Register (orgel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/: één → een met AWB
Regel 45:
Wanneer er nu wind door deze opening wordt geperst, gaat de tong trillen en daarmee ook de lucht in keel en stevel. Zonder beker klinkt dat geluid - in vaktermen de ''steveltoon'' - snaterend of neuzelig. Na plaatsing van de beker ontstaat de ''bekertoon'': de gewenste, stabiele toon.
 
De klankvorming is bij een tongwerk dus te vergelijken met het riet van een klarinet of [[saxofoon]]).
 
De ''stemkruk'' is een zekere lengte fosforbrons rondstaf, die - meestal naast de beker - door het gaatje in de kop is gestoken. Bovenaan wordt hij haaks omgebogen en onderaan zodanig, dat daarmee de vrije lengte van de tong kan worden bepaald. Wordt die kleiner/groter gemaakt door de stemkruk behoedzaam omlaag/omhoog te tikken, dan wordt de toon hoger/lager.
Regel 121:
De corpuslengte van de hoogste c (de c<nowiki>''''</nowiki>) van een {{Breuk||1|16}}’ is maar ca. 10 mm en zo'n pijpje geeft een toon van 16&nbsp;384&nbsp;Hz, terwijl die van Groot C van een open 32’ bijna 10&nbsp;meter is. De toon van die Groot C is met zijn 16&nbsp;Hz bijna niet meer te horen [[Infrageluid|infrasoon]], maar wel te voelen. Bouw je zo'n pijp van 18&nbsp;mm dik multiplex, dan weegt hij bovendien ongeveer 500&nbsp;kg.
 
Bij grote kerk-, kathedraal- en concertorgels vind je weleens een 32’-register, soms zelfs meer dan ééneen. Zulke grote pijpen worden vanwege het hoogtegebrek in de orgelkas vaak verkropt gebouwd (met 1 à 2 haakse bochten in het corpus), of opgerold, wat een beetje aan een tuba doet denken. Ze worden dikwijls ook ondergebracht in pedaaltorens aan weerszijden van het orgel. Als een orgel slechts één 32’-register heeft, zal dat vanwege de ruimte bijna altijd een tongwerk zijn, aangezien de (klank-)bekers van een tongwerk niet fysiek 32 voet lang hoeven te zijn.
 
Er bestaan zelfs 64’-registers. De Groot C hiervan geeft een toon van maar 8&nbsp;Hz. Hoewel deze toon niet hoorbaar is, draagt hij wel bij aan het klankbeeld van het orgel. Deze registers worden bijna uitsluitend toegepast in grote theater- en concertorgels, die krachtige bassen nodig hebben in het pedaal.