Wilton-Fijenoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
== In het RSV-concern ==
[[Bestand:WiltonFijenoord1984.jpg|thumb|Bijeenkomst personeel (1984) met midden [[Kommer Damen]] en rechts directeur Sluis van Wilton-Fijenoord]]
Op 3 juli 1968 sloot het bedrijf zich aan bij het mede onder druk van de overheid opgerichte [[Rijn-Schelde|Rijn-Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV]] (RSMS), dat op 1 januari 1971 opging in [[Rijn-Schelde-Verolme|Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV]] (RSV). Als onderdeel van het RSV-concern hield het bedrijf zich vooral bezig met reparatie-opdrachten en verbouwingen. De nieuwbouwafdeling bouwde enkele containerschepen en conventionaleconventionele vrachtschepen, drie korvetten voor de Indonesische marine, twee fregatten voor de [[Koninklijke Marine]] en kreeg in 1980 de order voor de bouw van twee [[onderzeeboot|onderzeeboten]] voor [[Taiwan]].
 
RSV kwam in 1982 in grote moeilijkheden en in februari 1983 werd [[surseance van betaling]] verleend. Er volgden langdurige onderhandelingen om Wilton-Fijenoord te verzelfstandigen, waarbij diverse problemen een rol speelden: de verdeling van marineorders over de voormalige RSV-werven, mogelijke overname door Damen Shipyards, de daarvoor noodzakelijke massaontslagen en een daarop volgende vijf weken durende bezetting van de werf door het personeel in maart-april 1984. Uiteindelijk kwam er een reddingsplan waarbij de gemeente Schiedam het terrein kocht en in [[erfpacht]] teruggaf aan de werf, het rijk een lening verstrekte en crediteuren afzagen van bepaalde vorderingen. Na zestien maanden kwam het bedrijf op 18 juni 1984 uit de surseance van betaling en was daarmee na zeventien jaar ook losgekomen uit het RSV-concern. De ''Dok en Werf Maatschappij Wilton-Fijenoord BV'' werd formeel een dochtermaatschappij van de nieuw opgerichte ''Wilton-Fijenoord Holding BV'' (WFH).