Hoe (mythologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Infobox Egyptische god
| naam= HoehHoe
| namen= Hoe
| hiero=<hiero>H w R8</hiero>
Regel 11:
| onderschrift=
}}
'''Hoe''' (Ookook: '''Hu''' of '''Hoeh''', ''{{lang|egy|ḥw}}'')'' was in de [[Egyptische mythologie]] de verpersoonlijking van het [[Filosofisch concept|concept]] 'eerste woord', het woord van de scheppingsdaad, dat [[Atum]] zou hebben uitgeroepen bij het ejaculeren in zijn masturbatie-act van het scheppen van de [[Enneade]]. Het is het concept van ''autoritatieve uiting'' en was aldus sterk verbonden met noties van macht en controle.
 
Er werd gezegd dat Hoe tot ontstaan kwam uit een bloeddruppeltje van de fallus van de zonnegod en daarom verbonden was met de macht van de voorafgaande godheid [[Ra (god)|Re]]. Maar er was ook een sterk verband met de [[Egyptisch scheppingsverhaal#Scheppingsverhaal van Memphis|Scheppingsmythe van Memphis]], waar het de god [[Ptah]] was die het universum door eigenzijn authoritatieveautoritatieve uiting schiep.
 
Hoe wordt vaak aangetroffen in verband met [[Sia (god)|Sia]], de personificatie van perceptie, begrip of kennis en dit vooral in mythen over de schepping of over de reis van de zon door de onderwereld. De associatie van Hoe met de onderwereld en het hiernamaals is vrij oud.
 
In de [[piramidetekstenPiramideteksten]] komt de god voor als begeleider van de overleden faraokoning<ref>PT 251</ref> en de teksten herhalen vaak dat de koning autoriteit opneemt. Bij een bepaalde passage wordt uitdrukkelijk vermeld ''de autoriteit [Hoe] boog het hoofd voor mij''<ref>PT 697</ref>, wat erop wijst dat de overleden koning zijn monarchieke autoriteit als monarch behoudt en macht heeft over de krachten van het hiernamaals.
 
Hoe werd zelden in een afbeelding voorgesteld, maar verschijnt enkel als antropomorfe godheid in scènes die de bark van Re tonen.<ref>{{Aut|Wilkinson, Richard H.}}''The complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt'', Thames & Hudson, London, 2003, ISBN 0500051208 p. 110-111</ref>