Erneuerte Nassauische Erbverein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Invulling parameters sjabloon
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
 
In 1783 waren van de takken van de Nassaus nog Nassau-Dietz of Oranje-Nassau-Dietz, Nassau-Weilburg, [[Nassau-Saarbrücken]] en [[Nassau-Usingen]] over. Het verdrag werd getekend door ''Wilhelm, Prinz von Oranien, Fürst zu Nassau, etc., Karl Christian, Fürst zu Nassau, Graf zu Saarbrücken, etc., [[Karel Willem van Nassau-Usingen|Karl Wilhelm]], Regierender Fürst zu Nassau, Graf zu Saarbrücken, etc., en [[Lodewijk van Nassau-Saarbrücken|Ludwig]], Fürst zu Nassau, Graf zu Saarbrücken, etc.''. Ook de niet regerende [[agnaten]] ''[[Frederik August van Nassau-Usingen|Friedrich]], Prinz zu Nassau-Usingen en Adolph, Prinz zu Nassau-Usingen'' tekenden het verdrag.
Het verdrag werd op 30 juni 1783 door [[keizer Jozef II]] bevestigd.{{Bron?||2020|01|25}}<ref>[[J.A. van Zelm van Eldik]], [[Moed en deugd]]. "Ridderorden in Nederland. De ontwikkeling van een eigen wereld binnen de Nederlandse samenleving" 2003.
Blz. 512.</ref>
 
Het stadhouderschap over de Nederlandse provincies was geen deel van de bezittingen. Het was sinds enige jaren erfelijk maar het was een administratieve en militaire functie onder de soevereine staten van alle zeven provincies en de [[Staten-Generaal der Nederlanden]]. De stadhouders golden hierdoor de facto als de hoogste ambtenaren van de Republiek, wat met het verheffen in 1747 van de stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe vorst Willem Karel Hendrik Friso, prins van Oranje, graaf van Nassau-Dietz etc. tot erfstadhouder Willem IV van de gehele Republiek een meer monarchale glans kreeg maar meer niet.