Orgelkast: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Een '''orgelkas(t)''', soms ook '''orgelbuffet''' genoemd, is de houten kast waarin zich het pijpwerk van een [[pijporgel]] bevindt.<ref>“Orgelkast” in: Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 1999, blz. 2408</ref><ref>[http://www.orgues.irisnet.be/nl/Glossaire/40/Uitkragende-orgelkast.rvb «Uitkragende orgelkast»], ''Glossarium'', Brussel, Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ''s.d.''</ref>
 
Het [[orgelfront]] (de voorkant van de orgelkas die men vanuit de [[Kerkgebouw|kerk]] of [[concertzaal]] ziet) bestaat uit frontpijpen. Vaak is de kast versierd met [[houtsnijwerk]]. In deze versieringen zijn soms ook [[Bijbel (christendom)|Bijbel]]se voorstellingen te zien. Soms staan er [[sculptuur|beelden]] op en zijn er [[wapen (heraldiek)|wapens]] van de stad of gemeente in verwerkt.
 
Doorgaans werd of wordt de orgelkas ontworpen en vervaardigd door de [[orgelbouwer]] zelf. Hij moet dus niet alleen veel kennis hebben van muziek, mechaniek en klank, maar ook als timmerman en [[meubelmaker|schrijnwerker]] zijn vak verstaan. De vormgeving van de orgelkas weerspiegelt vaak de [[stijl (kunst)|stijl]] van de [[architectuur]] van de betrokken kerk of zaal, of van de tijd waarin het instrument gebouwd is. In vroeger eeuwen kwam het soms voor dat een gespecialiseerde kunstenaar werd aangetrokken voor het ontwerp of het houtsnijwerk.