Paranthropus robustus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 69:
In 1988 stelde Randy Susman dat handbeenderen in Swartkrans gevonden waarschijnlijk van ''P. robustus'' waren aangezien de meeste mensachtige fossielen daar van die soort zijn. De vorm van de botten zou wijzen op een precisiegreep tussen duim en wijsvinger, een bekende aanpassing voor werktuiggebruik.<ref>Susman, R.L. 1988. "Hand of ''Paranthropus robustus'' from Member 1, Swartkrans: Fossil evidence for tool behaviour". ''Science'' '''240''': 781–784</ref><ref>Susman, R.L. 1988. "New postcranial remains from Swartkrans and their bearing on the functional morphology and behavior of ''Paranthropus robustus''". In: Grine, F.E. (Ed.), ''Evolutionary History of the “Robust” Australopithecines''. Aldine de Gruyter, New York, pp. 149–172</ref> Andere onderzoekers hebben echter de toewijzing van de botten aan ''P. robustus'' bestreden.<ref>Trinkaus, E. & Long, J.C. 1990. "Species attribution of the Swartkrans Member I first metacarpals: SK 84 and SKX 5020". ''American Journal of Physical Anthropology'' '''83''': 419–424</ref>
Bij Swartkrans, Kromdraai en Drimolen zijn eenvoudige werktuigen van been of steen gevonden. Op plaatsen waar er meer botten van ''P. robustus'' dan van ''Homo'' aanwezig zijn, overwegen de werktuigen van bot.<ref>Backwell, L. & d'Errico, F. 2008. "Early hominid bone tools from Drimolen, South Africa". ''Journal of Archaeological Science'' '''35'''(11): 2880–2894</ref> Die werktuigen zijn niet speciaal aan een bepaalde functie aangepast: dat het überhaupt om werktuigen gaat, blijkt uit hun slijtage. Dat zou kunnen betekenen dat ''P. robustus'' een geringere competentie had om instrumenten te bewerken.<ref>Stammers, R.C.; Caruana, M.; Herries, A.I.R. 2018. "The first bone tools from Kromdraai and stone tools from Drimolen, and the place of bone tools in the South African Earlier Stone Age". ''Quaternary International''. '''495''': 87–101</ref> De werktuigen, zoals pijpbeenderen, ribben en kaken, zijn licht genoeg om eenvoudig draagbaar te zijn en kunnen gebruikt zijn om knollen op te graven, de schillen van fruit te verwijderen, de bast van bomen te trekken om keverlarven te bereiken, of om termietennesten open te breken. Dergelijke werktuigen hebben een geschatte ouderdom van 2,3 miljoen tot achthonderdduizend jaar. Volgens Susman konden dezelfde cognitieve vaardigheden die het mogelijk maakten geschikte botten te
[[File:Sterkfontein Caves 65.jpg|thumb|Specimen SK 54 met gaten in het schedeldak]]
Werktuigen kunnen ook als wapens worden gebruikt voor geweld tussen mensachtigen onderling. In 1961 wees Robert Ardrey op specimen SK 54, de schedelkap van een jonge ''P. robustus''. Die toonde twee kleine dooralagen, vlak naast elkaar. Volgens hem was het jong door een ''A. africanus'' tweemaal met een scherpe steen op het hoofd geslagen teneinde het te consumeren. In 1972 stelde [[Charles Kimberlin Brain]] echter dat het ging om perforaties door de hoektanden van een grote katachtige die het kind bij de kop gegrepen had.<ref>Brain, C.K. 1972. "An Attempt to Reconstruct the Behaviour of Australopithecines: The Evidence for Interpersonal Violence". ''Zoologica Africana''. '''7''': 389–391</ref>
|