Dwarsgestreept spierweefsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
 
== De rol van calcium ==
Bij een spier in rust zijn de myosine-bindingsplaatsen op de lichte filamenten bedekt door een draad van [[tropomyosine]]. Op deze draad zitten weer bindingsplaatsen voor [[calcium]], de zogeheten [[troponine-complexen]]. Als een spier wil samentrekken, zullen de bindingsplatsenbindingsplaatsen voor de myosinekoppen vrij moeten komen te liggen.
 
Een spier trekt samen onder invloed van een [[motorisch neuron]]. Een motorisch neuron laat [[acetylcholine]] los in de [[synaptische terminal]] tussen het [[neuron]] zelf en de [[spiercel]]. Dit veroorzaakt een [[actiepotentiaal]], welke door de [[T-tubuli]] (buizen door het [[sarcoplasmatisch reticulum]]) van de spiercel naar binnen gaat. Het actiepotential stimuleert de afgifte van calcium door het sarcoplasmatisch reticulum. De calcium-ionen binden aan de troponine-complexen op de tropomyosine-draden, waardoor deze draden van de myosine-bindingsplaatsen verschuiven. De myosinekoppen kunnen nu binden, waardoor [[contractie]] (spiersamentrekking) mogelijk is. Na de contractie (als er geen actiepotentiaal meer is) gaan de calcium-ionen terug naar het sarcoplasmatisch reticulum, dat de ionen bewaart tot het volgende actiepotentiaal. De tropomyosinedraden gaan door het tekort aan calcium weer over de myosine-bindingsplaatsen liggen.