Johan Hendrik van Mastenbroek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 34:
Johan Hendrik verhuisde van Rotterdam naar Scheveningen, waar hij in het voorname [[Belgisch Park]] zijn villa ‘Quambi’ had laten bouwen. In deze tijd behoorde hij tot de best betaalde schilders die aangesloten waren bij de [[Haagse Kunstkring]]. Op tentoonstellingen waren zijn schilderijen geprijsd tot f. 4000, zijn tekeningen en aquarellen lagen tussen de f. 650 en f. 1500.
 
Vanwege zijn succes was Van Mastenbroek een graag geziene exposant. Hij was lid van [[Arti &et Amicitiae]] in Amsterdam en de Hollandsche Teeken-Maatschappij in de Hofstad. Voor de Haagse Kunstkring vervulde hij ook bestuurstaken.
 
Vanaf de tweede helft van de jaren twintig raakte hij in een artistieke impasse. Zijn kunst was bij verzamelaars nog wel gewild, maar naar het oordeel van de kunstkritiek was zijn werk ouderwets geworden. Toen hij in 1931 van de Nederlandse overheid de opdracht kreeg de Zuiderzeewerken te documenteren, had hij zijn richting hervonden. Hij maakte krijttekeningen en aquarellen. Sommige voorstellingen voerde hij tevens uit in olieverf. Hij legde ook de inpoldering van de Noordoostpolder vast.<ref>Kunst & Antiek Journaal, april 2005</ref> Voor wat betreft de Zuiderzeewerken was de Blinde Geul, naast het Gaatje, de Vlieter en de Middelgronden een van de vier sluitgaten die bij de aanleg van de [[Afsluitdijk]] gedicht moesten worden.