Gebruiker:Mathijsloo/Kladblok/Kladblok6: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
Het '''Beleg van Bagdad''' was een belegering van de stad [[Bagdad]] door het [[Mongoolse Rijk]] die plaatsvond tussen 29 januari en 10 februari 1258. Het beleg resulteerde in de inname van de stad en daarmee de val van het [[Kalifaat van de Abbasiden]]. De stad werd na de verovering geplunderd en een groot gedeelte van de bevolking werd uitgemoord.
 
Sinds de komst van [[Dzjengis Khan]] op het wereldtoneel in 1206 breidde het [[Mongoolse Rijk]] zich gestaag uit. Na enkele schermutselingen met het in verval geraakte [[Kalifaat van de Abbasiden]] werd Hulagu in 1252 door zijn broer [[Möngke Khan]] naar het Midden-Oosten gestuurd om het rijk uit te breiden. Met het uitblijven van militaire steun van de Abbasidische kalief [[Al-Musta'sim]] invoor diensHulagu's veldtocht tegen de [[Assassijnen]] had Hulagu een excuus om de stad [[Bagdad]] aan te vallen. Op 29 januari 1258 begonnen de Mongolen met hun belegering en het zou tot 10 februari duren voor de kalief zich zou overgeven. De kalief en zijn familie werden ter dood gebracht en na het beleg volgde een plundering van zeven dagen in Bagdad. De schattingen over het aantal doden bij de plunderingen lopen uiteen van 200.000 tot een miljoen.<ref name=":2">{{Citeer web|url=https://www.newyorker.com/magazine/2005/04/25/invaders-3|titel=Invaders|bezochtdatum=2021-01-10|auteur=Ian Frazier|achternaam=|voornaam=|datum=18 april 2005|werk=|uitgever=[[The New Yorker]]|taal=en-us}}</ref> Na het beleg verschoof het wetenschappelijk middelpunt van de regio van Bagdad naar [[Maragha]].
 
De Mongoolse verovering van Bagdad is vaak beschreven als een middeleeuwse [[holocaust]], een extreem wreedaardige gebeurtenis, die niet alleen leidde tot de val van het Abbasidische kalifaat en de stad Bagdad, maar ook van de Islamitische samenleving. Deze anachronistische zienswijze is nieuw leven ingeblazen na de [[Irakoorlog|Amerikaanse bezetting]] van Bagdad in 2003.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited: Violence and Restoration according to Contemporaneous Biographical Sources.", {{Aut|Robert Gleave}} & {{Aut|István Kristó-Nagy}} (ed.), ''Violence in Islamic Thought from the Mongols to European Imperialism'', (Edinburgh 2018) 15-31, 15.</ref>
 
== Achtergrond ==
=== Verval van het Abbasidische kalifaat ===
[[Bestand:Dinar Abbasside - al-Musta'sim bi-llah - 641 AH.jpg|rechts|thumb|Een [[dinar (munt)|dinar]] geslagen ten tijde van de regering van Al-Musta'sim]]
In 750 hadden de [[Abbasiden]] de [[Omajjaden]] vervangen als [[kalief]]s en onder hun leiding begon de islamitische wereld zich te verrijken doordat ze de verbinding verzorgden tussen de Mediterrane wereld en Oost-Azië.<ref>{{Aut|[[Barbara H. Rosenwein|B.H. Rosenwein]]}}, ''A Short History of the Middle Ages'' (Toronto 2014), 89.</ref> Al rond het jaar 1000 begon het rijk van de Abbasiden hun zwakte te tonen en deze lag aan het gebrek aan inkomsten. Als de landeigenaren weigerden de belasting te behalenbetalen waren de kaliefs afhankelijk van de rijke landbouwgrond van het huidige [[Irak]]. HunDaarneest kreeg hun economie kreeg een grote knauw te verwerken in na een opstand van de [[Zanj]] in de periode 869-883. Door het gebrek aan inkomsten konden de Abbasiden ook niet de invallen van [[Karmaten]] tegenhouden. In de tiende eeuw konden de [[Boejiden]] Bagdad veroveren en werden de kaliefs een bijrol toebedeeld.<ref>{{Aut|B.H. Rosenwein}}, ''A Short History of the Middle Ages'', 124.</ref> De [[Seltsjoeken]] wisten na een eeuw de Boejiden te verdrijven uit Bagdad, maar dit betekende geen verbetering van de positie van de kalief.<ref group=n>De kalief is in de islamitische cultuur de religieuze leider van een groot deel van de soennitische islam en wordt gezien als Gods vertegenwoordiger op aarde.</ref> In deze zelfde tijd werd het kalifaat betwist door twee andere dynastieën die deze titel opeisten, namelijk de [[Kalifaat Córdoba|Omajjaden]] in Spanje en de [[Fatimiden]] in Egypte.<ref group=n>De kalief is in de islamitische cultuur de religieuze leider van een groot deel van de soennitische islam en wordt gezien als Gods vertegenwoordiger op aarde.</ref> Geen van deze drie wist zich als de leider van de islamitische wereld te profiterenprofileren, omdat ze alle drie worsteldeworstelden met de regionale macht in hun regio.<ref>{{Aut|A.K. Bennison}}, ''The Great Caliphs: The Golden Age of the 'Abbasid Empire'' (New Haven 2009), 45.</ref>
 
Door middel van politieke intriges, burgeroorlogen en slechte regeringen was de macht en de grandeur van de kaliefs behoorlijk aangetast. Het door de Abbasiden gecontroleerde gebied bevatte in de twaalfde eeuw uitsluitend nog Centraal- en Zuid-Irak.<ref name=":0">{{Citeer web|url=https://www.medievalists.net/2013/08/how-to-invade-iraq-the-mongol-way/|titel=How to Invade Iraq: The Mongol Way|bezochtdatum=2 januari 2021|auteur=P. Konieckzy|achternaam=|voornaam=|datum=20 augustus 2013|werk=|uitgever=Medievalists.net|taal=en-US}}</ref> Onder leiding van kalief [[al-Nasir]] begonnen de Abbasiden zich te ontworstelen van de macht van de Seltsjoeken. Hij wist wat van zijn macht te herwinnen en probeerde de positie van de kalief te herstellen. Dit was echter te laat, want de religieuze en verbindende rol van de kalief was in de islamitische wereld reeds ingewisseld voor de alternatieve functie van sultan. De titel van kalief was in deze tijds slechts nog een symbool in de islamitische wereld.<ref>{{Aut|A.K. Bennison}}, 52.</ref> In 1242 kwam kalief [[Al-Musta'sim]] aan de macht in het kalifaat en de chroniqueurs omschreven hen als iemand die meer spelen met vogels hield, dan van regeren.<ref name=":0" /> Hij liet de regeringszaken dan ook over aan zijn [[vizier]] Ibn Al-Aqami, een [[Sjiisme|Sji'itische]] moslim.<ref name="May165">{{Aut|T. May}}, ''The Mongol Empire'' (Edinburgh 2018), 165.</ref>
 
=== Mongoolse opmars ===
[[Bestand:Genghis Khan empire-en.svg|rechts|thumb|Verspreiding van het Mongoolse Rijk met in het uiterste zuidwesten Bagdad]]
{{Hoofdartikel|Mongoolse Rijk}}
Eind elfde eeuw waren de [[Mongolen]] nog een van de vele nomadische stammen aan de noordrand van China. De Mongolen begonnen een bedreiging voor de wereld om hen heen te vormen met de komst van [[Dzjengis Khan]]. In 1206 was hij uitgegroeid tot de onbetwiste leider van de Mongoolse steppen. Daarna richtte de khan zich tot zijn buurlanden. In 1219 vielen de Mongolen [[Chorasmië]] binnen. Twee jaar later werd de eerste aanval op Perzië uitgevoerd en werdwerden onder meer de voormalige Abbasidische steden [[Merv]] en [[Nisjapoer]] veroverd. De dood van Dzjengis Khan in 1227 maakte geen eind aan de veroveringen, want zijn erfgenamen waren even vindingrijk en succesvol.<ref>{{Aut|[[Peter Frankopan|P. Frankopan]]}}, ''De Zijderoutes'' (14de druk; Houten 2017), 199.</ref>
 
Er kwam een tijdelijke pauze in de veroveringszucht van de Mongolen na de dood van [[Ögedei Khan]].<ref group=n>In de Mongoolse cultuur was het van levensbelang was dat hooggeplaatste Mongolen aanwezig waren bij het selectieproces voor de [[khan]]. In hun cultuur was het erfelijkheid niet aan de orde, maar de keus viel op degene die zich het duidelijkst zou doen gelden. De steun van andere hierbij was van groot belang.</ref> In 1235 vonden de eerste schermutselingen plaats tussen de Mongolen en de Abbasiden. In dat jaar vielen zij Jazira (noordelijk Irak) en al-Arabi (zuidelijk Irak) aanbinnen. Toen vervolgens het Abbasidische leger optrok tegen de Mongolen trokken deze zich terug. Ditmaal waren ze slechts op plundertochten uit en niet op veroveringen.<ref>{{Aut|T. May}}, ''The Mongol empire'', 108.</ref> Enkele jaren later, in 1243, vielen de Mongolen enkele steden aan die de bescherming zochten van de kalief, maar ook hier trokken zij zich terug zodra er een groot leger kwam opdagen.<ref>{{Aut|B. De Nicola}} & {{Aut|C. Melville}} (ed.), ''The Mongols' Middle East: Continuity and Transformation in Ilkhanid Iran'' (Leiden/Boston 2016), 31.</ref>
 
=== Bagdad ===
Regel 48:
[[Möngke Khan]] was in 1251 aan de macht gekomen als de khan der Mongolen. Nadat hij zijn regering had geconsolideerd besloot hij over te gaan op het neerslaan van opstanden die de ideologie van het Tengerisme afwezen. De Mongolen geloofden dat hun godheid [[Tengri]] de aarde had geschonken aan [[Dzjengis Khan]] en zijn opvolgers. Volgens deze ideologie was iemand die zich niet had overgegeven aan de Mongolen een rebel. Möngke wees zijn twee broers [[Hulagu]] en [[Koeblai Khan]] aan om aan de randen van het rijk militaire campagnes te organiseren. Koeblai kreeg de opdracht om de [[Song-dynastie]] van China op de knieën te dwingen en Hulagu kreeg het [[Midden-Oosten]] toegewezen.<ref>{{Aut|T. May}}, ''The Mongol Empire'', 159.</ref> Hij moest met name de Arabische steden [[Bagdad]], [[Damascus]] en [[Caïro (stad)|Caïro]] aanvallen. In 1253 vertrokken de twee broers op hun campagne.<ref name="Weatherford177">{{Aut|J. Weatherford}}, ''Genghis Khan and the Making of the Modern World'' (New York 2004), 177.</ref>
 
Möngke gaf de opdracht dat iedere twee op de tien mannen moest dienen in de legers van Hulagu, maar deze order betrof alleen de Mongoolse bevolking.<ref name="May160">{{Aut|T. May}}, ''The Mongol Empire'', 160.</ref> Hulagu had het commando over 15 tot 17 tumens. Iedere tumen bestond uit 10.000 soldaten en dat verschafte hem een totaal van 150.000 soldaten. Een bijna even groot aantal kan toegevoegd worden aan hulptroepen die bestonden uit Armeniërs en Iraniërs. Volgens verschillende chroniqueurs bestond het invasieleger uit 200.000 man.<ref name=":0" /><ref group=n>Een gedeelte van het totaal opgetrommelde leger bleef achter om de grenzen van het rijk te bewaken.</ref> Hieronder bevonden zich ook een duizendtal [[Han-Chinezen|Han]] ingenieurs om de katapulten bij tijdens de campagne te bedienen.<ref>{{Aut|L.C. Goodrich}}, ''A Short History of the Chinese People'' (North Chelmsford 2002), 173.</ref> Ter voorbereiding van de komst van het leger had Hulagu troepen vooruitgestuurd om de kuddes te verdrijven uit het land waar het leger doorheen trok. Hierdoor was er genoeg weide aanwezig voor het moment dat de hoofdmacht door het gebied zou heentrekkentrekken. Hulagu koos er bewust voor om langzaam met zijn leger op te trekken.<ref name="Weatherford177"/>
 
=== Veldtocht tegen de Assassijnen ===
[[Bestand:Designed by BASAWAN; Colored by NAND GWALIOR. Hulagu Khan Destroy the Fort at Alamut. ca. 1596. Virginia MOA.jpg|thumb|Hulagu vernietigt het fort Alamoet, vijftiende eeuwse Perzische miniatuur.]]
Ten tijde van de kroning van Möngke was er een delegatie van de Armeense koning [[Hethum I van Armenië]] hierbij aanwezig. Deze beklaagde zich bij de khan over de [[Assassijnen]] die hun buren waren. Ook andere aanwezigen wezen de khan op de dreiging die de Assassijnen en dat hij zelf ook een doelwit was van deze sekte. Möngke gaf dan ook de opdracht aan Hulago om tijdens zijn campagne ook de Assassijnen te verslaan.<ref name="May160"/> De Assassijnen hielden zich op in diverse bergforten die zich van Afghanistan tot aan Syrië uitstrekten. De belangrijkste van deze kastelen was [[Alamoet]]. De Mongoolse generaal [[Kitbuqa]] begon in 1253/54 met de aanval op de forten die gelegen waren in [[Quhistan]] in Centraal-Iran. Ondertussen drongen de Mongolen bij [[Rukn al-Din Khwurshah]], de leider van de Assassijnen, erop aan om zich over te geven aan Hulagu. Onder de invloed van Khwurshah gaven enkele forten zich over aan de Mongolen. Toen verschillende forten zich weigerden over te geven werd Khwurshah van minder waarde voor Hulagu en besloot hij hem naar het hof van de khan in [[Karakorum]] te sturen.<ref>{{Aut|T. May}}, ''The Mongol Empire'', 164.</ref>
 
Het belangrijkste fort bleef Alamut en in 1256 belegerde Hulagu dit kasteel. De Assassijnen hadden het de belegeraars moeilijk gemaakt door alle rotsen in de omgeving te verwijderen waardoor de Mongolen van afstand hun stenen moesten halen voor hun katapulten. Het fort gaf zich na het beleg over aan de Mongolen en de bibliotheken werden vernietigd. Ook vele vrouwen en mannen werden door de soldaten van Hulagu gedood en de kinderen werden verkocht als slaaf. Tevens werd na de val van Alamut Khwurshah door de Mongolen gedood.<ref name="May165"/>
Regel 59:
Hulagu had tijdens zijn campagne tegen de Assassijnen om militaire bijstand gevraagd aan de kalief, maar deze stuurde geen soldaten om de Mongoolse leider bij te staan. Dit vormde de aanleiding voor Hulagu om het kalifaat aan te vallen. Voordat hij de staat zou aanvallen stuurde Hulagu een boodschapper naar de kalief waarbij hij aandrong dat Al-Musta'sim zich moest onderwerpen aan de Mongoolse heerschappij. Deze gingen gepaard met een typische Mongoolse bedreiging:
{{Cquote|Als ik mijn troepen tegen Bagdad leid, zelfs als je je in de lucht of op de aarde verstopt... zal ik niet één persoon in je rijk in leven laten, en ik zal je stad en land in vlammen zetten"<ref name=":0"/>}}
Al-Musta'sim stuurde een reactie terug op het bericht van Hulagu en vertelde hem hierin dat de gehele moslimwereld naar de wapens zou grijpen om hun hoofdstad Bagdad en de onafhankelijkheid van hun kalief te verdedigen. Volgens Al-Musta'sim zouden God noch de moslims toestaan dat Bagdad in de handen zou vallen van ongelovigen.<ref name="Weatherford181">{{Aut|J. Weatherford}}, ''Genghis Khan'', 181.</ref> Hierop begon kalief Al-MustasimMusta'sim zijn leger klaar te maken en huurde hij een [[Koerden|Koerdisch]] leger in om de stad te verdedigen. Na een paar maanden stopte Al-Musta'sim methij hen te betalen en verlieten ze de stad. Er werd vervolgens getracht, via het oproepen tot een [[jihad]], vrijwilligers in Syrië en Egypte te werven, maar dit leverde niks op.<ref name=":0"/> Ten tijde van de opmars van Hulagu naar Bagdad had Al-Musta'sim 50.000 soldaten onder de wapenen.<ref name="Davis67"/> Vizier [[Mohammed Ibn Al-Aqami]] probeerde de kalief ervan te overtuigen dat hij het gesprek met de Mongolen moest aan gaanaangaan, maar de kaliefs commandant Dawatdar en de zoon van de kalief pleitten voor een harde opstelling tegen de Mongolen. Dit resulteerde erin dat Al-Aqami geïsoleerd raakte aan het hof en begon hij op eigen initiatief te corresponderen met de Mongolen om Bagdad aan te vallen.<ref>{{Aut|L. Komaroff}} (ed.), ''Beyond the legacy of Gengis Khan'', (Leiden/Bosten 2013), 360.</ref>
 
=== Eerste schermutselingen ===
[[Bestand:Al-wastani gate.jpg|rechts|thumb|De Bab Al-Wastani, de enige nog bestaande toegangspoort van Bagdad]]
Tijdens de opmars naar Bagdad kreeg Hulagu versterking van generaal [[Baiju Noyan]] met Georgische, Armeense en islamitische vazallen van de Mongolen.<ref>{{Aut|T. May}}, ''The Mongol Empire'', 166.</ref> Ook trokken er christelijke troepen uit [[Vorstendom Antiochië|Antiochië]] met het Mongoolse leger op.<ref>{{Aut|F. McLynn}}, "The Mongols at the Gate", ''Military History'', Vol. 32, no. 3 (2015), 36-43, 41.</ref> Hulagu begon in maart 15271257 met zijn mars naar Bagdad vanuit [[Qazvin]], een tocht van 823 kilometer. Hij voerde tijdens de mars diverse afleidingen uit en hij bereikte op 16 april de stad [[Dinavar]]. Vervolgens reisde hij op en neer tussen [[Tabriz]] en [[Hamadan]]. Op 21 september vertrok het leger definitief richting Bagdad.<ref>{{Aut|L. Komaroff}} (ed.), ''Beyond the Legacy of Gengis Khan'', 117.</ref> De Eufraat en de Tigris hadden eeuwenlang als natuurlijke barrières gefunctioneerd, maar Hulagu stak ze over met behulp van [[pontonbrug]]gen. Tijdens hun tocht naar het zuiden vluchtte de lokale bevolking voor hen uit dat een veilig heenkomen in Bagdad zocht.<ref name="Weatherford181"/>
 
Uiteindelijk was Al-Musta'sim wel bereid om tribuut te betalen aan Hulagu, maar hij weigerde zich aan de Mongolen te onderwerpen. Deze keuze zorgde voor een getergde reactie van Hulagu en hij gaf zijn leger de opdracht om in vier verschillende kolommen op te trekken naar Bagdad. Hierop kwam Al-Musta'sim eindelijk in actie. Hij liet de muren versterken en begon de bevolking te bewapenen, maar Al-Aqami bleef de verdediging van de stad ondermijnen. Deze hoopte dat Hulagu hem de troon van de kalief zou schenken na de inname van de stad. Toen het Mongoolse leger in de buurt van de stad begon te komen gaf de kalief op 11 januari 1258 het order aan 20.000 cavaleristen om de strijd aan te gaan met de Mongolen. De aanval werd geleid door Dawatdar. Het leger van Hulagu brak de dijken van de Tigris door waardoor het legerkamp van de Abbasiden overstroomde. De troepen raakten vervolgens slaags met elkaar en slechts enkelen van het Abbasidische leger keerde terug naar de stad. Op 18 januari stond het leger van de Mongolen uiteindelijk voor de poorten van Bagdad.<ref name="Davis67"/>
Regel 75:
=== Belegeringstactieken ===
[[Bestand:DiezAlbumsFallOfBaghdad.jpg|rechts|thumb|De verovering van Bagdad, afbeeldingen uit de ''[[Jami' al-tawarikh]]'' van [[Rashid al-Din]].]]
Na de komst van de Mongolen bij Bagdad namen ze de buitenwijken van de stad in en groeven ze een greppel rondom de oostelijke muren van de hoofdstad.<ref name="Davis67"/> Door het gebrek aan stenen voor [[katapult]]en in de nabije omgeving moesten de Mongolen improviseren. Ze begonnen de palmbomen om te hakken en ze veranderden de stammen in projectielen die op de stad werden afgeschoten.<ref name="Weatherford182"/> Naast het reguliere bombardement van de stad werden er ook pijlen de stad ingeschoten met beloftes voor veiligheid als ze zich overgaven.<ref name="Davis67"/> Verschillende historici, waaronder [[Joseph Needham]], hebben melding gemaakt van het gebruik van [[buskruit]] tijdens het beleg dat de Mongolen gebruikten om de stad mee te bestoken. Uit recent onderzoek naar contemporaine bronnen is echter gebleken dat in deze bronnen geen aanwijzingen zijn gevonden voor het gebruik van buskruit tijdens het beleg.<ref>{{Aut|K. Raphael}}, "Mongol Siege Warfare on the Banks of the Euphrates and the Question of Gunpowder (1260-1312)", ''Journal of the Royal Asiatic Society'', 19(3), 355-370, 355.</ref>
 
De gracht rondom de stadsmuur was door middel van overstroming onbruikbaar geworden en om zijn muur te beschermen tegen eventuele aanvallen plaatste hijde kalief Turkse soldaten in boten op de Tigris. De Mongolen kozen er vervolgens voor om de rivier op verscheidene plekken gelijktijdig over te steken om vervolgens de muur te inspecteren op zwakke plekken. Het bombardement op Bagdad vond non stop plaats van 29 januari tot 10 februari.<ref>{{Aut|F. McLynn}}, "The Mongols at the Gate", 41-42.</ref> Het vuur concentreerde zich eerst op de Toren van Ajami en deze was op 1 februari naar puin geschoten. Hierop gingen de Mongolen in de aanval over, maar de verdedigers wisten hen af te slaan.<ref name=":0" />
 
=== Overgave ===
Op 5 februari slaagden de Mongolen erin om de verdediging van Bagdad te doorbreken, maar nadat ze de oostelijke muur hadden veroverd gaf Hulagu de opdracht tot het stoppen van de aanval. Hij stuurde vervolgens berichten de stad in om de verdedigers te sommeren tot een onmiddellijke overgave. Al-Musta'sim stuurde daarop 3.000 notabalen van de stad naar het kamp van Hulagu om te onderhandelen, maar zij werden ter plekke ter dood gebracht.<ref>{{Aut|H. Fattah}} & {{Aut|F. Caso}}, ''A Brief History of Iraq'' (New York 2009), 101.</ref> Het zou nog vijf dagen duren voordat Al-Musta'sim zich overgaf aan de Mongolen. Om de stad voor te bereiden op de plundering gaf Hulagu het bevel dat de stadsbewoners hun wapens moesten inleveren, hun goederen moesten achterlaten en ongewapend de stad moesten verlaten. In plaats van deze bevelen op te volgen sloeg het verdedigende leger op de vlucht, maar de Mongolen wisten hen te achterhalen en te doden.<ref name="Weatherford183">{{Aut|J. Weatherford}}, ''Genghis Khan'', 183.</ref>
 
== Plundering van de stad ==
[[Bestand:Maqamat hariri.jpg|rechts|thumb|Het [[Huis der Wijsheid]] was een van de belangrijkste wetenschappelijke instituten van Bagdad en werd tijdens de plunderingen ook vernietigd. Illustratie uit de Maqamat van al-Hariri, 1237.]]
Na de overgave van de kalief stuurde Hulagu op 13 februari zijn troepen de stad in voor de plundering. De commandanten van zijn leger kregen een aantal dagen de tijd om de stad te plunderen, deze varieerde van een tot drie dagen. Deze beschrijving komt overeen met de stelling dat de plundering een week duurde in plaats van bronnen die melding maken van dertig of veertig dagen.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 21.</ref> Hierbij kwamen zede plunderaars vele burgers tegen die zich in hun huis hadden verstopt om zo te ontkomen aan de evacuatie van Bagdad. Vanwege het niet opvolgen van deze orders vermoordden de plunderaars een groot aandeel van de nog aanwezige bevolking in de stad. Hulagu had een bevel gegeven dat de christelijke eigendommen en kerken in de stad niet geplunderd mochten worden en hierdoor bleven deze ook gevrijwaard van plundering. Ook de christelijke bevolking in de stad begon mee te plunderen en Hulagu stond hen toe om de graftombes van de kaliefs in de stad te vernietigen.<ref name="Weatherford183"/>
 
Een zestiende eeuwse historicus uit Mekka schreef dat tijdens de plundering van de stad de soldaten van Hulagu de boeken uit de bibliotheken haalden en deze in de [[Eufraat]] gooiden. Ook beschreef hij dat "het zoveel boeken waren dat ze een brug vormden (...) en dat de kleur van de rivier in zwart veranderde". Deze claim is volgens historicus Michal Biran een literair metafoor voor de destructieve aard van de Mongolen.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", ''Journal of the Economic and Social History of the Orient'', vol. 62 (2019), 464-502, 470-471. '''citecheck!'''</ref><ref group=n>Biran wijst hierbij naar de foutieve aanwijzing van de Eufraat waar de boeken in werden gegooid, dit moest de Tigris zijn. Ook plaatst de bron het beleg kort na de verovering van Chorasmië in 1221.</ref> De vernietiging van de bibliotheken wordt vaak gezien als symbool van het desastreuze effect van de Mongoolse veroveringen die hiermee de achteruitgang van de islamitische wereld en de opkomst van het westen heeft ingeluid.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 465.</ref>
 
Niet iedere bevolkingsgroep in de stad werd slachtoffer van de plunderingen van de Mongolen. De bronnen zijn het er over eens dat de christenen in de stad veiligheid is beloofd door de Mongolen. Ook de [[sji'ieten]] uit [[Hilla]], handelaren uit [[Khorasan]] en diverse islamitische notabelen zou veiligheid zijn gegarandeerd. De handelaren en de sji'ieten hadden hun veiligheid grotendeels kunnen afkopen bij de Mongolen. Andere groepen zochten hierop bescherming bij deze veiliggestelde groepen. Volgens [[Sayyed Ibn Tawus]] zouden de sji'ieten op deze manier ruim duizend mensen hebben gered.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 22.</ref>
 
De schattingen van de aantallen dodendodenaantal tijdens de plunderingen lopen behoorlijk uiteen. De Syrische geleerde [[Bar-Hebraeus]] noteerde de dood van tienduizenden mensen. Een Chinese bron calculeerde dat er honderdduizend mensen waren gestorven tijdens de plunderingen. In een brief die Hulagu zelf had opgesteld in 1262 meldde hij dat er 200.000 mensen waren omgekomen. Na verloop van tijd liep het dodenaantal verder op en een vijftiende eeuwse bron noemtnoemde zelfs twee miljoen doden. Deze laatste cijfers zijn te hoog, omdat de bevolking van Bagdad in deze periode niet groter was dan een half miljoen.<ref name=":0" /> De Mongolen moesten tijdens de plunderingen hun kamp verplaatsen zodat ze minder last hadden van de stank van de rottende lichamen in de stad.<ref name="Davis68">{{Aut|P.K. Davis}}, ''Besieged'', 68.</ref>
 
== Nasleep ==
=== Bagdad ===
[[Bestand:HulaguInBagdad.JPG|rechts|thumb|Een van de verhalen die verteld wordt over de dood van Al-Musta'sim is dat hij werd opgesloten in een toren en niks anders te eten kreeg dan zijn rijkdom. Dit verhaal werd ook in Europese bronnen overgenomen.<ref>{{Aut|N. Neggaz}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, ''Journal of the Royal Asiatic Society'' 30 (2020) 585–612, 591–592.</ref>]]
Na de plundering van Bagdad schonk Hulagu het paleis van de kalief aan de katholikos [[Makkikha I]] en gaf hij het bevel voor het bouwen van een kathedraal.<ref>{{Aut|R. Foltz}}, ''Religions of the Silk Road: Premodern Patterns of Globalization'' (New York 2010), 116.</ref> Het beleg leidde tot een hongersnood in de stad en in een poging om aan teneten te komen verkochten veel inwoners hun boeken en kostbaarheden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 471.</ref> Al-Musta'sim was door de Mongolen gevangen genomen en moest toezien op de plundering van zijn stad. Na de plundering moest de kalief ter dood gebracht worden en consulteerde Hulagu de astroloog [[Nasir al-Din al-Toesi|Al-Toesi]] over wat er zou gebeuren als de kalief om het leven gebrachtgedood zou worden. Deze verzekerde de Mongoolse leider ervan dat er geen ramp zou plaatsvinden. De meeste Arabische en Perzische bronnen maken melding van het feit dat de kalief doodgetrapt zou zijn terwijl hij opgerold in een tapijt lag of vastzat in een zak. Deze dood wordt door moderne historici gezien als de meest waarschijnlijke manier van overlijden van Al-Musta'sim..<ref>{{Aut|N. Neggaz}}, ‘The Many Deaths of the Last ‘Abbāsid Caliph al-Musta‘ṣim bi-llāh (d. 1258)’, 604.</ref> De dood van de kalief maakte een einde aan het [[Kalifaat van de Abbasiden]] na ongeveer vijfhonderd jaar.<ref name="Davis68"/> Ook de familie van de kalief werd om het leven gebracht, alleen zijn dochter overleefde het. Zij werd opgestuurd naar Möngke Khan gestuiurd om deel uit te gaan maken van de [[harem]] van de khan.<ref name=":2" /> De vizier van de overleden kalief, Ibn Al-Aqami, bleef na het beleg als vizier dienen in Bagdad, maar hij overleed al na een paar maanden.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 23.</ref>
 
Hulagu liet in Bagdad drieduizend Mongolen achter om de stad weer op te bouwen, maar veel wisten ze niet te bereiken want na een aantal decennia lag nog veel in de stad in puin. Ook de irrigatiesystemen van de stad waren vernietigd.<ref group=n>In hoeverre de Mongolen verantwoordelijk waren voor het vernietigen van de irrigatiesystemen is nog onduidelijk. Zo zouden de kaliefs voorafgaand aan het beleg de systemen niet goed onderhouden hebben.</ref> Het zou pas tot de twintigste eeuw duren voor deze gerepareerd werden en Bagdad weer een belangrijk centrum zou worden in het Midden-Oosten.<ref name=":2" /><ref>{{Aut|H. Fattah}} & {{Aut|F. Caso}}, ''A Brief History of Iraq'', 103.</ref> De [[Mustansiriya Madrasah]] in Bagdad zou in 1260, anderhalf jaar na het beleg en de plundering, wel zijn deuren openen met personeel dat ook voor het beleg aldaar lesgaf. Onder andere [[Yaqut al-Musta'simi]] bleef werkzaam in de bibliotheek van de Madrasah.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "Libraries, Books, and Transmission of Knowledge in Ilkhanid Baghdad", 472.</ref> Binnen het [[Ilkhanaat]] van Hulagu verschoof het wetenschappelijke zwaartepunt van Bagdad naar [[Maragha]] en deze wordt gepersonifieerd door de astronoom Al-Toesi. Hij zou ook de nodige boeken uit Bagdad hebben meegenomen naar Maragha, wat in strijd is met het gangbare beeld dat alle boeken bij de plundering van de stad waren verbrand en verdronken.<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath", 209.</ref> Het culturele trauma waarmee het beleg van Bagdad vaak mee geassocieerd wordt zijn vrij zeldzaam in de bronnen en er wordt pas melding gemaakt van dit trauma uit bronnen uit de veertiende eeuw.<ref>{{Aut|M. Biran}}, "The Mongol Conquest of Baghdad Revisited", 29-30.</ref>
 
=== Strijd tussen de Mongolen ===
Regel 103:
 
[[Bestand:Bataille du Terek (1262).jpeg|rechts|thumb|Hulagu achtervolgt Berke in de [[Slag bij de Terek]] in 1262, afbeelding uit de ''Fleur des histoires d'orient'' van [[Hayton van Corycus]].]]
Omstreeks 1252 was [[Berke Khan]], een neef van Hulagu, toegetreden tot de [[islam]]. Hiermee werd hij de eerste Mongoolse heerser die deze religie had omarmd. Ten tijde van de opmars van Hulagu tegen Bagdad had Berke hier tegen geprotesteerd en na de executie van de executie van Al-Musta'sim verslechterde de relatie tussen de twee krijgsheren. Volgens [[Rashid al-Din]] reageerde Berke als volgt op de val van Bagdad:
{{Cquote|Hij vernietigde ook het kalifaat voor het te overleggen in de Grote Mongoolse Familie, met de hulp van God, ik roep hem ter verantwoording voor het vele onschuldige bloed.<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath", 202-203.</ref>}}
Na de slag bij Ain Jalut sloot de nieuwe mammelukkensultan [[Baibars]] een coalitie met de [[Gouden Horde]] van Berke. Hulagu wilde bij terugkomst in de regio het debacle bij Ain Jalut wreken, maar hij kreeg direct te maken met invallen van de Gouden Horde in 1262. Na een wapenstilstand in de periode 1263-1265 braken er nieuwe vijandelijkheden in 1265 uit, maar tijdens een campagne naar het gebied van de Gouden Horde overleed Hulagu. Berke overleed op zijn beurt een jaar later en de oorlog zou onder hun opvolgers worden voortgezet.<ref>{{Aut|M.A. Karim}}, "Baghdad's Fall and it's Aftermath", 202-205.</ref>
 
=== Verspreiding van de pest ===