Paranthropus robustus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Homo - Koppeling(en) gewijzigd naar Homo (geslacht)
Regel 60:
 
===Leefgebied===
[[File:Cradle of Humankind plan.jpg|thumb|''Paranthropus robustus'' is bekend van een zeer beperkt gebied]]
Als ''P. robustus'' een beperkt dieet had, voorspelt dat het wonen in een speciaal leefgebied dat in staat was het gewenste voedsel te verschaffen. Het bepalen van de precieze [[habitat]] wordt voor deze soort bemoeilijkt doordat de fossielen niet in sedimenten opgegraven zijn maar aangetroffen in karstgrotten.<ref>Herries A.I.R., Curnoe D. & Adams J.W. 2009. "A multi-disciplinary seriation of early ''Homo'' and ''Paranthropus'' bearing palaeocaves in southern Africa". ''Quaternary International'' '''202''': 14–28</ref> Dat maakt het lastig ze precies te dateren of met een bepaald landschapstype in verband te brengen.<ref>Perrin, M.R. 2011. "A fossilised humerus of a lovebird tells little of the Pleistocene habitat of ''Australopithecus robustus''." ''South African Journal of Science'' '''107''': 9-10</ref> Volgens Wood is daarom ook niet echt vaststelbaar wanneer ''P. robustus'' is uitgestorven. Hij zou het tot zevenhonderduizend jaar geleden hebben kunnen uithouden. De meest gebruikte methode bestaat uit het afleiden van de habitat uit de met de mensachtigen gevonden fossielen van planteneters.<ref>de Ruiter, D.J., Sponheimer, M., Lee-Thorp, J.A., 2008. "Indications of habitat association of ''Australopithecus robustus'' in the Blaaubank Valley, South Africa". ''Journal of Human Evolution'' '''55'''; 1015-1030</ref> In Afrika werd het klimaat tussen drie en twee miljoen jaar geleden steeds kouder en droger. Swartkrans wordt getypeerd door een fauna van grazende [[Bovidae]] die wijzen op een vrij open droog landschap maar wel in de buurt van een stroom. Hetzelde geldt voor Kromdraai. Dit wordt bevestigd door een analyse van de verhouding van [[strontium]]isotopen.<ref>Sillen, A., Hall, G., Richardson, S. & Armstrong, R. 1998. "87Sr/86Sr ratios in modern and fossil food-webs of the Sterkfontein Valley: implications for early hominid habitat preference". ''Geochimica et Cosmochimica Acta'' '''62''': 2463–2473</ref> Het kan zijn dat de eenvormigheid van de gevonden leefgebieden een gevolg is van het vlak bij elkaar liggen van de vindplaatsen want robuuste australopitheken in Oost-Afrika blijken meer variabele habitats bewoond te hebben, vaak natter en meer bebost. Daarbij is het mogelijk dat hoewel het landschap in het algemeen droog was, ''P. robustus'' de voorkeur gaf aan rivierbossen. Dit lijkt bevestigd te worden door de geleidelijke afneming van het aantal ''P. robustus''-fossielen naarmate de habitat droger werd.