Friesische Wehde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Het gaat hier om een circa 12 meter boven zeeniveau uitrijzende rug van in het algemeen zand- en kleigrond (in Duitsland ''Geest'' genoemd), die tot aan de [[middeleeuwen]] geheel met bos bedekt was. Naar het noordoosten toe was dit een natuurlijke zeewering tegen de stormvloeden, die de [[Jadeboezem]] van de 13e tot en met de [[16e eeuw]] steeds groter deden worden.
 
In de middeleeuwen vormde het gebied een politiek omstreden grensstrook tussen [[Oost-Friesland]] en de eveneens [[Landkreis Friesland|Friesland]] genaamde noordwestelijke grensregio van het [[Hertogdom Oldenburg]]. Vanaf deze tijd nam de bewoning in de ''Friesische Wehde'' ook toe. Delen van het bos werden gekapt en maakten plaats voor landbouwgrond of kleigroeven. De in deze streek voorkomende [[klei]] bleek een uitstekende grondstof voor de baksteenindustrie. Tot op de huidige dag zijn in de streek enkele steenfabrieken gevestigd, die straatklinkers van goede kwaliteit produceren. In andere delen van het bos werd tot en met de [[19e eeuw]] vee geweid, waardoor het bos minder dicht werd en er met gras bedekte open plekken ontstonden. In de jaren na de [[Tweede Wereldoorlog]] was er veel houtkap. De bevolking had, vooral in de strenge winter van 1946/47, gebrek aan brandhout en haalde dit in het bos. Een bekend gedeelte van het gebied is het ''Neuenburger Urwald'' vlakbij [[Neuenburg (LangkreisLandkreis Friesland)|Neuenburg]]. Dit dorp ligt middenin de Friesische Wehde.
 
Van [[1933]] tot [[1948]] bestond de ''Großgemeinde Friesische Wehde'', die de huidige gemeentes [[Bockhorn]], [[Zetel (Friesland)|Zetel]] en [[Neuenburg (LangkreisLandkreis Friesland)|Neuenburg]]<ref>Sedert 1971 deel van de gemeente Zetel.</ref> omvatte. Het bestuur van deze gemeente was te Bockhorn gevestigd.
 
{{appendix}}