Priestergraf: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
red.
red.
Regel 4:
In [[kerkgebouw|kerken]] werd een priester begraven met zijn hoofd naar het [[oosten]], dat wil zeggen met zijn hoofd naar het [[Altaar (religie)|altaar]]. De zin was deze: bij het [[laatste oordeel]] zou de priester verrijzen met het gezicht naar zijn [[parochie (kerk)|parochianen]] waarover hij als herder was aangesteld.<ref>Martini, Kerk en toren door Drs. E.O. van der Werff, 2003 Blz. 127</ref> Tot aan de reformatie was in Nederland een graf in het [[priesterkoor]] een privilege van de geestelijke stand. Daarna werd begraven worden op deze ereplaats ook voor burgers mogelijk.
 
Op moderne kerkhovenkatholieke begraafplaatsen is voor priesters vaak een centrale plek op het kerkhof bestemd waarbijgereserveerd. [[bisschopBisschop]]pen in worden daar in kleine [[grafkelder]]s worden begraven. Canon 279 van de [[Codex Iuris Canonici]] van 1917 bepaalde dat een [[aartsbisschop]], of een andere [[prelaat]] die het [[pallium (liturgie)|pallium]] heeft ontvangen, met deze pallia moet worden begraven.
 
{{Appendix}}