Woeste grond: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k typo's + aanv.
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k https://checkwiki.toolforge.org/cgi-bin/checkwiki.cgi?project=nlwiki&view=only&id=64 CheckWiki: link gelijk aan linktekst met AWB
Regel 1:
[[File:Wekeromse Zand heide.jpg|thumb|De woeste gronden van het [[Wekeromse zand]]]]
'''Woeste grond''' was eeuwenlang de benaming voor onontgonnen, niet-gecultiveerde terreinen: braakland met natuurlijke begroeiing, dat niet als land- of tuinbouwgrond of voor bosbouw gebruikt werd. <br>
Het ging om [[heide (vegetatie)|heide]], [[Veen (grondsoort)|veengebieden]] en [[moeras]]sen. <ref>In Nederland rekende het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]] ook pas drooggevallen land tot de woeste gronden.</ref><br>
 
Dat de woeste gronden niet bewerkt werden betekende niet dat ze niet gebruikt werden door de lokale bevolking. Ze werden beschouwd als [[Gemene gronden|gemene grond]] en beheerd als gemeenschappelijk bezit met verschillende namen zoals [[Marke (bestuur)|marke]], [[meent]](e), [[gemeynt]](e) of gemeente. <br>
 
Heidegebieden waren graasgebied voor schapen en in mindere mate voor koeien. Heide werd gemaaid als veevoeder of er werden plaggen gestoken voor in de [[potstal]] en later vermengd met [[Mest|dierlijke mest]] op het akkerland gebracht als [[Plaggenbemesting|grondverbeteraar en bemesting]]. Er werden [[eikels]] verzameld voor veevoeder en [[humus]] voor bemesting. Daarnaast stonden er [[Bijenkorf (voorwerp)|bijenkasten]]. Naast het aan landbouw verwante gebruik stak men er [[turf (brandstof)|turf]] als brandstof, klei voor bakstenen, leem en zand voor de woningbouw.
 
De woeste gronden behoorden toe aan de landsheer of vorst, die gebruiksrechten kon toekennen aan de lokale bewoners, die daarvoor een cijns betaalden aan de heer. Na de [[Franse Revolutie]] en de afschaffing van de [[feodaliteit]] zorgde nieuwe wetgeving voor een overheveling van de gemene gronden naar de gemeente en kreeg de overheid er zeggenschap over.
 
Vanaf de achttiende eeuw streefde men naar ontginning van woeste gronden tot [[Landbouw|landbouwgebiedlandbouw]]gebied en [[productiebos]].
De omzetting in landbouwgrond kon pas succesvol zijn na de aanleg van spoorwegen en kanalen op het einde van de negentiende eeuw. Daardoor kon de beschikbaar gekomen [[guano]] en [[kunstmest]] aangevoerd worden, waardoor de omgezette woeste gronden vruchtbaar konden gemaakt worden voor een rendabele landbouwexploitatie.<br>
 
In België kwam er in 1847 een wet die gemeenten verplichtte om woeste gronden te ontginnen<ref>[https://books.google.be/books/about/Loi_sur_le_défrichement_des_terrains_in.html?id=7lFDAAAAcAAJ&redir_esc=y Over de wet betreffende de ontginning van onbebouwde gronden uit 1847: Loi sur le défrichement des terrains incultes (du 25 mars 1847): receuil des documents et des discussions (1848) Bruxelles ]</ref>. Die wet leidde naar een aanvankelijk beperkte omzetting in landbouwgrond maar vooral naar een bebossing van heidegronden met vooral [[naaldhout]] voor [[Mijnhout|mijnhout]] voor gebruik in de [[Kolenmijn|mijnen]] <ref>[https://www.ris.uu.nl/ws/files/20148608/_PUB_Hoe_de_gemene_gronden_verdwenen.pdf Martina de Moor, ''België: Hoe de gemene gronden verdwenen, Over ruimtegebruik, productiviteit en privatisering'', 2002.]</ref>.<br>
In Nederland werd dit aan het eind van de [[19e eeuw|19e]] en het begin van de [[20e eeuw]] ter hand genomen door organisaties als [[Staatsbosbeheer]] en de [[Heidemij]]. Met de [[Markewet]]ten in de negentiende eeuw werden deze grootschalig opgedeeld. Grote delen ervan werden aan [[grootgrondbezitter]]s en beleggers verkocht, die ze omzetten in productiebos en landbouwgebied, soms ook werden ze door de gemeenten zelf ontgonnen, waardoor gemeentebossen ontstonden. Delen ervan met hoge [[natuurwaarde]]n werden in de loop van de twintigste eeuw door [[Natuurbescherming|natuurbeschermingsorganisatienatuurbescherming]]ssorganisaties aangekocht.
 
Sinds 1964 is het in Nederland verboden om woeste gronden te ontginnen en worden de overgebleven gronden als [[natuurgebied]] beschouwd.<ref>In Nederland meestal in beheer bij [[Staatsbosbeheer]], [[Vereniging Natuurmonumenten|Natuurmonumenten]] of [[Provinciale Landschappen|De Landschappen]]</ref>
 
{{Appendix}}