1.005
bewerkingen
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
(→Orgel) |
||
== Orgel ==
Het [[orgel]] van [[De Pinte]] werd gebouwd omstreeks 1851 door [[Leo Lovaert|Leonard Lovaert]], orgelbouwer uit [[Nevele]]. Het orgel van [[De Pinte]] is een
In 1980 werd het [[orgel]] beschermd als historisch monument. In de loop der jaren was het echter in verval geraakt door onvakkundig onderhoud. Ook werd het destijds met de frontzijde naar de muur gericht en werden de pijpen ingekort om de toon te verhogen. Het orgel bleef steeds in originele toestand, waardoor het zijn waarde behouden heeft. Het bevat 10 volledige [[Register (orgel)|registers]] en 685 [[Orgelpijp (orgel)|pijpen]].
Door de inzet van pastoor G. De Baets, enkele leden van de kerkraad en organisten, werd een restauratiedossier ingediend. Daardoor kon de restauratie voor 90% gesubsidieerd worden: 60% door de [[Vlaamse Gemeenschap]], 20% door de provincie [[Oost-Vlaanderen]] en 10% door de gemeente [[De Pinte]]. De restauratie heeft in totaal 160.000 Euro gekost. De financiële inbreng van de parochie en de restauratie zelf werden gerealiseerd onder impuls van "de Vrienden van het orgel". Marcel Delie en later Dr. De Brabandere speelden een voortrekkersrol bij de opvolging en afhandeling van het hele dossier.
Nazard ''Tremulant''
Elk [[Register (orgel)|register]] beschikt over een eigen klankkleur en bestaat uit evenveel [[Orgelpijp (orgel)|pijpen]] als tonen (meestal 54 per register).
Het [[Klavier (toetsen)|manuaal]] van het orgel (klavier van 54 toetsen) was niet meer origineel en werd vervangen door een
Voorts werd de oorspronkelijke toonhoogte hersteld, wat neerkomt op een aanzienlijke verlaging (ongeveer 1 toon) ten opzichte van de hedendaagse toonhoogte (La = 440 Hz). Dit was nodig om het orgel zijn oorspronkelijke klankkleur terug te geven.
Er werd gekozen voor een "zachte" [[Restauratie (kunst)|restauratie]], wat betekent dat men zoveel mogelijk de originele staat van het instrument heeft willen herstellen. Daarbij gebruikt men zoveel mogelijk historisch verantwoorde materialen (leder, lijm, hout, ivoor) die in de 19de eeuw voorkwamen, en zo weinig mogelijk vervangende materialen. De enige grondige vernieuwing zit in de windvoorziening
Het instrument werd opnieuw centraal op het [[doksaal]] geplaatst met de frontzijde naar het altaar gericht. Aangezien het voorste deel van het doksaal zelfdragend werd aangebracht, moesten op de bestaande doksaalvloer twee metalen leggers aangebracht worden waarop de [[orgelkast]] is gemonteerd.
== Kunst ==
|
bewerkingen