Spiercel: verschil tussen versies

De dunne filamenten bestaan uit [[Actinefilament|actinefilamenten]] die in een [[Dubbele helix|dubbelhelix]] liggen. Errond liggen 2 strengen [[troponine]] die tegen de actine willen liggen. Toch zal dit niet gaan doordat tropomyosine aan de actine en troponine bindt en de twee uit elkaar houdt. De dikke filamenten bestaat uit een platliggende kop die uit 2 globulaire delen bestaat en aan ATP (adeninetrifosfaat) is gebonden. Als calcium aanwezig is, zal deze binden aan de tropomyosine. Hierdoor wordt de bindingsplaats van troponine ingenomen. Troponine en actine liggen nu tegen elkaar. Daarnaast zal [[Adenosinetrifosfaat|ATP]] (adeninetrifosfaat) dat aan de myosinekop hangt gesplitst worden in [[ADP-ribosylering|ADP]] (adinedifosfaat), P (fosfaat) en energie. Fosfaat zal van de cel komen. Door het vrijkomen van energie van de splitsing en de ligging van de troponine, zal de kop van de myosine kunnen binden met een actinemolecule. Actine wordt naar door het rechtkomen van de myosinekop naar de middenlijn getrokken. ADP splitst ook af. De kop zal terug plaat gaan liggen. Daarnaast is de bindingsplaats van ATP terug vrij. Ook calcium is van het dunne filament gesplitst. Wanneer er genoeg ATP en calciumionen zijn, zal het proces herhaald kunnen worden. Het proces wordt de 'sliding filament' hypothese genoemd.