonden dat hij kon inzien. Het document beslaat elf pagina's. De Raad van State zegt nu dat in het archief meer stukken te vinden moeten zijn. Mogelijk zijn ze opgeborgen onder een andere titel dan 'de staatsgreep tegen Soekarno in 1950'.
 
In augustus 2016 begon de Australische historicus Robert Cribb opin [[Zuid-Sulawesi]] met onderzoek naar claims van weduwen en kinderen van mannen die aldaar door Nederlandse militairen zouden zijn geëxecuteerd.<ref>[http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/4357509/2016/08/14/Onderzoek-in-Indonesie-naar-claims-executies.dhtml ''Onderzoek in Indonesië naar claims executies'']</ref>
 
=== Botsende meningen ===
Regel 96:
Geersing concludeert vervolgens dat Westerling op Zuid-Celebes een bijzondere en succesvolle militaire prestatie heeft geleverd. Hij vindt Westerling een kundig en succesvol militair commandant en zeker geen 'oorlogsmisdadiger' of moordenaar, zoals tientallen jaren ten onrechte is beweerd.
 
Dat er in eerdere studies een negatief beeld van Westerling is geschetst, wijdt Geersing aan onzorgvuldig onderzoek, geen wetenschappelijk onderzoeksmodelonderzoekmodel als basis voor dat onderzoek en een ideologische vooringenomenheid van de betrokken historici. Die lieten zich volgens hem leiden door een zwart-wit denken en antikolonialisme als politieke opvatting. Hij vindt dat eerdere historici niet de feiten tot uitgangspunt genomen en hebben bronnen die eigen opvattingen tegenspreken niet gebruikt of door eigen morele opvattingen terzijde geschoven en dat zij de partijen aan Indonesische kant een moreel superieure rol toegekennentoekennen. Volgens Geersing verkoopt een historicus die betrokken partijen een moreel superieure rol wil toedichten "hem onhistorische kletskoek".
 
Verschillende recentiesrecensies merken op dat de auteur veel in herhaling valt en dat het boek tekstuele slordigheden bevat. Afgezien van dat wordt het boek vanuit de militaire hoek positief ontvangen en wordt de auteur geprezen voor zijn grondige naspeuring en het gebruik van een groot aantal bronnen.<ref name="militairespectator">[https://www.militairespectator.nl/thema/boekrecensie/boekrecensie/kapitein-raymond-westerling-en-de-zuid-celebes-affaire-1946-1947 Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes-Affaire (1946-1947)] op militairespectator.nl, ''Kolonel-vlieger Drs. A.C. Tjepkema'', 18 februari 2020, geraadpleegd op 17 mei 2020</ref><ref>[https://pure.uva.nl/ws/files/44876995/Armex_2020_01_10febr2020.pdf Armex, 104de jaargang februari 2020], ''Kolonel b.d. drs. A.E. de Rooij'', geraadpleegd op 17 mei 2020</ref><ref>[https://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/historie-nl-leger/219-besprekingen-van-boeken/boeken-over-de-politionele-acties/1727-geersing-bauke-kapitein-raymond-westerling-en-de-zuid-celebes-affaire-mythe-en-werkelijkheid Geersing, Bauke. Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes affaire. Mythe en werkelijkheid] op nederlandsekrijgsmacht.nl, anonieme recentie, geraadpleegd op 17 mei 2020</ref>
 
Vanuit de historische hoek is er kritiek dat de auteur zegt een niet-ideologische methode te gebruiken, maar dat de auteur zelf een positie inneemt door gekleurde woorden te gebruiken en deze zonder kritische kanttekening als feiten te gebruiken. Ook wordt het boek bekritiseerd, omdat de onderzoeksmethode die de auteur gebruikt meerzijdig en zonder vooringenomen aanpak zou zijn, maar dat het hele boek vanuit Nederlands perspectief is geschreven en er geen enkele Indonesische bron is gebruikt.<ref>[https://historiek.net/een-nieuwe-visie-op-kapitein-raymond-westerling/131774/ Een nieuwe visie op kapitein Raymond Westerling?], Historiek, ''Koos-Jan de Jager MA'', 17 januari 2020, geraadpleegd 17 mei 2020.</ref><ref>[https://www.elsevierweekblad.nl/nederland/achtergrond/2020/02/geersings-kritiek-op-anti-koloniale-historici-is-onzinnig-736395/ ‘Geersings kritiek op “anti-koloniale historici” is onzinnig’] op elsevierweekblad.nl, ''Rémy Limpach'', 6 februari 2020, geraadpleegd op 17 mei 2020</ref>