Sjabloon:Narratieve vergelijking proces tegen Jezus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met 'Onderstaande vergelijking is hoofdzakelijk gemaakt op basis van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004). {| class="wikitable float-left" border="1" cellspaci...'
(geen verschil)

Versie van 4 jan 2021 15:47

Onderstaande vergelijking is hoofdzakelijk gemaakt op basis van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004).

Matteüs Marcus Lucas Johannes
Proces bij Sanhedrin bij Kajafas (Marcus, Matteüs, Lucas) of Annas (Johannes) Matteüs 26:57–67
  • Jezus naar paleis Kajafas gevoerd.
  • Sanhedrin voerde valse getuigen aan.
  • Jezus zweeg. Kajafas: 'Bent u de messias, de Zoon van God?'
  • Jezus: 'U zegt het, maar nu zult u de Mensenzoon naast de Almachtige zien zitten en op de wolken van de hemel.'
  • Kajafas scheurde zijn kleren en riep: 'Godslastering! Geen getuigen meer nodig, hij heeft nu zelf God gelasterd! Wat denkt u?'
  • De rest antwoordde: 'Hij is schuldig en verdient de doodstraf!'
  • Jezus bespuwd, geslagen. 'Wie heeft je geslagen, messias?'

Marcus 14:53–65
  • Jezus naar huis hogepriester gevoerd.
  • Sanhedrin voerde valse getuigen aan.
  • Jezus zweeg. Hogepriester: 'Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?'
  • Jezus: 'Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon naast de Machtige zien zitten en op de wolken van de hemel.'
  • Hogepriester scheurde zijn kleren en zei: 'Geen getuigen meer nodig, u heeft godslastering gehoord! Wat is uw oordeel?'
  • Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende.
  • Jezus bespuwd, geblinddoekt en geslagen. 'Profeteer nu maar!'

Lucas 22:54–71
  • Jezus naar huis hogepriester gevoerd.


  • Jezus bespot, gegeseld, geblinddoekt. 'Wie heeft je geslagen?'
  • [Sanhedrin] vroeg Jezus of hij messias was.
  • Jezus: 'U gelooft mij toch niet, maar nu zal de Mensenzoon naast de Almachtige zitten.'
  • Allen: 'U bent dus de Zoon van God?'
  • Jezus: 'U zegt dat ik het ben.'
  • Allen: 'Geen getuigen meer nodig, hij heeft het nu zelf gezegd!'
Johannes 18:13–28
  • Jezus naar paleis Annas gevoerd.


  • Jezus vertelde Annas over zijn prediking.
  • Dienaar van Annas gaf Jezus een klap, Jezus vroeg waarom.
  • Annas stuurde Jezus geboeid naar Kajafas.

  • Verloochening van Petrus (2).

  • Jezus van Kajafas naar Pilatus gevoerd.
Proces bij Pilatus (Lucas: en ook bij Herodes Antipas) Matteüs 27:1–14
  • Volgende ochtend kozen de hogepriesters en volksoudsten de doodstraf voor Jezus.


  • Pilatus: 'Bent u de koning van de Joden?' Jezus: 'U zegt het.'
  • Jezus zweeg verder, wat Pilatus verwonderde.
Marcus 15:1–5
  • 's Ochtends vergaderden de hogepriesters, oudsten, schriftgeleerden en het Sanhedrin, boeiden Jezus en voerden hem naar Pilatus.
  • Pilatus: 'Bent u de koning van de Joden?' Jezus: 'U zegt het.'
  • Jezus zweeg verder, wat Pilatus verwonderde.
Lucas 23:1–12
  • De hele raad stond op en bracht Jezus naar Pilatus.
  • Ze beschuldigden Jezus dat hij het volk van het rechte pad afleidde en aanspoorde tot belastingontduiking, en zichzelf de messias, een koning noemde.
  • Pilatus: 'Bent u de koning van de Joden?' Jezus: 'U zegt het.'
  • Pilatus: 'Ik zie geen schuld aan hem.'
  • Zij: 'Hij ruit in heel Judea en Galilea het volk op met zijn preken!'
  • Pilatus stuurde Jezus naar Herodes Antipas omdat hij een Galileër was.

  • Herodes was blij, maar Jezus antwoordde hem niet. Hogepriesters en schriftgeleerden beschuldigden Jezus. Herodes en zijn soldaten begonnen Jezus te bespotten, deden hem een pronkgewaad aan en stuurden hem terug naar Pilatus.
Johannes 18:28–38
  • 's Morgens vroeg werd Jezus naar Pilatus gebracht.
  • Pilatus vroeg buiten waarom, 'de Joden' zeiden omdat alleen Pilatus de doodstraf kon opleggen.
  • Pilatus binnen: 'Bent u de koning van de Joden?' Jezus: 'Mijn koningschap is niet van deze wereld, anders hadden mijn discipelen zich wel tegen mijn arrestatie verzet.'
  • Pilatus: 'U bent dus koning?' Jezus: 'U zegt dat ik koning ben. Ik ben gekomen om van de waarheid te getuigen, en wie die wil, luistert naar mij.' Pilatus: 'Wat is waarheid?'
  • Pilatus buiten: 'Ik zie geen schuld aan hem.'
Jezus versus Barabbas Matteüs 27:15–26
  • Verteller geeft uitleg over amnestiestemming en Barabbas.
  • Pilatus vroeg volk: 'Moet ik Barabbas of Jezus 'de messias' vrijlaten?'
  • Pilatus' vrouw smeekte hem Jezus vrij te laten. Hogepriesters en volksoudsten ruiden volk op tegen Jezus.
  • Pilatus vroeg volk: 'Wie moet ik vrijlaten?' Volk: 'Barabbas!'
  • Pilatus: 'Wat moet ik met Jezus doen?' Volk: 'Kruisig hem!'
  • Pilatus: 'Wat heeft hij dan misdaan?' Volk, luider: 'Kruisig hem!'
  • Pilatus waste handen in onschuld. Volk: 'Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!'
  • Pilatus liet Barabbas vrij, liet Jezus geselen en afvoeren.
Marcus 15:6–15
  • Verteller geeft uitleg over amnestiestemming en Barabbas.
  • Pilatus vroeg menigte: 'Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?'
  • Hogepriesters ruiden menigte op om Barabbas vrij te laten.
  • Pilatus: 'Wat wilt u dan dat ik doe met de man die u de koning van de Joden noemt?' Menigte: 'Kruisig hem!'
  • Pilatus: 'Wat heeft hij dan misdaan?' Menigte, luider: 'Kruisig hem!'
  • Pilatus liet Barabbas vrij, liet Jezus geselen en afvoeren.
Lucas 23:13–25
  • Pilatus tegen hogepriesters en volksleiders: 'Ik heb Jezus niet schuldig bevonden, Herodes ook niet. Dus ik gesel hem en laat hem vrij.'
  • Maar zij riepen: 'Weg met hem! Laat Barabbas vrij!'
  • Verteller geeft uitleg over Barabbas.
  • Pilatus poogde Jezus vrij te pleiten, maar na aanhoudend geschreeuw voor kruisiging ging Pilatus akkoord.
  • Pilatus liet Barabbas vrij, liet Jezus afvoeren.
Johannes 18:39–19:16
  • Pilatus gaf uitleg over amnestiestemming; koning van de Joden vrijlaten?
  • Iedereen schreeuwde: 'Hem niet, maar Barabbas!'
  • Pilatus liet Jezus geselen. Soldaten kleedden Jezus met doornenkroon en purpermantel, Pilatus presenteerde hem.
  • Hogepriesters en gerechtsdienaars scheeuwden: 'Kruisig hem!' Pilatus: 'Doe maar, ik zie geen schuld in hem.' 'De Joden': 'Hij moet sterven omdat hij zichzelf Zoon van God noemde.'
  • Pilatus, bang, ondervroeg Jezus. Jezus: 'Uw macht komt van boven; wie mij aan u heeft uitgeleverd draagt de meeste schuld.' Pilatus wilde Jezus vrijlaten.
  • 'De Joden': 'Hem vrijlaten betekent ongehoorzaamheid aan de keizer.'
  • Pilatus: 'Moet ik uw koning kruisigen?' Hogepriesters: 'Wij hebben geen andere koning dan de keizer!'
  • Pilatus droeg Jezus over aan hen ter kruisiging.
Jezus afgevoerd ter kruisiging Matteüs 27:27–31
  • Romeinse soldaten namen Jezus mee naar het pretorium.
  • Soldaten kleedden Jezus uit en deden hem scharlakenrode mantel en doornenkroon om, gaven hem een rietstok.
  • Soldaten knielden voor Jezus neer en zeiden spottend: 'Gegroet, koning van de Joden.'
  • Ze bespuwden hem, pakten de rietstok weer af en sloegen hem.
  • Ze trokken de mantel uit, zijn kleren weer aan en leidden hem weg.
Marcus 15:16–20
  • Romeinse soldaten namen Jezus mee het pretorium in.
  • Soldaten deden Jezus een purperen gewaad aan en een doornenkroon op.
  • Soldaten huldigden Jezus: 'Gegroet, koning van de Joden!'
  • Ze sloegen hem met een rietstok, bespuwden hem en bogen onderdanig voor hem.
  • Na de bespotting trokken ze het purperen gewaad uit, zijn kleren weer aan en brachten hem naar buiten ter kruisiging.
Lucas 23:26
  • Jezus weggevoerd door Romeinse soldaten.
  • [Geen mishandeling door soldaten]
Johannes 19:16
  • Jezus weggevoerd door hogepriesters.
  • [Geen mishandeling door soldaten; die gebeurde wel eerder, zie 19:1–3]