21.446
bewerkingen
(Spelling) |
|||
Toen film eind [[19e eeuw]] ontstond, kende het theater al een lange traditie van komedie met genres als [[vaudeville (theatervorm)|vaudeville]], [[klucht]], [[commedia dell'arte]], [[variété]]theater en het [[Circus (cultuur)|circus]]. Zij zouden ook van grote invloed zijn op de eerste filmkomedies. De vroege film zelf was zeer nauw met het komische theater verbonden: vroege filmvertoningen vonden vaak plaats op [[kermis]]sen, [[sideshow (theater)|sideshows]] en in vaudevilletheaters. Veel van de eerste filmkomieken zijn afkomstig uit de vaudeville, die een groot deel van hun materiaal hebben overgenomen van succesvolle showroutines.
Humor vond dus al snel zijn weg naar de film. [[Thomas Edison]] filmde in [[1894]] de [[nies]] van een van zijn medewerkers, en bracht hem uit onder de naam ''[[Fred Ott's Sneeze]]''. Edisons assistent [[William K.
===Het stomme tijdperk (1902-1927)===
[[
In het tijdperk van de [[stomme film]] was [[slapstick]] het dominante subgenre. In het begin waren het vooral achtervolgingsfilms: films waarbij door een gebeurtenis een personage door een grote groep mensen wordt achtervolgd over verscheidene locaties. Achtervolgingsfilms werden over de gehele wereld gemaakt. Zelfs Nederland bracht zo'n film voort: ''[[De mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort]]'' (1905).
Vooral [[Frankrijk]] produceerde in het begin veel populaire en invloedrijke komedies: in [[1907]] begon [[Les Cinémas
Italiaanse studio's streefden het succes van de Franse komedies na en begonnen vanaf 1909 hun eigen komische reeksen. Ze werkten niet alleen met Italiaanse, maar ook met Franse komieken. Zo huurde [[Itala (filmstudio)|Itala]] André Deed in voor de Cretinetti-reeks, en maakte [[Cines]] films rond het typetje [[Polidor]] van de oorspronkelijk Franse clown [[Ferdinand Guillaume]]. Ook de Italiaanse films werden internationaal succesvol, waardoor er tot ver in de jaren tien honderden komische films werden geproduceerd. Ook in andere landen kwamen de eerste filmkomieken op, zoals [[Fred Evans]] in Engeland en [[Antonin Fertner]] in Rusland.
De VS had ook zijn eigen komediester, [[John Bunny]]. Met [[Flora Finch]] vormde hij van 1912 tot zijn dood in 1915 een van de eerste filmkomedieduo's. Hollywood werd pas dominant met de komst van de Eerste Wereldoorlog, toen veel Europese komieken moesten dienen (en stierven) aan het front. Spil hierin was [[Mack Sennett]]. In 1912 richtte hij [[Keystone Studios|Keystone Pictures]] op, het eerste filmbedrijf dat zich specialiseerde in komedie. De studio werd vooral bekend vanwege
De slapstickfilms waren vooral korte films, maar in 1914 maakte Sennett de eerste komische lange speelfilm, ''[[Tillie's Punctured Romance]]''. Een van de hoofdrolspelers in deze film was [[Charlie Chaplin]]. Chaplin ontwikkelde bij Keystone zijn personage, de "kleine zwerver", met bolhoed, wandelstok en te grote schoenen. Chaplin sprong uit door zijn behendigheid, wat zich uitte in vele strak gechoreografeerde vecht- en achtervolgingsscènes, en zijn kracht om humor te halen uit alledaagse objecten. Bovendien voegde hij in zijn films [[pathos]] toe. Hij zou uitgroeien tot een van de prominente komieken van het tijdperk. Al in 1916 wist hij de volledige controle te krijgen over het creatieve aspect van zijn films.
Sennett was echter niet de enige die actief was op de markt. In 1917 begon een van Sennetts populairste komieken, Fatty Arbuckle, zijn eigen productiemaatschappij, waarmee hij zijn eigen films kon produceren en regisseren. In het spel werd hij vaak bijgestaan door zijn sidekick [[Buster Keaton]]. Een andere populaire acteur was [[Douglas Fairbanks]], die anders dan andere komieken vrijwel alleen in lange speelfilms speelde. Fairbanks ruilde in de jaren twintig de komedie in voor avontuurlijke [[mantel-
[[
Chaplin, Keaton, Arbuckle en Lloyd zouden in diezelfde periode succesvol de overstap maken naar de lange speelfilm. Chaplin was van de drie de eerste, met ''[[The Kid (1921
Naast Chaplin, Keaton en Lloyd kende de jaren twintig nog een vierde zeer populaire filmkomiek: [[Harry Langdon]]. Sennett tekende hem in 1923. Zijn typetje, een uiterst onschuldig figuur met een babygezicht die altijd miraculeus weet te overleven terwijl om hem heen rampen gebeuren, wist pas in 1926 een succes te worden dankzij films als ''Tramp, Tramp, Tramp'' en '' The Strong Man''. Als een jaar later de geluidsfilm zijn intrede doet, is zijn carrière over.
Naast slapstick kende de jaren twintig nog andere subgenres. Zo waren voor een korte tijd militaire komedies populair. De bekendste hiervan was een reeks van [[Paramount Pictures|Paramount]] rond het duo [[Wallace Beery]] en [[Raymond Hatton]]. Een ander belangrijk subgenre waren er de verfijnde 'seksuele' komedies, over driehoeksverhoudingen in het hogere milieu. Chaplin maakte een van de eerste films uit het genre, ''[[A Woman of Paris]]''. Het publiek bleef echter weg bij deze film, waarschijnlijk omdat Chaplin er niet in verscheen als zijn geliefde zwerverspersonage. De belangrijkste regisseur van het genre was [[Ernst Lubitsch]]: hij kenmerkte zich met romantische komedies vol suggestieve seksuele toespelingen en risqué onderwerpen als buitenechtelijke relaties en driehoeksverhoudingen in de middenklasse. In deze films was een belangrijkere rol weggelegd voor vrouwen dan in de slapstickfilms. Ook [[Cecil B.
===1928-1945===
De komst van de geluidsfilm maakten het mogelijk om ook verbale humor in de film te verwerken. Acteurs die hiervan in de jaren twintig en dertig wisten te profiteren en uitgroeiden tot grote sterren, waren onder anderen [[Bob Hope]], [[W.C. Fields]], [[Mae West]] en [[The Marx Brothers]], veelal acteurs die al in het theater succes hadden behaald met oneliners, kwinkslagen en scherpe woordspelingen, en nu de mogelijkheid kregen om hun vorm van hun humor naar het witte doek te brengen. Ook kwamen nieuwe genres op, zoals de
Slapstick was misschien zijn dominante positie verloren, maar de traditie van fysieke humor werd voortgezet door de korte films van onder andere [[Laurel en Hardy]] en de [[Three Stooges]]. Van de grote sterren van de jaren twintig wist enkel Charlie Chaplin nog succesvolle films maken, eerst met dialoogloze rolprenten als ''[[City Lights]]'' (1931) en ''[[Modern Times (film)|Modern Times]]'' (1936), waarin zijn stem voor het eerst is te horen, een onzintaal zingend. Daarna ging hij ook geluidsfilms opnemen, zoals ''[[The Great Dictator]]'' (1940). In de VS werden ondertussen nieuwe komedieduo's uitgeprobeerd om het succes van Laurel en Hardy te evenaren. In de jaren veertig werden zij in de Verenigde Staten van de troon gestoten door [[Abbott en Costello]]. Ook Bob Hope en [[Bing Crosby]] hadden succes met zes ''[[Road To...]]''-films.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog raakte het grote publiek uitgekeken op veel van de vroegere sterren uit Hollywood, en een paar wisten te overleven. Bing Crosby wist nog succes te halen met sentimentele komedies als ''[[The Bells of St Mary's]]'' (1949), en ook zijn oude partner Bob Hope bleef populair met films als ''[[The Paleface (1948)|The Paleface]]'' (1948). [[Bette Davis]] speelde de hoofdrol in de veelbekroonde scherpe komedie ''[[All About Eve (film)|All About Eve]]'' (1950).
Tegelijkertijd kwam er slechts een handvol nieuwe sterren op, zoals [[Marilyn Monroe]], [[Danny Kaye]] en [[Judy Holliday]]. Het belangrijkste komische duo van die tijd was [[Dean Martin]] en [[Jerry Lewis]]. Na hun breuk kozen zij ieder een succesvol pad, waarbij Lewis uit wist te groeien tot een van de populairste komieken van zijn tijd. Veel van zijn films werden geregisseerd door [[Frank Tashlin]], voormalig animator van [[Looney Tunes]]-cartoons als [[Daffy Duck]] en [[Porky Pig]]. De eerste helft van de jaren vijftig waren bovendien de films rond [[Francis the Talking Mule]], een pratende ezel, zeer succesvol. Op animatiegebied was vooral de (gewelddadige) humor van ''[[Tom
Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig voorzag bovendien televisie meer en meer in de behoefte aan humor en amusement. [[Walt Disney]] bleef nog wel investeren in komedies, veelal films die geschikt waren voor het gehele gezin. Andere studio's probeerden vooral groots uit te pakken met avontuurlijke, grootse komedies vol met sterren, zoals ''[[Around the World in Eighty Days (1956)|Around the World in Eighty Days]]'' (1956), waarin naast hoofdrollen voor [[David Niven]], [[Cantinflas]] en [[Shirley MacLaine]] acteurs en actrices als Buster Keaton, [[Frank Sinatra]], [[Marlene Dietrich]], [[John Gielgud]] en [[Peter Lorre]] een cameo hadden. Romantische komedies, al dan niet verwant aan de ''screwballcomedy''s, wisten eveneens een groot publiek te trekken. Vooral de samenwerking tussen [[Doris Day]] en [[Rock Hudson]] bleek het goed te doen, met hits als ''[[Pillow Talk (1959)|Pillow Talk]]'' (1959) en ''[[Lover Come Back]]'' (1961).
===1960-1980===
[[Satire]], zwarte humor, seksuele thema's en maatschappijkritiek worden vanaf eind jaren vijftig steeds populairder. Dit
In de eerste jaren is er van deze nieuwe belangstelling voor satire, cynisme en politieke thema's overigens nog weinig te merken. De romantische films rond Doris Day en Rock Hudson blijven populair. Ook zeer succesvol in de eerste helft van de jaren zestig zijn de "beach party"-films met [[Annette Funicello]] en [[Frankie Avalon]] in de hoofdrollen, films die vooral gaan over surfen en dansen in zwemkleding. De Disney Studio's brengen ondertussen een van hun succesvolste live-actionfilms uit, ''[[Mary Poppins (film)|Mary Poppins]]'' (1964).
Het wegvallen van de code biedt filmmakers de mogelijkheid om politiek of sociaal gevoelige thema's in hun films te verwerken. ''Dr. Strangelove'' (1964) van [[Stanley Kubrick]] en ''[[
In Groot-Brittannië wordt in de jaren zestig een eigen stijl ontwikkeld tegen de achtergrond van "[[Swinging London]]". De geboren Amerikaan [[Richard Lester (filmregisseur)|Richard Lester]] biedt een kijkje in een dag uit het leven van [[The Beatles]] in het stilistisch speelse en droog humoristische ''[[A Hard Day's Night (film)|A Hard Day's Night]]'' (1964). Het zet de toon voor andere films uit de jaren zestig, zoals ''[[Alfie (1966)|Alfie]]'' (1966), die van [[Michael Caine]] een ster maakte. In de jaren zeventig komen de meeste komedies uit het Verenigd Koninkrijk voort uit televisieseries. Het meest succesvol zijn de films van de absurdistische sketchkomediegroep [[Monty Python]] als ''[[Monty Python and the Holy Grail]]'' (1975) en ''[[Life of Brian]]'' (1979), maar ook meer op de
===1980-heden===
[[Stand-upcomedy]] worden vanaf de jaren zeventig een steeds belangrijkere leverancier van nieuwe sterren. Komieken als [[Richard Pryor]], [[Steve Martin]], Woody Allen en [[Robin Williams]] zijn uit dit circuit afkomstig. De Amerikaanse televisieshow ''[[Saturday Night Live]]'' biedt een springplank naar Hollywood aan onder anderen [[John Belushi]], [[Bill Murray]], [[Dan Aykroyd]], [[Chevy Chase]] en later [[Eddie Murphy (acteur)|Eddie Murphy]], [[Mike Myers]], [[Adam Sandler]] en [[Will Ferrell]].
Deels onder hun invloed komt er een grovere variant van filmkomedie in de bioscoop, de zogenaamde "gross-out comedy". Het genre ontstond rond 1980 met films als ''[[National Lampoon's Animal House]]'' (1978)
Het wordt in de jaren tachtig tevens steeds gebruikelijker om in actiefilms komische elementen te verwerken, getuige films als ''[[Raiders of the Lost Ark]]'' of ''[[Die Hard]]''. Eddie Murphy maakt in de jaren tachtig enkele succesvolle actiekomedies, zoals ''[[48 Hrs.]]'' (1982) en ''[[Beverly Hills Cop]]'' (1984). [[Jackie Chan]] geeft in hetzelfde decennium de oosterse vechtfilm een komische benadering, door elementen uit de slapstickfilms van Chaplin, Keaton en Lloyd in zijn films te verwerken.
De jaren tachtig ziet tevens de opkomst van de [[tienerfilm]]. Veel van deze films, waaronder ''[[The Breakfast Club (film)|The Breakfast Club]]'' (1985) en ''[[Ferris Bueller's Day Off]]'' (1986), zijn geregisseerd door [[John Hughes]]. Rond het jaar 2000 krijgt dit genre een opleving met films als ''[[American Pie (film)|American Pie]]'' (1999), waarin het elementen overneemt van de gross-out comedy. Hughes is tevens de man achter ''[[Home Alone]]'' (1990), die samen met onder andere ''[[Honey, I Shrunk the Kids (film)|Honey, I Shrunk the Kids]]'' (1989) de belangstelling deed opleven voor komedies voor het hele gezin.
Ook de parodiërende film blijft populair. [[Zucker
Eind jaren tachtig vindt tevens een opleving van de romantische komedie plaats, dankzij het succes van Reiners ''[[When Harry Met Sally...]]'' uit 1989, met [[Meg Ryan]] en [[Billy Crystal]] in de hoofdrollen. De film krijgt navolging met films als ''[[Pretty Woman (film)|Pretty Woman]]'' (1990) met [[Julia Roberts]] en [[Richard Gere]], ''[[Sleepless in Seattle]]'' (1993) met Ryan en [[Tom Hanks]], en ''[[While You Were Sleeping (film)|While You Were Sleeping]]'' (1995) met [[Sandra Bullock]]. Ook uit Groot-Brittannië komen enkele internationale successen, vaak geschreven door [[Richard Curtis]] en met [[Hugh Grant]] in de hoofdrol. Voorbeelden zijn onder andere ''[[Four Weddings and a Funeral]]'' (1994) en ''[[Notting Hill (film)|Notting Hill]]'' (1999), waarin Julia Roberts de tegenspeelster van Grant is. Brits succes komt ook uit een andere hoek: ''[[The Full Monty]]'' (1997), een film over mannen uit de arbeidersklasse die gaan strippen om in hun onderhoud te kunnen blijven voorzien, is uitgegroeid tot een van de meest winstgevende Britse films aller tijden.
|