Jonge Turken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Cplakidas (overleg | bijdragen)
Regel 13:
In 1908 pleegde een groep Turkse officieren een [[staatsgreep]]. Zij stelden zich ten doel: modernisering van de staat; een parlementaire [[democratie]]; afschaffing van allerlei voorrechten voor groepen buitenlanders (zoals Engelsen, Fransen en Duitsers). Ze werden geïnspireerd door het voorbeeld Japan, dat zich eind negentiende eeuw in hoog tempo had gemoderniseerd. Het waren nationalistische officieren, die de Europese superioriteit in wetenschap en techniek vreesden en zich deze tegelijk eigen wilden maken.
 
Sultan Abdülhamit II beschikte niet over loyale troepen en capituleerde voor de opstandige Jong-Turken. Hij moest akkoord gaan met het kortwieken van zijn macht. Binnen een jaar werd hij vervangen door zijn kleurloze broer [[Mehmet V]], die geen enkele invloed had. De Jong-Turken hebben [[Turkije]] omgevormd tot een seculiere en op het westen gerichte staat. Van de latere president [[Mustafa Kemal Atatürk]] wordt beweerd dat hij was beïnvloed door de ideeën van de Jong Turken, alhoewel hij het nooit met ze kon vinden, zeker niet waar zij de islam als staatsgodsdienst wilden verheffen. Vrouwen kregen stemrecht na de [[Eerste Wereldoorlog]], de macht van het parlement werd hersteld en de constitutie hervormd aangenomen. De scheiding tussen godsdienst en staat werd strikt doorgevoerd, elke uitdrukking van [[islam]]itische religie verboden. Het ideaal van de Jonge Turken was tevens een systeem van lokale, politiek machteloze, islamitische geestelijken die loyaal aan de staat waren en de seculiere staat accepteerden.
 
Aanvankelijk hoopten `veel Jong-Turken op een soort Ottomaans nationalisme, dat aan alle onderdanen van alle nationaliteiten of geloven appelleerde. Het zou bovendien hiermee de christelijke Europese landen een argument ontnemen om zich met Ottomaanse zaken te bemoeien. De eerste dagen na de staatsgreep vonden dan ook met name op de Balkan verbroederingstaferelen plaats tussen Turkse, Griekse, Bulgaarse, joodse en Armeense onderdanen.
 
Van de Turkse zwakte na de staatsgreep werd echter handig gebruikgemaakt door Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije. Oostenrijk-Hongarije annexeerde nu officieel [[Bosnië-Herzegovina]] dat het reeds dertig jaar bezet hield. Bulgarije, formeel-juridisch nog onder het rijk vallend, verklaarde zich volledig onafhankelijk. De inheemse [[christendom|christenen]] werden mede hierdoor vanaf nu gewantrouwd en als vijanden van de natie gezien.