Gereformeerde Kerken in Nederland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Scribent123 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Scribent123 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 31:
 
1. De Gereformeerde belijdenis functioneerde niet meer in de praktijk
wasZo dewas proponentsformule waarmee predikantskandidaten verklaarden de gereformeerde belijdenis als 'overeenkomende met Gods Woord' (de Bijbel) te onderschrijven aangepast. Dit op zodanige wijze dat ruimte gegeven werd aan de mogelijkheid dat men instemde met de gereformeerde belijdenis ''voorzover'' die met Gods Woord (de Bijbel) overeenstemde. Een ruimere houding ten opzichte van binding aan de gereformeerde belijdenisgeschriften dus. De theologie was tijdens de achttiende eeuw sterk beïnvloed geraakt door de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]]. Prof. [[Petrus Hofstede de Groot|Hofstede de Groot]], een van de voornaamste woordvoerders van de toen toonaangevende 'Groninger richting' vond dat de Hervormde Kerk aan de klassiek gereformeerde belijdenisgeschriften niet langer gebonden was. Fundamentele leerstukken als de 'verzoeningsleer', de 'verkiezingsleer' en de 'leer van de totale verdorvenheid van de mens' werden beschouwd als achterhaald en kregen een andere invulling. De kerk als opvoedingsinstituut deed zijn ingang. De theologie bleef beperkt tot de moraal. Tegen deze ontwikkelingen kwamen orthodoxe predikanten in verzet.
In 1810 verscheen de brochure ''Aan de ware Hervormden in de gemeenten van Holland'' door [[Willem Bilderdijk]] waarin hij de Nederlands Hervormde Kerk omschreef als "een kerk die geen kerk meer is, maar een ongeordende samenvloeiing van godonterende dwalingen". Kort daarop verscheen ''Adres aan alle mijne hervormde geloofsgenoten'' door ds. D. Molenaar, welke zich naar aanleiding van zijn publicatie persoonlijk verantwoorden moest voor koning Willem I. In 1819 verscheen een brochure onder de titel ''Eerezuil der nagedachtenis van de voor tweehonderd jaar te Dordrecht gehouden Nationale Synode, opgericht door Nicolaas Schotsman''. De auteur was ds. Nicolaas Schotsman, en de verschijning van dit boekje leidde tot heftige tegenreacties. Theologen van verlichte zijde noemde het boekje ''een altoos durende schandzuil''. Al spoedig verscheen er evenwel een tweede druk waarin een voorwoord van Willem Bilderdijk was afgedrukt met daarin de regels: ''Ja, Schotsman, staan wij pal. Bij Jezus' Kruis gebogen. Verachten wij den wrok van Heiden en Sofist. Wier wijsheid dwaasheid is en loos verniste logen.'' Bilderdijk was vanwege zijn orthodoxe standpunten en oranjegezindheid gepasseerd voor een hoogleraarschap aan een van de universiteiten in Nederland, maar had een kring van leerlingen om zich heen verzameld die zich bewogen in de kringen van het [[reveil]]. Tot de leerlingen van Bilderdijk behoorde onder andere: [[Guillaume Groen van Prinsterer|Groen van Prinsterer]], Willem en Dirk van Hoogendorp, [[Abraham Capadose]] en [[Isaäc da Costa|Isaac da Costa]].
Ondertussen ontstonden er op tal van plaatsen allerlei godsdienstige gezelschappen, gevormd door mensen die niet meer naar de verlichte predikanten in de Nederlandse Hervormde kerk kwamen luisteren, maar gezamenlijk in huiselijke kring de boeken van de schrijvers van de [[Nadere Reformatie]] lazen, waaronder ''De Redelijke Godsdienst'' van Wilhelmus a Brakel, de ''Keurstoffen'' van Smijtegelt, de ''Eigenschappen des geloofs'' van Alexander Comrie evenals prekenboeken van [[Puriteinen|puriteinse]] schrijvers zoals Samuel Rutherfort, de [[Ralph Erskine|Erskines]], [[Thomas Boston]], en [[John Owen (theoloog)|John Owen]]. Onder deze 'kleine luyden' werd een nieuwe kerk reformatie bewerkstelligd die uitliep op de [[Afscheiding van 1834]].