De '''borstwervels'''<ref name="Reys1978">Reys, J.H.O. & Reys, A.M. (1978). ''Beginselen der anatomie van het bewegingsapparaat.'' (8ste druk). Zutphen: B.V. W.J. Thieme & Cie.</ref> of '''ossa vertebrae thoracalesthoracicae'''<ref name="FCAT">Federative Committee on Anatomical Terminology (1998). ''Terminologia Anatomica''. Stuttgart: Thieme</ref> vormen het gedeelte van de [[wervelkolom]] dat zich in de [[Ribbenkast|borstkas]] bevindt. De twaalf borstwervels (T<small>1</small> - T<sub>12</sub>) zijn van achter hoger dan aan de voorzijde vanwege de kromming van de rug ([[kyfose]]) en hebben een ronde [[Ruggenmergkanaal|wervelholte]]. De borstwervels verbinden de [[rib (anatomie)|ribben]] met de wervelkolom.
De borstwervels hebben andere kenmerken dan de andere wervels. Zo hebben de borst wervels extra gewrichtsvlakken ( fovea costalis superior, inferior en transversalis) De fovea costalis vertebralis zijn de gewrichtsvlakken voor de ribben. Het wervelgat (canalis vertebralis) is klein en rond. Het wervellichaam (corpus vertebralis) is groter en dikker dan die van de halswervels (ossa vertebrae cervicales). De doornuitsteeksels (processus spinosus) zijn caudaal gericht, ze zijn scherp in tegenstelling tot de lendewervels.