Cornelis van der Mijle: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ afbeelding
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Hij kreeg verschillende buitenlandse missies, waarvan het bezoek aan Venetië de belangrijkste was.
 
Op 9 april 1609 was het [[Twaalfjarig Bestand]] met Spanje gesloten, een onderbreking van de [[Tachtigjarige Oorlog]]. Het bestand was een belangrijke stap in de vorming van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Republiek der Zeven Provinciën]]. Omdat [[Spanje]] aan tafel was gaan zitten met de opstandelingen, was dat [[de facto]] erkenning van de Republiek door Spanje. Nederland had vergelijkbare belangen en vijanden als Venetië. [[Maurits van Oranje|Maurits]] stelde voor Cornelis van der Mijle daarom naar Venetië te sturen om de politieke situatie in Nederland uit te leggen. Nadat hij zijn instructies en aanbevelingsbrieven had ontvangen verliet Cornelis op 23 september 1609 Den Haag. Na eerst koning [[Hendrik IV van Frankrijk]] te hebben ingelicht werd Van der Mijle op 16 oktober bij het afscheid tot ridder geslagen. Vervolgens reisde hij naar Venetië. Van der Mijle ontmoette er veel weerstand. De Republiek was voor sommigen nog altijd een opstandig ketters gewest van Spanje. De vertegenwoordigers van Spanje en de paus deden er alles aan om de officiële ontvangst in Venetië te saboteren. De doge van Venetië ontving Van de Mijle echter met de grootste waardigheid en de missie van de eerste gezant was geslaagd. Op 10 december vertrok Van der Mijle met een belofte van een Venetiaans tegenbezoek weer via Parijs naar de Republiek. Over het bereikte resultaat was men tevreden; mende gezant Van der Mijle was ontvangen als vertegenwoordigersvertegenwoordiger van een belangrijke staat en dat was van groot belang voor de republiek.
Later heeft Van der Mijle nog verschillendeandere gezantschappen vervuld.
 
Toen het conflict tussen zijn schoonvader en prins Maurits op scherp kwam te staan raakte Van der Mijle steeds meer betrokken in die [[polemiek]]. Toen zijn schoonvader werd gearresteerd en omgebrachtgeëxecuteerd vluchtte hij weg uit Den Haag. In 1620 werd hij naar [[Goeree]] verbannen, maar omdat hij er steeds ziek was mocht hij naar [[Oud-Beijerland]] verhuizen, en later naar [[Beverwijk]]. Na de verijdelde aanslag op Maurits werd hij nog even verdacht van medeplichtigheid. Langzamerhand kreeg hij wat meer vrijheid. Na de dood van Maurits werd hetde huisarrestverbanning door Frederik Hendrik opgeheven. Hij nodigde Van der Mijle zelfs uit op de begrafenis van Maurits. In 1627 liet Van der Mijle zijn voorzichtige houding achter zich toen hij een brief van Uyttenbogaert over de toestand van de opgesloten remonstrantse predikanten in [[slot Loevestein]] doorspeelde aan Frederik Hendrik. In 1635 kwam hij zelfs weer in aanmerking om als gezant te worden uitgezonden. Hij had er echter geen zin meer in. Wel liet hij zich in 1640 opnieuw benoemen als curator van de Universiteit Leiden.
 
Van der Mijle stierf op 21 november 1642 te Den Haag en werd er op 25 november van dat jaar in de [[Hofkapel (Den Haag)|Hofkapel]] begraven.