Wet van Verner: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Sallandman (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 3:
De '''wet van Verner''' is een beschrijving en verklaring van een typisch [[Oergermaans]]e taalontwikkeling door de Deense [[taalkundige]] [[Karl Adolf Verner]].
 
Al kort na de formulering van de [[Eerste klankverschuiving|Wetwet van Grimm]] stuitten wetenschappers op een fenomeen in de ontwikkeling van de Germaanse talen dat zich niet door deze wet liet verklaren, en daarom naar alle waarschijnlijkheid al eerder had plaatsgevonden, omdat er anders sprake zou zijn geweest van een [[bloedende volgorde]] van fonologische regels. Dit kan wellicht het best geïllustreerd worden aan de hand van twee [[Proto-Indo-Europees|Proto-Indo-Europese]] woorden voor familieleden.
 
De in het Proto-Indo-Europees gereconstrueerde vormen van "vader" en "broeder" luiden *''ph₂tḗr'' en *''bʰréh₂tēr''. Als de Wetwet van Grimm toegepast wordt op deze vormen zouden zij bij hun verdere ontwikkeling in het [[Oergermaans]] *''faþēr'' en *''brōþēr'' hebben moeten luiden, en in het [[Oudengels]] daarna *''fæþer'' en *''brōþor''. Dat geldt wel voor de vorm van "''broer"'', maar niet voor die van "''vader"'' (die is ''fæder'' in het Oudengels).
 
Verner slaagde erin deze schijnbare tegenstrijdigheid in de [[klankverschuiving]]en te verklaren door uit te gaan van het oorspronkelijke accentsysteem van het Indo-Europees en Oudgermaans. Hij stelde vast dat de Wetwet van Grimm wel degelijk had plaatsgevonden, maar dat de zo ontstane [[fricatief|fricatieven]] (of schuur-/wrijfklanken) vervolgens [[stemhebbend]] geworden waren als de [[klemtoon]] binnen het woord op de direct volgende [[lettergreep]] lag. Dat was bij *''ph₂tḗr'' het geval: het accent lag op de tweede lettergreep. Volgens de Wetwet van Grimm was *''ph₂tḗr'' in het vroege Oergermaans *''faþḗr'' geworden, met het accent nog steeds op de tweede lettergreep. Onder invloed van het accent op de tweede lettergreep werd dit later *''fadḗr''. Daarna verloor het Oergermaans zijn variabele accent en werden alle woorden beklemtoond op de eerste lettergreep, waardoor het zicht op de onderliggende redenen van de verandering verloren ging.
 
Hierdoor kan ook verklaard worden waarom de vormen in het [[Duits]] ''Vater'' en ''Bruder'' zijn. Bij de [[Hoogduitse klankverschuiving]] werd *''d'' veranderd in ''t'', en daarna *''þ'' in ''d''.
 
Ook in het [[Nederlands]] is nog in een aantal vormen te zien dat de Wetwet van Verner heeft opgetreden. Het mooiste voorbeeld hiervan is "was" tegenover "waren". Aangezien het accent van de tweede vorm oorspronkelijk op de laatste lettergreep lag, veranderde de ''s'', zoals we die nog aantreffen in "was", in ''z''. Deze ''z'' ontwikkelde zich later in de [[Noord-Germaanse talen|Noord-]] en [[West-Germaanse talen]] tot ''r''. Ook "''vriezen"'' -~ "''vroren"'' en "''verliezen"'' -~ "''verloren"'' zijn voorbeelden. Dezelfde [[alternantie (taalkunde)|alternantie]] was oorspronkelijk ook te zien in de verleden tijd van het werkwoord "''kiezen"'', die voorheen "''koren"'' was. Deze laatste vorm is later door [[morfologische nivellering]] echter vervangen door "''kozen"'' (de ''z'' van "''kozen"'' is niet het gevolg van de Wetwet van Verner, maar van een latere, specifiek Nederlandse, ontwikkeling), maar de oudere vorm is wel bewaard gebleven in "''uitverko'''r'''en"''.
 
== Waarde ==