Adolf von Harnack: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotE (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Giessen
Regel 8:
Adolf Harnack studeerde kerkhistorie aan de plaatselijke Universiteit van Tartu (1869-1872) en aan de Universiteit van [[Leipzig]], waar hij promoveerde. Spoedig daarna (1874) begon hij als privédocent lessen te geven. Deze lessen, waarin bijzondere onderwerpen werden behandeld zoals [[Gnosticisme|Gnostiek]] en de [[Apocalyps]], trokken veel aandacht en in 1876 kreeg hij een aanstelling als buitengewoon hoogleraar. In datzelfde jaar begon hij samen met Oscar Leopold von Gebhardt en Theodor Zahn met de publicatie van een editie van de werken van de [[Apostolische Vaders]], ''Patrum apostolicorum opera'', waarvan in 1877 een verkorte editie verscheen.
 
Drie jaar later werd hij gevraagd als hoogleraar kerkgeschiedenis aan de universiteit van [[Gießen|Giessen]]. Daar werkte hij samen met Oscar von Gebhardt aan ''Texte und untersuchungen zur Geschichte der altchristlichen Litteratur'' (vanaf 1882), een onregelmatig verschijnend periodiek met enkel essays over het [[Nieuwe Testament]] en de [[patristiek]]. In 1881 publiceerde hij een werk over het kloosterwezen, ''Das Mönchtum - seine Ideale und seine Geschichte'' (vijfde editie, 1900) en werd samen met [[Emil Schürer]] co-redacteur van de ''Theologische Literaturzeitung''.
 
In 1885 publiceerde hij het eerste deel van zijn ''Lehrbuch der Dogmengeschichte'' (derde editie in drie delen 1894-1898). In dit werk beschrijft Harnack de opkomst van het [[dogma (religie)|dogma]], waaronder hij verstaat het gezaghebbende doctrinaire systeem uit de vierde eeuw en haar ontwikkeling tot en met de [[Reformatie]]. Hij was van mening dat het christendom in haar vroegste ontwikkelingsfase zozeer verstrengeld was geraakt met de Griekse filosofie dat veel zaken die niet wezenlijk zijn voor het christendom in het uiteindelijke systeem waren terecht gekomen. Daarom zouden [[protestanten]] niet alleen vrij moeten zijn, maar zelfs verplicht het te bekritiseren; voor een protestant kan er geen [[dogma (religie)|dogma]] bestaan. Een verkorte uitgave verscheen in 1889 met als titel ''Grundriss der Dogmengeschichte'' (derde ed. 1898).