Herman Van den Reeck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
info toevoegen
Regel 2:
 
== Militant ==
Van den Reeck was al op zeer jeugdige leeftijd bedrijvig in de [[Vlaamse Beweging]]. Aan het [[Koninklijk Atheneum Antwerpen]], waar hij [[algemeen secundair onderwijs|Grieks-Latijnse Humaniora]] volgde, engageerde hij zich tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] in de [[Vlaamsche Bond]], een Vlaamsgezinde koepelorganisatie van scholierenbonden die ijverden voor de toepassing van de taalwetgeving in het Middelbaar [[Rijksonderwijs]]. Voor de Vlaamsche Bond gaf hij voordrachten over [[Transvaal]] en Zuid-Afrikaanse letterkunde. Onder invloed van zijn [[mentor (begeleider)|mentor]] [[Marten Rudelsheim]] en de Antwerpse intellectuelen [[Herman Vos (Belgisch politicus)|Herman Vos]] en [[Antoon Jacob]] kwam Van den Reeck in de kleine, maar erg dynamische linkervleugel van het [[Activisme (Vlaanderen)|activisme]] terecht. In het kielzog van zijn vrienden [[Anna Mortelmans]] (Meisjesstudiekringen, MSK) en [[Firmin Mortier]], de dichters [[Victor Brunclair]] en [[Paul van Ostaijen]] en de communistische flamingant [[Jef Van Extergem]] brak hij met de romantische strekking van de vooroorlogse Vlaamsgezinde studentenbeweging zoals die tot uiting kwam in de [[Blauwvoeterij]] van [[Albrecht Rodenbach]]. In maart 1918 trad Van den Reeck toe tot de 'Activistische Schoolbond', een kortstondige poging van Firmin Mortier en [[Lode Zielens]] om de activistische, [[vrijzinnig]]e scholierenkernen in Vlaanderen te verenigen. Geïnspireerd door de "Vrije jeugd"-gedachte van de Nederlandse, [[christelijk communisme|christelijk communistische]] schrijver [[Frederik Van Eeden]] hielp Van den Reeck samen met o.m. Anna Mortelmans in oktober 1918 ook [[Lode Craeybeckx]] bij de uitbouw van de [[Jeugdgemeente]], een Antwerpse jongerenvereniging van activistische, vrijzinnige intellectuelen die streefden naar Vlaamse culturele autonomie.<ref>[http://users.skynet.be/erik.dhamers/Craeybeckx.html Lode Craeybeckx, Gulden Sinjoren]</ref>
 
Na de bevrijding[[Wapenstilstand]] schreefvan hij[[11 november 1918]] werden alle Vlaamse verworvenheden van de Duitse [[Flamenpolitiek]] ongedaan gemaakt en werden honderden activisten aangehouden en veroordeeld wegens collaboratie. Herman Van den Reeck zelf werd, wellicht wegens zijn jonge leeftijd, niet aangehouden maar hielp daarentegen bij het onderduiken van voortvluchtige activisten. Op 7 januari 1920 liet Van den Reeck zich ininschrijven aan de [[Université Libre de Bruxelles]] enwaar ging erhij [[natuurwetenschappen]] ging studeren. Door zijn flamingantisme kwam hij er in de problemen. Hij gaf voordrachten over Transvaal en Zuid-Afrikaanse letterkunde voor de Vlaamsche Bond. Ook na de oorlog behield hij zijn [[Vlaanderen|Vlaams]]-[[maximalisme|maximalistisch]] standpunt dat hij koppelde aan een sterk sociaal engagement. Hij schreef in het pro-activistische blad ''Staatsgevaarlijk'' en in het in 1919 heropgerichte jongerentijdschrift ''De Goedendag''.
 
Zijn afkeer van de [[Frans]]talige [[bourgeoisie]] vertaalde zich in Vlaamsgezindheid en [[links (politiek)|links]]-radicalisme. De politieke en culturele ontvoogding van [[Vlaanderen]] waren voor hem onlosmakelijk verbonden met de "bevrijding van het [[proletariaat]]".<ref>[http://klauwaert.blogspot.com/2007/02/in-memoriam-herman-van-den-reeck.html Klauwaert, In Memoriam Herman Van den Reeck]</ref> Hij was [[pacifist]] en sloot zich aan bij de "Internationale van de Gedachte"-beweging van de Franse [[marxisme|marxist]] [[Henri Barbusse]], beter bekend als de [[Clarté]]-beweging. Zo schreef hij voor ''De Nieuwe Wereldorde'', het orgaan van de Antwerpse Clarté-groep 'Ça ira', en wat later ook voor ''Opstanding'', een 'algemeen Vlaams' Clarté-tijdschrift. Hij werd tevens secretaris van de Vlaamse afdeling van de 'Internationale Anti-Militaristische Vereeniging', die in 1904 door de Nederlandse [[Anarchosocialisme|anarchosocialist]] [[Ferdinand Domela Nieuwenhuis]] was opgericht.