Cilinder (motor): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k stijl; links
Regel 3:
 
==Zuigermotor==
Een cilinder bestaat uit een aan één zijde afgesloten [[Cilinder (meetkunde)|cilindervormige]] huls, tweetaktcilinders hebben twee of meer openingen, voor onder andere [[spoelpoort]]en en de [[inlaatmotorinlaat]]. Voor viertakt geldt het volgende: aan de afgesloten zijde wordt [[brandstof]] ingespoten. Bij een [[benzinemotor]] wordt die door middel van een [[ontstekingssysteem]] periodiek tot ontbranding gebracht. Bij een [[dieselmotor]] gebeurt de ontbranding door samendrukking, dus zonder ontstekingssysteem. Aan de andere kant van de cilinder wordt deze afgesloten met een [[zuiger]], die door de verbranding van de brandstof naar buiten wordt geduwd en door de beweging van de motor weer naar binnen wordt geduwd. Met een of meer cilinders wordt een motor aangedreven.
 
Er bestaan scheepsdieselmotoren met maar één cilinder. De meeste automotoren tellen vier cilinders, maar er zijn er ook met drie, zes, acht, tien of twaalf cilinders. In 1935 bouwde [[Alfa Romeo (automerk)|Alfa Romeo]] zelfs een motor met zestien cilinders, de ''16C Bimotore'', een idee van [[Enzo Ferrari]]. Ook [[Cadillac (automerk)|Cadillac]] rustte in die tijd enkele modellen uit met een V16. In [[Formule 1-auto]]'s wordt sinds 2014 gebruikgemaakt van een [[V-motor|V6-motor]] met turbo. Van 2006 tot 2014 hadden Formule 1-wagens een V8-motor met een cilinderinhoud van 2400&nbsp;cm³. Voordien werden ook motoren met tien of twaalf cilinders gebruikt. In locomotieven, schepen, tanks, landbouwmachines en grote vrachtwagens worden soms motoren met zestien of twintig cilinders geplaatst. De motor met de meeste cilinders in lijn is een scheepsdieselmotor met veertien cilinders, vervaardigd door het Finse bedrijf [[Wärtsilä]]. Een ander Fins bedrijf heeft een tamelijk unieke 7-cilinder [[lijnmotor]] ontwikkeld.<ref>[http://www.amt.nl/techniek/artikel/2009/3/7-cilinder-dieselmotor-uniek-concept-2009-3-1019587 '7-cilinderdieselmotor: uniek concept?', ''AMT'', maart 2009]</ref>