Biostratigrafie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5beta)
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/: één van → een van met AWB
Regel 19:
 
== 'Gereedschap' ==
[[Bestand:25G132 Diemerbrug Range Chart.jpg|thumb|350px|Boring Diemerbrug: voorbeeld van een eenvoudige 'range chart']]Soorten die in een geologische sectie zijn aangetroffen kunnen in een bepaalde volgorde gerangschikt in een tabel geplaatst worden. De diepten van alle onderzochte grondmonsters worden in een verticale dieptekolom geplaatst. Op de horizontaal worden voor iedere diepte de aangetroffen soorten geplaatst. EénEen van de gebruikelijke methoden is om de soorten in volgorde van binnenkomst, dat wil zeggen hun 'eerste optreden in de sectie' (FAD) te rangschikken. Dat is in het hier geplaatste voorbeeld gedaan. Een dergelijke tabel heet een verspreidingstabel of 'range chart'. Uit een dergelijk tabellarisch overzicht kunnen eventuele biostratigrafische eenheden of ecologische veranderingen afgeleid worden. EénEen van de belangrijkste problemen is vast te stellen welke soorten in een bepaald monster 'thuis horen' of niet. Men kan daarbij te maken hebben met verontreiniging die tijdens de monstername is opgetreden. Dat kan bijvoorbeeld optreden in een grondboring waarin grond met fossielen uit hoger gelegen lagen naar beneden valt ('naval') waardoor op die manier jongere fossielen in het monster terechtkomen.
 
Een ander verschijnsel is geologisch van aard en heeft met de bemonstering niets te maken. Tijdens sedimentatie kunnen oudere lagen opgeruimd worden en opnieuw worden afgezet. Hierdoor komt (mogelijk zeer veel) ouder fossiel materiaal in een jongere laag terecht. Dit verschijnsel wordt omwerking of remaniëring genoemd. De flora en/of fauna die in deze laag thuis hoort wordt daardoor verontreinigd met organismen die niet gelijktijdig geleefd hebben maar in een al of niet ver verleden. Het omgekeerde, jonger materiaal dat in een oudere laag terechtkomt, komt ook voor. Dit kan gebeuren als een reeds afgezette laag door organismen uit een hoger gelegen afzetting wordt doorgraven. Door deze graafactiviteit kan jonger materiaal naar beneden zakken en in een verder relatief ongestoorde afzetting terechtkomen.
Regel 39:
== Geschiedenis ==
[[Bestand:Smith fossils1.jpg|thumb|350px|Tekeningen van gidsfossielen door [[William Smith (geoloog)|William Smith]], 1815.]]
Het principe dat bepaalde soorten fossielen alleen in bepaalde lagen voorkwamen was al door de 17e-eeuwse [[natuurlijke historie|natuuronderzoekers]] [[Martin Lister]] (1671) en [[John Woodward]] (1695) beschreven.<ref>{{de}}Bülow, K. von & Guntau, M.; 1970: ''Geschichte der Geologie'', in: ''Die Entwicklungsgeschichte der Erde. Brockhaus Nachschlagewerk Geologie mit einem ABC der Geologie'' (4e druk), Brockhaus, [[Leipzig]], p. 18</ref> Het was echter de Engelse mijnbouwkundige en landmeter [[William Smith (geoloog)|William Smith]] die rond 1800 doorhad dat er op die manier bepaalde volgordes van fossielen lateraal terug waren te herkennen.<ref name="Stanley">{{en}}Stanley, S.M., 1999: ''Earth System History'', W.H. Freeman & co, {{ISBN |0-7167-2882-6}}</ref><ref>{{de}}Müller, A.H.; 1992: ''Lehrbuch der Paläozoologie. Band I. Allgemeine Grundlagen'' (5e druk), Gustav Fischer, [[Jena (Duitsland)|Jena]] & [[Stuttgart]], p. 25</ref>. De Duitse geoloog [[Leopold von Buch]] beschreef in 1810 het principe van een gidsfossiel.
 
In de daaropvolgende decennia begonnen geologen overal in Europa en daarna ook op andere continenten gesteentelagen te correleren. Rond 1830 had [[Charles Lyell]] het [[Tertiair]] van Zuid-Frankrijk, [[Gérard Paul Deshayes]] de opvolging in het [[Bekken van Parijs]] en [[Heinrich Georg Bronn]] het Italiaanse Tertiair met behulp van gidsfossielen onderverdeeld.<ref>{{de}}Bülow, K. von & Guntau, M.; 1970: ''Geschichte der Geologie'', in: ''Die Entwicklungsgeschichte der Erde. Brockhaus Nachschlagewerk Geologie mit einem ABC der Geologie'' (4e druk), Brockhaus, [[Leipzig]], p. 22</ref> Lyell stelde op basis van zijn stratigrafische werk en de [[uniformiteitsleer]] van [[James Hutton]] dat het ontstaan en uitsterven van soorten een continu proces is door de tijd, een idee dat aan de basis stond van [[Charles Darwin]]s [[evolutietheorie]].<ref name="Stanley"/>
Regel 47:
In 1852 ontwikkelde [[Alcide d'Orbigny]] het concept van een [[etage (geologie)|etage]], een deel van een lithologische kolom dat wordt gekenmerkt door bepaalde fossielen. In 1856 zou hier door [[Albert Oppel]] de [[biozone]] aan toe worden gevoegd. Tegenwoordig wordt met een biozone meestal de tijdspanne bedoeld waarin een bepaalde soort leefde, vroeger werden vaker ook hogere taxonomische eenheden gebruikt.
 
Sinds de tweede helft van de 20e eeuw wordt ernaar gestreefd de complete evolutie van [[stam (biologie)|stammen]] ([[fylogenie]]) in kaart te brengen en hiermee opeenvolgingen van gesteenten onder te verdelen. Een andere methode is alle gedetermineerde fossielen in een gesteente in percentages uit te drukken en aan de hand hiervan onderverdelingen te maken.<ref>{{en}}Sadler, P.M. & Cooper, R.A.; 2003: ''Best-Fit Intervals and Consensus Sequences'', in: Harries, P.J. (redactie): ''High-Resolution Approaches in Stratigraphic Paleontology'', Topics in Geobiology '''21''', Kluwer, [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]], {{ISBN |1-4020-1443-0}}</ref> Dit gebeurt bijvoorbeeld veel in de [[palynologie]].
 
== Zie ook ==
Regel 67:
{{References}}
'''Verder is gebruikgemaakt van:'''
* {{en}} {{Aut|Bates, R.L., Jackson, J.A. (eds.)}}, 1980. ''Glossary of Geology.'' American Geological Institute, Falls Church, Virginia. 751 pp. {{ISBN |0-913312-15-0}}; [2e druk]
* {{en}} {{Aut|Hedberg, H.D. (Ed.)}}, 1976. ''International Stratigraphic Guide. A guide to stratgraphic classification, terminology, and procedure.'' International Union of Geological Sciences, Commission on Stratigraphy, International Subcommission on Stratigraphic Classification. New York: Wiley, 200 pp.
* {{en}} {{Aut|Visser, W.A. (ed.)}}, 1980. ''Geological nomenclature.'' Royal Geological and Mining Society of the Netherlands. Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht, 540 pp. {{ISBN |90-313-0407-7}}.
}}