Gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 20:
De [[Nieuwe Bijbelvertaling]] vertaalt vers 6 met: 'Midden in de nacht', terwijl de [[Herziene Statenvertaling]] vertaalt met 'te middernacht'. Het probleem is niet dat de meisjes sliepen toen de bruidegom uitbleef, maar dat ze niet voorbereid waren op een vertraging.
 
Het geroep is volgens [[Frederik Willem Grosheide]] afkomstig van de stoet van de bruidegom. Het geroep maakt hen wakker en ze beginnen hun lampen in orde te maken. De dwaze meisjes gaan weg om olie te halen, maar nu is het te laat, de tijd van voorbereiding is voorbij. De dwaze meisjes worden later niet meer toegelaten tot het feest. Dat kan ook niet, want om toegelaten te worden, moet men de bruidegom op de juiste wijze afwachten.<ref>{{Citeer boek|titel=Het heilig evangelie volgens Mattheus|auteurlink=Frederik Willem Grosheide|auteur=F.W. Grosheide|medeauteurs=|taal=|url=|uitgever=H.A. van Bottenburg|datum=1922|pagina's=299|ISBN=}}</ref>
 
Direct na het uitspreken van de gelijkenis waarschuwt Jezus zijn discipelen om waakzaam te zijn, omdat ze niet weten wanneer de 'Zoon des mensen' komen zal. Jezus zegt niet dat zijn komst laat zal zijn. Hij geeft slechts een open datum af. Wie verstandig is, verwacht hem dan ook vroeg én laat.<ref>{{Citeer boek|titel=Matteüs : het evangelie voor Israël|auteurlink=|auteur=Bruggen, J. van (Jakob), 1936-|medeauteurs=|taal=|url=https://www.worldcat.org/oclc/782046383|uitgever=Kok|plaats=Kampen|datum=cop. 1990|pagina's=429|ISBN=90-242-0815-7}}</ref> In Jezus' nabeschouwing spreekt hij niet meer over zichzelf als de bruidegom, maar over de 'Zoon des mensen'. De titel 'Zoon des mensen' komt bijna uitsluitend voor in de vier Evangeliën, waarmee Jezus zichzelf aanduidt. Deze woorden komen uit het [[bijbelboek]] Daniël, waar gesproken wordt over de Zoon des Mensen (Dan. 7:13, 14). Daar komt iemand met de wolken van de hemel, die op een mens lijkt, maar die tevens van goddelijke origine is. Deze persoon is Wereldheerser, Redder en Rechter tegelijk. Jezus sprak met deze woorden dus over zichzelf in Messiaanse termen. De term 'Zoon des mensen' komt ook voor in [[Eerste boek van Henoch|1 Henoch]] 37-71 en [[Het vierde boek van Ezra|4 Ezra]] 13.