Apartheid in Zuid-Afrika: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 57792895 van Liesjeliesje (overleg) ongedaan gemaakt.
Label: Ongedaan maken
Liesjeliesje (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Ongedaan gemaakt Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 29:
 
==Oorsprong en geschiedenis==
Voor de apartheid had het racisme in Zuidelijk Afrika al een lange voorgeschiedenis. Tussen het einde van de [[Tweede Boerenoorlog]] in 1902 en de [[Unie van Zuid-Afrika]] in 1910 werd de basis gelegd voor apartheidssysteem. Er werden [[Inheems reservaat|inheemse reservaten]] gecreëerd waarmee de Afrikaanse bevolking uitgesloten werd van Zuid-Afrika zelf, dat echter wel de regels bepaalde in de reservaten. Zo moest het blankewitte ''baasskap'' intact blijven.
 
De [[Eerste Wereldoorlog]] had een trek van de zwarte bevolking naar de steden tot gevolg. Hoewel dit aanvankelijk tot meer [[zelfbewustzijn]] en protest leidde onder de zwarte bevolking, bracht dit niet meer begrip bij de blanke bevolking of macht bij de zwarte bevolking. Vlak voor de oorlog werd het met de [[Wet op Naturellengrond]] verboden om land te verkopen tussen blankenwitten en niet-blankenwitten. De [[pasjeswetgeving]] beperkte de bewegingsvrijheid van de zwarte bevolking, vooral na de invoering van de [[Naturellen (Stadsgebiede) Wet]] van 1923. In [[Oranje Vrijstaat (provincie)|Oranje Vrijstaat]], [[Transvaal (provincie)|Transvaal]] en [[Zuidwest-Afrika]] was het kiesrecht beperkt tot blankewitte mannen. In de [[Kaapprovincie]] gold het kiesrecht via de [[Cape Qualified Franchise]] onder bepaalde voorwaarden aanvankelijk voor alle mannen. In 1930 werden met de [[Women's Enfranchisement Act]] ook blankewitte vrouwen toegelaten en in het jaar daarop werden met de [[Franchise Laws Amendment Act]] de bezits- en opleidingseisen weggenomen voor blankenwitten. Daarmee nam het relatieve aandeel voor niet-blanken af tot deze in 1936 met de [[Naturelle-Verteenwoordigings-Wet]] helemaal van de gewone kieslijst verdwenen en sindsdien vertegenwoordigd werden door drie blanke leden. BlankeWitte arbeiders werden beschermd tegen goedkope arbeid, zoals met de [[Kleurslagboomwet]] van 1924.
 
De gruwelen van de [[Tweede Wereldoorlog]] hadden de excessen van [[genocide]], [[eugenetica]] en segregatie van openlijk racistische regimes voor lange tijd onaanvaardbaar gemaakt in de wereldwijde publieke opinie, maar Zuid-Afrika was een van de weinige landen waar deze universalistische tendens geen navolging kreeg. Hier behaalden de [[Nasionale Party|Herenigde Nasionale Party]] en de [[Afrikaner Party]] in de [[Zuid-Afrikaanse parlementsverkiezingen 1948|verkiezingen van 1948]] de macht, wat het begin van het apartheidsregime markeerde. Wel werd het [[antisemitisme]] van voor de oorlog niet meer benadrukt. Het ''[[swart gevaar]]'' was het centrale thema van de verkiezingen geweest en blanke joden vielen daarbuiten. Ook werd toenadering gezocht tot de nieuwe staat [[Israël]], beiden landen die probeerden geen partij te worden in de [[Koude Oorlog]], daarmee het begin markerend van de [[Israëlisch-Zuid-Afrikaanse betrekkingen]]. Met de [[dekolonisatie]] groeide het aantal Afrikaanse landen dat protesteerde tegen het apartheidsbeleid, maar waar ook [[Communisme|communistische invloeden]] gevreesd werden. Van dat vermeende ''[[rooi gevaar]]'' werd gebruikgemaakt om stilzwijgende internationale steun te behouden. De heersende mentaliteit bleek uit de woorden van de latere premier [[Johannes Strijdom|Hans Strijdom]] die in 1948 in het [[Parlement van Zuid-Afrika]] vanuit de oppositie een reactie gaf op de relatief liberale minister [[Jan Hofmeyr]]: