Beleg van Bagdad (1258): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 84:
== Plundering van de stad ==
[[Bestand:Maqamat hariri.jpg|rechts|thumb|Het [[Huis der Wijsheid]] was een van de belangrijkste wetenschappelijke instituten van Bagdad en werd tijdens de plunderingen ook vernietigd. Illustratie uit de Maqamat van al-Hariri, 1237.]]
Na de overgave van de kalief stuurde Hulagu op 13 februari zijn troepen de stad in voor de plundering. De commandanten van zijn leger kregen een aantal dagen de tijd om de stad te plunderen, deze varieerde van een tot drie dagen. Deze beschrijving komt overeen met de stelling dat de plundering een week duurde in plaats van bronnen die melding maken van dertig of veertig dagen.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 21.</ref> Hierbij kwamen de plunderaars vele burgers tegen die zich in hun huis hadden verstopt om zo te ontkomen aan de evacuatie van Bagdad. Vanwege het niet opvolgen van deze orders vermoordden de plunderaars een groot aandeel van de nog aanwezige bevolking in de stad. Hulagu had een bevel gegeven dat de christelijke eigendommen en kerken in de stad niet geplunderd mochten worden en hierdoor bleven deze ook gevrijwaard van plundering. Ook de christelijke bevolking in de stad begon mee te plunderen en Hulagu stond hen toe om de graftombes van de kaliefs in de stad te vernietigen.<ref name="Weatherford183"/> Met name de Georgische troepen waren behoorlijk gewelddadig tijdens de plunderingen.<ref>{{Aut|[[Steven Runciman|S. Runciman]]}}, ''A History of the Crusades III: The Kingdom of Acre'' (London 2016), 252.</ref>
 
Een zestiende eeuwse historicus uit Mekka schreef dat tijdens de plundering van de stad de soldaten van Hulagu de boeken uit de bibliotheken haalden en deze in de [[Eufraat]] gooiden. Ook beschreef hij dat "het zoveel boeken waren dat ze een brug vormden (...) en dat de kleur van de rivier in zwart veranderde". Deze claim is volgens historicus Michal Biran een literair metafoor voor de destructieve aard van de Mongolen.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", ''Journal of the Economic and Social History of the Orient'', vol. 62 (2019), 464-502, 470-471.</ref><ref group=n>Biran wijst hierbij naar de foutieve aanwijzing van de Eufraat waar de boeken in werden gegooid, dit moest de Tigris zijn. Ook plaatst de bron het beleg kort na de verovering van Chorasmië in 1221.</ref> De vernietiging van de bibliotheken wordt vaak gezien als symbool van het desastreuze effect van de Mongoolse veroveringen die hiermee de achteruitgang van de islamitische wereld en de opkomst van het westen heeft ingeluid.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 465.</ref>
Regel 95:
=== Bagdad ===
[[Bestand:HulaguInBagdad.JPG|rechts|thumb|Een van de verhalen die verteld wordt over de dood van Al-Musta'sim is dat hij werd opgesloten in een toren en niks anders te eten kreeg dan zijn rijkdom. Dit verhaal werd ook in Europese bronnen overgenomen.<ref>{{Aut|N. Neggaz}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, ''Journal of the Royal Asiatic Society'' 30 (2020) 585–612, 591–592.</ref>]]
De Aziatische christenen verwelkomden het nieuws over de vernietiging van Bagdad en zij schreven triomferend over de val van het Tweede Babylon. Tevens prezen zij Hulagu en [[Doquz Khatun]] als de nieuwe [[Constantijn de Grote|Constantijn]] en [[Helena van Constantinopel|Helena]] omdat zij Gods instrumenten waren voor de wraak op de vijanden van de christenen.<ref name="Runciman254">{{Aut|S. Runciman}}, ''A History of the Crusades III'', blz. 254.</ref>
Na de plundering van Bagdad schonk Hulagu het paleis van de kalief aan de katholikos [[Makkikha I]] en gaf hij het bevel voor het bouwen van een kathedraal.<ref>{{Aut|R. Foltz}}, ''Religions of the Silk Road: Premodern Patterns of Globalization'' (New York 2010), 116.</ref> Het beleg leidde tot een hongersnood in de stad en in een poging om aan eten te komen verkochten veel inwoners hun boeken en kostbaarheden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 471.</ref> Al-Musta'sim was door de Mongolen gevangen genomen en moest toezien op de plundering van zijn stad. Na de plundering moest de kalief ter dood gebracht worden en consulteerde Hulagu de astroloog [[Nasir al-Din al-Toesi|Al-Toesi]] over wat er zou gebeuren als de kalief gedood zou worden. Deze verzekerde de Mongoolse leider ervan dat er geen ramp zou plaatsvinden. De meeste Arabische en Perzische bronnen maken melding van het feit dat de kalief doodgetrapt zou zijn terwijl hij opgerold in een tapijt lag of vastzat in een zak. Deze dood wordt door moderne historici gezien als de meest waarschijnlijke manier van overlijden van Al-Musta'sim.<ref>{{Aut|N. Neggaz}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, 604.</ref> De dood van de kalief maakte een einde aan het [[Kalifaat van de Abbasiden]] na ongeveer vijfhonderd jaar.<ref name="Davis68"/> Ook de familie van de kalief werd om het leven gebracht, alleen zijn dochter overleefde het. Zij werd naar Möngke Khan gestuiurd om deel uit te gaan maken van de [[harem]] van de khan.<ref name=":2" /> De vizier van de overleden kalief, Ibn Al-Aqami, bleef na het beleg als vizier dienen in Bagdad, maar hij overleed al na een paar maanden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 23.</ref>
Na de plundering van Bagdad schonk Hulagu het paleis van de kalief aan de katholikos [[Makkikha I]] en gaf hij het bevel voor het bouwen van een kathedraal.<ref>{{Aut|R. Foltz}}, ''Religions of the Silk Road: Premodern Patterns of Globalization'' (New York 2010), 116.</ref> Het beleg leidde tot een hongersnood in de stad en in een poging om aan eten te komen verkochten veel inwoners hun boeken en kostbaarheden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 471.</ref>
 
Na de plundering van Bagdad schonk Hulagu het paleis van de kalief aan de katholikos [[Makkikha I]] en gaf hij het bevel voor het bouwen van een kathedraal.<ref>{{Aut|R. Foltz}}, ''Religions of the Silk Road: Premodern Patterns of Globalization'' (New York 2010), 116.</ref> Het beleg leidde tot een hongersnood in de stad en in een poging om aan eten te komen verkochten veel inwoners hun boeken en kostbaarheden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 471.</ref> Al-Musta'sim was door de Mongolen gevangen genomen en moest toezien op de plundering van zijn stad. Na de plundering moest de kalief ter dood gebracht worden en consulteerde Hulagu de astroloog [[Nasir al-Din al-Toesi|Al-Toesi]] over wat er zou gebeuren als de kalief gedood zou worden. Deze verzekerde de Mongoolse leider ervan dat er geen ramp zou plaatsvinden. De meeste Arabische en Perzische bronnen maken melding van het feit dat de kalief doodgetrapt zou zijn terwijl hij opgerold in een tapijt lag of vastzat in een zak. Deze dood wordt door moderne historici gezien als de meest waarschijnlijke manier van overlijden van Al-Musta'sim.<ref>{{Aut|N. Neggaz}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, 604.</ref> De dood van de kalief maakte een einde aan het [[Kalifaat van de Abbasiden]] na ongeveer vijfhonderd jaar.<ref name="Davis68"/> Ook de familie van de kalief werd om het leven gebracht, alleen zijn dochter overleefde het. Zij werd naar Möngke Khan gestuiurdgestuurd om deel uit te gaan maken van de [[harem]] van de khan.<ref name=":2" /> De vizier van de overleden kalief, Ibn Al-Aqami, bleef na het beleg als vizier dienen in Bagdad, maar hij overleed al na een paar maanden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 23.</ref>
Hulagu liet in Bagdad drieduizend Mongolen achter om de stad weer op te bouwen, maar veel wisten ze niet te bereiken want na een aantal decennia lag nog veel in de stad in puin. Ook de irrigatiesystemen van de stad waren vernietigd.<ref group=n>In hoeverre de Mongolen verantwoordelijk waren voor het vernietigen van de irrigatiesystemen is nog onduidelijk. Zo zouden de kaliefs voorafgaand aan het beleg de systemen niet goed onderhouden hebben.</ref> Het zou pas tot de twintigste eeuw duren voor deze gerepareerd werden en Bagdad weer een belangrijk centrum zou worden in het Midden-Oosten.<ref name=":2" /><ref>{{Aut|H. Fattah}} & {{Aut|F. Caso}}, ''A Brief History of Iraq'', 103.</ref> De [[Mustansiriya Madrasah]] in Bagdad zou in 1260, anderhalf jaar na het beleg en de plundering, wel zijn deuren openen met personeel dat ook voor het beleg aldaar lesgaf. Onder andere [[Yaqut al-Musta'simi]] bleef werkzaam in de bibliotheek van de Madrasah.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 472.</ref> Binnen het [[Ilkhanaat]] van Hulagu verschoof het wetenschappelijke zwaartepunt van Bagdad naar [[Maragha]] en deze wordt gepersonifieerd door de astronoom Al-Toesi. Hij zou ook de nodige boeken uit Bagdad hebben meegenomen naar Maragha, wat in strijd is met het gangbare beeld dat alle boeken bij de plundering van de stad waren verbrand en verdronken.<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath", 209.</ref> Het culturele trauma waarmee het beleg van Bagdad vaak mee geassocieerd wordt zijn vrij zeldzaam in de bronnen en er wordt pas melding gemaakt van dit trauma uit bronnen uit de veertiende eeuw.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 29-30.</ref>
 
Hulagu liet in Bagdad drieduizend Mongolen achter om de stad weer op te bouwen, maar veel wisten ze niet te bereiken want na een aantal decennia lag nog veel in de stad in puin. Ook de irrigatiesystemen van de stad waren vernietigd.<ref group=n>In hoeverre de Mongolen verantwoordelijk waren voor het vernietigen van de irrigatiesystemen is nog onduidelijk. Zo zouden de kaliefs voorafgaand aan het beleg de systemen niet goed onderhouden hebben.</ref> Het zou pas tot de twintigste eeuw duren voor deze gerepareerd werden en Bagdad weer een belangrijk centrum zou worden in het Midden-Oosten.<ref name=":2" /><ref>{{Aut|H. Fattah}} & {{Aut|F. Caso}}, ''A Brief History of Iraq'', 103.</ref> Veertig jaar na het beleg was Bagdad een welvarende provinciestad, maar was het nog maar een tiende van zijn voormalige grote.<ref name="Runciman254"/> De [[Mustansiriya Madrasah]] in Bagdad zou in 1260, anderhalf jaar na het beleg en de plundering, wel zijn deuren openen met personeel dat ook voor het beleg aldaar lesgaf. Onder andere [[Yaqut al-Musta'simi]] bleef werkzaam in de bibliotheek van de Madrasah.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 472.</ref> Binnen het [[Ilkhanaat]] van Hulagu verschoof het wetenschappelijke zwaartepunt van Bagdad naar [[Maragha]] en deze wordt gepersonifieerd door de astronoom Al-Toesi. Hij zou ook de nodige boeken uit Bagdad hebben meegenomen naar Maragha, wat in strijd is met het gangbare beeld dat alle boeken bij de plundering van de stad waren verbrand en verdronken.<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath", 209.</ref> Het culturele trauma waarmee het beleg van Bagdad vaak mee geassocieerd wordt zijn vrij zeldzaam in de bronnen en er wordt pas melding gemaakt van dit trauma uit bronnen uit de veertiende eeuw.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 29-30.</ref>
 
=== Strijd tussen de Mongolen ===
Hulagu stuurde een gedeelte van zijn buitgemaakte schatten uit Bagdad op naar zijn broer Möngke.<ref>{{Aut|S. Runciman}}, ''A History of the Crusades III'', blz. 253.</ref> Na de val van Bagdad gaven meerdere steden in de regio zich over aan de Mongolen, alleen de stad [[Aleppo (stad)|Aleppo]] moest militair veroverd worden.<ref name="Davis68"/> Door de verovering van de voormalige Abbasidische hoofdstad werden de Mongolen gezien als een potentiële bondgenoot voor andere staten in de regio. Toen [[Hulagu]] optrok naar Damascus werd hij in dit beleg ondersteund door [[Bohemund VI van Antiochië]]. Ook de [[Seltsjoeken]] ondersteunden Hulagu in dit beleg.<ref>{{Aut|J. Weatherford}}, ''Genghis Khan'', 184.</ref> Door de dood van Möngke Khan in 1259 moest Hulagu terugkeren naar [[Karakorum]] en liet hij [[Kitbuqa]] achter als zijn opperbevelhebber. Deze leed in 1260 een grote nederlaag in de [[Slag bij Ain Jalut]] tegen het [[Mammelukkensultanaat Caïro]].<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath: Contesting the Central Asian Political Background and the Emergence of Islamic Mongol Dynasties", ''Al-Jami'ah: Journal of Islamic Studies'', vol. 56, no. 1 (2018), 187-224, 203.</ref>
 
[[Bestand:Bataille du Terek (1262).jpeg|rechts|thumb|Hulagu achtervolgt Berke in de [[Slag bij de Terek]] in 1262, afbeelding uit de ''Fleur des histoires d'orient'' van [[Hayton van Corycus]].]]
Regel 131 ⟶ 134:
*{{Aut|McLynn, Frank}}, "The Mongols at the Gate", ''Military History'', Vol. 32, no. 3 (2015), 36-43.
*{{Aut|Neggaz, Nassima}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, Journal of the Royal Asiatic Society 30 (2020) 585–612.
*{{Aut|Raphael, Kate}}, "Mongol Siege Warfare on the Banks of the Euphrates and the Question of Gunpowder (1260-1312)", ''Journal of the Royal Asiatic Society'', 19(3), 355-370.
*{{Aut|[[Steven Runciman|Runciman, Steven]]}}, ''A History of the Crusades III: The Kingdom of Acre'' (London 2016). ISBN 9780241298770.
*{{Aut|[[Barbara H. Rosenwein|Rosenwein, Barbara H.]]}}, ''A Short History of the Middle Ages'' (Toronto 2014). ISBN 9781442606111.
*{{Aut|Weatherford, Jack}}, ''Genghis Khan and the Making of the Modern World'' (New York 2004). ISBN 9780609610626.