Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
→‎Leven en werk: Aanvullende informatie
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 6:
 
[[Bestand:Postzegel_NL_1928_L_nr4-5.jpg|thumb|Thomassen à Thuessink (rechts) en George Koppen]]
Hij werd vlieger bij de [[Luchtvaartafdeeling]] [[Vliegbasis Soesterberg|Soesterberg]] en kwam in 1922 in dienst bij de KLM. Hij vloog in 1924, samen met eerste luitenant-vlieger [[Hendrik van Weerden Poelman]] en boordwerktuigkundige [[Pieter van den Broeke]], met de eenmotorige [[Fokker F.VII]] H-NACC van [[Schiphol]] naar [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]]. Door deze [[Eerste vlucht KLM naar Nederlands-Indië]], die door allerlei pech duurde van 1 oktober tot 24 november 1924, werd hij een landelijke beroemdheid. Hij werd [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]] en kreeg de Eremedaille in zilver voor Voortvarendheid en Vernuft van de [[Huisorde van Oranje]]. Er iszijn in onder meer [[Amstelveen]], [[Amsterdam]], [[Beverwijk]], [[Groningen (stad)|Groningen]], en [['s-Hertogenbosch]] en [[Beverwijk]] een Van der Hoopstraatstraten naar de piloot vernoemd en zijn beeltenis verscheen in 1928 op een [[luchtpostzegel]] van 75 cent.
 
Hij publiceerde in 1925 een boek over zijn vlucht.<ref>''Door De Lucht Naar Indie''. "Met 112 foto's, meerendeels door den schrijver genomen, en 38 kaarten en andere illustraties". Uitg. Scheltens & Giltay, Amsterdam, 1925. 344 p.</ref> In datzelfde jaar verliet hij de KLM om geografie te gaan studeren aan de [[Vrije Universiteit Amsterdam|Amsterdamse VU]] en later in [[Universiteit Utrecht|Utrecht]], met de bijvakken etnografie en [[prehistorie]]. In 1930 studeerde hij [[cum laude]] af. Vervolgens deed hij onderzoek in [[Nederlands-Indië]] en in 1932 [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] hij in Utrecht op de [[proefschrift|dissertatie]] ''Megalithische oudheden in Zuid-Sumatra''.<ref>''Megalithic remains in South-Sumatra''. Diss. Utrecht. Uitg. Thieme, Zutphen, 1932. Zijn promotor was prof. dr. J.H.F. Kohlbrugge.</ref>