Marty Stuart: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 29:
 
== Biografie ==
{{externe media|breedte=210px|uitlijning=rechts|audio1=[https://freshairarchive.org/segments/marty-stuart-keeper-country-musics-cowboy-couture-0 Marty Stuart: Keeper Of Country Music's Cowboy Couture], geïnterviewd door [[Terry Gross]] op ''[[Fresh Air]]'', 51:08, 1 oktober 2014.<ref name="Fresh Air">{{citeer web|titel=Marty Stuart: Keeper Of Country Music's Cowboy Couture|werk=[[Frisse lucht]]|uitgever=[[WHYY-FM|WHYY]] ([[National Public Radio|NPR]])|datum=1 oktober 2014|url=https://freshairarchive.org/segments/marty-stuart-keeper-country-musics-cowboy-couture-0|toegangsdatumbezochtdatum=15 september 2019-01-2021}}</ref>}}
John Marty Stuart werd geboren in Philadelphia, Mississippi op 30 september 1958. Stuart leerde als kind gitaar en mandoline spelen en op 12-jarige leeftijd werd hij lid van de bluegrassband The Sullivans. Terwijl hij lid was van deze band, ontmoette Stuart de mandolinist [[Roland White]], een lid van de begeleidingsband van [[Lester Flatt]]. White nodigde Stuart uit om met Flatt op te treden tijdens een concert in [[Delaware]] in 1972, wat ertoe leidde dat hij een vast lid van die band werd. Hij bleef in deze hoedanigheid toeren tot Flatt in 1978 met pensioen ging en nam datzelfde jaar het onafhankelijke album ''With a Little Help from My Friends'' op. Hierna trad Stuart op met [[Vassar Clements]] en [[Doc Watson]] voordat hij zich in 1980 bij de band van Johnny Cash voegde. In 1982 bracht hij het tweede album ''Busy Bee Cafe'' uit bij Sugar Hill Records. Het album bestond uit een jamsessie met een aantal country- en bluegrassartiesten zoals Cash, Watson en [[Earl Scruggs]]. In 1985 vergezelde Stuart Johnny Cash naar [[Memphis (Tennessee)|Memphis]] en speelde hij op het album ''Class of 55'' met [[Carl Perkins]], [[Roy Orbison]] en [[Jerry Lee Lewis]]. Aan het einde van de sessie presenteerde Perkins hem zijn gitaar.<ref>Dickerson, James L., Goin 'Back to Memphis: A Century of Blues, Rock' n 'Roll and Glorious Soul, Schirmer Books, 1996, p. 12</ref> Later dat jaar verliet Stuart de band van Cash en sloot een platencontract met [[Columbia Records]]
 
Stuart bracht in 1985 zijn titelloos debuutalbum uit bij Columbia. Het album was verantwoordelijk voor Stuarts eerste hit in de chart bij de [[Billboard (tijdschrift)|Billboard]] [[Hot Country Songs]] met zijn eerste singlepublicatie ''Arlene''. Drie andere singles van het album in 1986 zijn ''Honky Tonker'' en ''All Because of You'', beide geschreven door [[Steve Forbert]] en Stuarts eigen ''Do You Really Want My Lovin''. Deze nummers waren echter minder succesvol in de hitparade. [[AllMusic]] schrijver Jim Worbois gaf het album een gemengde recensie en verklaarde dat het geen geweldig album was, maar iets interessanter gemaakt door enkele van de mensen die op de plaat verschenen en de opname van twee Steve Forbert-nummers.<ref>{{citeer web|url=https://www.allmusic.com/album/marty-stuart-mw0000083078|titel=''Marty Stuart'' recensie|uitgever=AllMusic|toegangsdatumbezochtdatum=1215 augustusjanuari 20202021|auteur=Jim Worbois}}</ref> Hij nam het tweede album ''Let There Be Country'' op voor Columbia, dat in 1988 twee singles in de chart bracht: de [[Merle Haggard]] compositie ''Mirrors Don't Lie'' en ''Matches''. Vanwege de ondermaatse prestaties van de singles, koos Columbia ervoor om het album niet uit te brengen en Stuart verliet het label om terug te keren naar Mississippi.
 
=== 1989-1991: begin van MCA-records ===
Nadat hij zich kort weer bij de Sullivans had gevoegd, keerde hij terug naar Nashville en tekende bij MCA Records in 1989. Dat label bracht dat jaar het album ''Hillbilly Rock'' uit. Gecoproduceerd door Tony Brown en sessiegitarist [[Richard Bennett (gitarist)|Richard Bennett]], bracht het album vier singles in de Hot Country Songs chart. De eerste was de cover ''Cry! Cry! Cry!'' van Cash, gevolgd door ''Don't Leave Her Lonely Too Long'', die Stuart schreef met songwriter Kostas. Hoewel deze niet succesvol waren in de hitlijsten, werd het album ''Hillbilly Rock'' (geschreven door Paul Kennerley) Stuarts eerste top-tien countryhit in 1990. De uiteindelijke publicatie van het album was ''Western Girls'', waaraan Stuart ook mee schreef. ''Hillbilly Rock'' werd met goud gecertificeerd door de [[Recording Industry Association of America]] (RIAA) in 1997 voor de verkoop van 500.000 exemplaren.<ref name="riaa">{{citeer web|url=https://www.riaa.com/gold-platinum/? tab_active=default-award & se=marty+stuart # search_section|titel=Zoekresultaten voor Marty Stuart|uitgever=Recording Industry Association of America|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021}}</ref>
 
Zijn tweede MCA-album ''Tempted'' volgde in 1991. Het album bracht vier singles in de Hot Country Songs chart tussen 1991 en 1992: ''Little Things'', ''Till I Found You'', ''Tempted'' en ''Burn Me Down'', waarvan alle, behalve ''Till I Found You'', de top tien bereikten. Bennett en Brown bleven aan als producenten, waarbij de eerste naast Stuart ook bijdroeg op zowel gitaar als mandoline. Kennerley en Kostas droegen bij als zowel songwriters als achtergrondzangers. Billy Thomas en Ray Herndon waren ook achtergrondzangers op sommige nummers, die toen ook opnamen maakten bij MCA in ''McBride & the Ride''. Jana Pendragon van AllMusic gaf het album vier-en-een-half sterren van de vijf, in vergelijking met [[Dwight Yoakam]]s ''Hillbilly Deluxe'' in stijl.
 
Eveneens in 1991 schreef Stuart samen met Travis Tritt het nummer ''The Whiskey Ain't Workin'''. Opgenomen op diens album ''It's All About to Change'' uit 1991, werd dit nummer uitgebracht tussen ''Tempted'' en ''Burn Me Down'' in. Het zou Stuarts hoogst geplaatste hit worden en bereikte begin 1992 nummer #2 in de Hot Country Songs. Stuart won ook zijn eerste [[Grammy Award]] voor «Best Country Collaboration with Vocals» dat jaar.<ref name="grammy">{{citeer web|url=https://www.grammy.com/grammys/artists/marty-stuart/6414|titel=Zoekresultaten voor Marty Stuart|uitgever=Grammy.com|toegangsdatumbezochtdatum=1115 augustusjanuari 20202021}}</ref> Het succes van dit nummer leidde er ook toe dat de twee toeren in 1992 als de No Hats Tour, een verwijzing is naar het feit dat in tegenstelling tot de meeste hedendaagse countrymuzikanten, Tritt noch Stuart een cowboyhoed droegen.<ref>{{citeer web|url=https://ew.com/article/1991/11/29/no-hats-tour/|titel=The No Hats Tour - Travis Tritt en Marty Stuart weigeren cowboyhoofddeksels te dragen|werk=Wekelijkse entertainment|datum=29 november 1991|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021|auteur=Ron Givens}}</ref>
 
=== 1992-95: Einde van MCA-periode ===
Zijn volgende MCA-album ''This One's Gonna Hurt You'' kwam uit in 1992. De eerste single ''This One's Gonna Hurt You (For a Long, Long Time)'', ook een duet met Tritt, was een top 10-hit in 1992, maar de vervolgsingles ''Now That's Country'', ''High on a Mountain Top'' en ''Hey Baby'' waren minder succesvol. Kennerley en Cash behoorden opnieuw tot de bijdragende vocalisten, terwijl [[Ashley Cleveland]] en [[Pam Tillis]] beiden achtergrondzang zongen op ''High on a Mountain Top''.<ref>{{citeer web|url=https://www.allmusic.com/album/this-ones-gonna-hurt-you-mw0000081284|titel=''This One's Gonna Hurt You''|uitgever=AllMusic|toegangsdatumbezochtdatum=1215 augustusjanuari 20202021|auteur=Thom Jurek}}</ref> Johnny Cash zorgde voor duetzang op ''Doin 'My Time'', terwijl het nummer ''Me and Hank and Jumpin' Jack Flash'' gesampelde stemopnamen van Lester Flatt, [[Hank Williams sr.]] en [[Ernest Tubb]] bevat.<ref name="ew pain" /> Alanna Nash van Entertainment Weekly beoordeelde het album met "A" , waarbij hij de stilistische mix beter vond dan voorgaande albums, waarbij hij invloeden opmerkte van bluegrass, [[southern rock]], [[rockabilly]] en [[blues]] in zijn bezorgings- en songkeuzes.<ref name="ew pain">{{citeer web|url=https://ew.com/article/1992/07/24/this-ones-gonna-hurt-you/|titel=''This One's Gonna Hurt You''|uitgever=Entertainment Weekly|datum=24 juli 1992|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021|auteur=Alanna Nash}}</ref> Ook in 1992 bracht Columbia ''Let There Be Country'' uit. ''This One's Gonna Hurt You'' werd door de RIAA in 1993 gecertificeerd.<ref name="riaa" /> Stuart won zijn tweede Grammy Award in 1993 in de categorie «Best Country Instrumental Performance», als een van de vele artiesten op Asleep at the Wheels cover van ''Red Wing'' op hun album ''Tribute to the Music of Bob Wills and the Texas Playboys'' uit 1993.
 
''Love and Luck'' was zijn volgende album, uitgebracht in 1994. Slechts de single ''Kiss Me, I'm Gone'' haalde de top 40 van het project. Stuart coproduceerde het album met Brown, terwijl hij ook bijdroeg aan gitaar, mandoline en songwriting. Het eerste titelnummer van het album bevatte [[Vince Gill]], [[Ricky Skaggs]] en [[Harry Stinson]] op achtergrondzang. Ook inbegrepen waren de twee covers ''If I Give My Soul'' van [[Billy Joe Shaver]] en ''Wheels'' van [[The Byrds]], evenals het instrumentale mandolinenummer ''Marty Stuart Visits the Moon''. Daniel Gioffre van AllMusic benadrukte met name deze drie nummers als een van de sterksten op het album.<ref>{{citeer web|url=https://www.allmusic.com/album/love-and-luck-mw0000111190|titel=''Liefde en geluk''|uitgever=AllMusic|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021}}</ref> Nash beoordeelde het album "B".
 
Na dit album bracht MCA in 1995 de compilatie ''The Marty Party Hit Pack'' uit, die singles bevatte van zijn vorige MCA-albums, evenals ''The Whiskey Ain't Workin'', het eerder niet gebrachte ''The Likes of Me'' en ''If I Ain't Got You'' en twee covers die eerder te vinden waren op tribute-albums met meerdere artiesten, die in 1994 werden uitgebracht. Dit waren een vertolking van [[Elvis Presley]] van ''Don't Be Cruel'', met [[The Jordanaires]] en eerder te vinden op ''It's Now or Never: The Tribute to Elvis'' en ''[[The Weight]]'' van [[The Band]], met [[The Staple Singers]] en eerder te vinden op ''Rhythm, Country and Blues'''. Beide covers zijn geproduceerd door [[Don Was]], terwijl [[Don Cook]] de productie van de twee nieuwe nummers verzorgde. ''The Likes of Me'' werd eerder geknipt door [[Conway Twitty]] op zijn album ''Final Touches'' uit 1993, waarop Cook ook producent was.<ref>{{citeer web|url=http://www.allmusic.com/album/final-touches-mw0000101221|titel=''Final Touches''|werk=[[Allmusic]]|toegangsdatumbezochtdatum=2725 januari 20162021}}</ref> Beide nieuwe nummers werden in 1995 als singles uitgebracht, maar geen van beiden kwam in de top 40 van de countrymuziek terecht. Jay Orr van het tijdschrift New Country had kritiek op ''The Likes of Me'' en de twee coversongs, maar vond verder het album een goede samenvatting van Stuarts muziek.<ref name=orr>{{citeer journal|laatste=Orr|eerste=Jay|datum=April 1995|titel=Albumrecensies: ''The Marty Party Hit Pack''|journaal=New Country|volume=2|issue=5|pagina's=66|issn=1074-536X}}</ref> ''The Marty Party Hit Pack'' werd Stuarts vierde en laatste gouden album in 1998.<ref name = "riaa" />
 
Stuart bracht in 1996 ''Honky Tonkin's What I Do Best'' uit, wat dat jaar nog twee kleinere hits opleverde in ''Honky Tonkin's What I Do Best'' (nog een duet met Tritt) en ''You Can't Stop Love''. Het titelnummer won ook een «Vocal Event of the Year»-prijs van de [[Country Music Association]]. Nash beoordeelde het album "A-" en vond een invloed van [[The Beatles]] in ''Thanks to You'' en van [[deltablues]] in ''The Mississippi Mudcat and Sister Sheryl Crow''.<ref>{{citeer web|url=https://ew.com/article/1996/07/12/honky-tonkins-what-i-do-best/|titel=''Honky Tonkin's What I Do Best''|uitgever=Entertainment Weekly|datum=12 juli 1996|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021|auteur=Alanna Nash}}</ref>
 
== Carrière sinds eind jaren 1990 ==
Stuart bracht in 1999 het album ''The Pilgrim'' uit. Het bracht dat jaar slechts één single in de chart met ''Red, Red Wine and Cheatin' Songs'', een conceptalbum gebaseerd op een liefdesdriehoek. Het album bevatte vocale bijdragen van [[Pam Tillis]], [[George Jones (zanger)|George Jones]] en [[Emmylou Harris]], evenals een gedicht voorgedragen door Johnny Cash. Een niet-gecrediteerde recensie van het album in AllMusic was grotendeels gunstig, waarin stond dat niemand een idee heeft van een commercieel countryalbum, je de pure ambitie van het project moet bewonderen, evenals het lef dat MCA Records nodig had om uit te brengen wat neerkomt op een unieke en diep persoonlijke artistieke visie. Nadat dit album commercieel niet succesvol bleek te zijn, verliet Stuart MCA in 2000.
 
Zijn volgende album was ''Country Music'' uit 2003, uitgebracht bij Columbia Records. Voor dit album stelde Stuart de nieuwe begeleidingsband Marty Stuart and His Fabulous Superlatives samen, bestaande uit Harry Stinson op drums, Kenny Vaughan op gitaar en Brian Glenn op basgitaar.<ref name="freep super">{{citeer nieuws|url=https://www.newspapers.com/image/361942751/|titel=Recensies|werk=[[Detroit Free Press]]|datum=6 juli 2003|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021}}</ref> Op de albums stonden covers van ''A Satisfied Mind'' van [[Porter Wagoner]], ''Sundown in Nashville'' van Carl Butler and Pearl<ref name="freep super"/> en ''Walls of a Prison'' van Johnny Cash, evenals het [[Merle Haggard]] duet ''Farmer's Blues''.<ref name=jurek "/> Twee singles ''If There Ain't, There Ought'a Be'' en ''Too Much Month (At the End of the Money)'' van het album kwamen beide in de chart. Thom Jurek van AllMusic schreef dat de album meedogenloos is in zowel zijn aanval als in het plezier dat het de luisteraar biedt. Er zijn overal hete licks, met geweldige liedjes, zang en een palet van stemmingen, texturen en tinten die dienen om één indruk achter te laten: Stuarts radicale experimenten van de afgelopen tien jaar hebben geresulteerd in zijn mooiste moment tot dusver.<ref name="jurek">{{citeer web|url=https://www.allmusic.com/album/country-music-mw0000036484|titel=''Countrymuziek''|uitgever=AllMusic|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021}}</ref>
 
In 2005 lanceerde Stuart het eigen platenlabel Superlatone Records, om over het hoofd geziene Southern [[Gospelmuziek|gospel]] en roots muziekopnamen uit te geven. Stuart bracht drie veelgeprezen collecties uit bij Superlatone, ''Souls' Chapel'', ''Badlands'' en ''Live at the Ryman''. In oktober 2005 bracht Stuart het conceptalbum ''Badlands: Ballads of the Lakota'' uit, dat een eerbetoon is aan de [[Sioux]] cultuur in wat nu [[South Dakota]] is. In 2007 produceerde Stuart het laatste album van [[Porter Wagoner]] bij het overwegend punklabel [[Epitaph Records]].
 
== The Fabulous Superlatives ==
The Fabulous Superlatives, de band van Marty Stuart sinds 2002, omvat hem op gitaar en mandoline, [[Kenny Vaughan]] op gitaar en Harry Stinson op drums en van 2002 tot 2008 Brian Glenn op bas. Van 2008 tot 2015 was Paul Martin op bas. In 2015 verving Chris Scruggs Paul Martin op bas en speelde ook [[steelguitar]]. Elk lid zingt ook.<ref name=KV-lexington-2012>{{citeer nieuws|laatste1=Tunis|eerste1=Walter|titel=Country-gitarist Kenny Vaughan stapt op zijn eigen|url=http://www.kentucky.com/entertainment/music-news-reviews/article44365353.html|werk=Lexington Herald Reader|datum=21 juni 2012|toegangsdatumbezochtdatum=2715 apriljanuari 20172021}}</ref><ref name=fan-website>{{citeer web|titel=Marty Stuart Fan Page: The Band|url=http://www.martystuart.com/band-crew.htm|toegangsdatumbezochtdatum=1715 decemberjanuari 20172021|uitgever=Mattioli, Sherry}}</ref>
 
== Muzikale stijl ==
In een artikel uit 1992 voor Entertainment Weekly schreef Kate Meyers dat Stuart zichzelf meer als stylist dan als zanger beschouwt, wat inhoudt dat hij kan rondkomen met een mix van benaderingen, in plaats van te vertrouwen op een fantastische eigen stem, onder vermelding van Johnny Cash, [[Bill Monroe]] en [[Muddy Waters]] als zijn belangrijkste muzikale invloeden.<ref name="meyers">{{citeer web|url=https://ew.com/article/1992/09/18/road-marty-stuart/|titel=Op weg met Marty Stuart|werk=Wekelijkse entertainment|datum=18 september 1992|toegangsdatumbezochtdatum=1415 augustusjanuari 20202021|auteur=Kate Meyers}}</ref> Stuarts muzikale imago in de jaren 1990 werd ook bepaald door zijn aparte kleding en kapsel.
 
== ''De Marty Stuart Show'' ==