Wouter Hutschenruijter (1796-1878): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+foto
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
Hij was zoon van Willem Hutschenruijter en Catharina Suijdmulder/Zandmulder. Hijzelf huwde in 1822 met Huberdina de Haas. Zoon [[Willem Jacob Hutschenruijter]] en dochter [[Helena Margaretha Hutschenruijter]] gingen de muziek in. Ook kleinzoon (via Willem Jacob) [[Wouter Hutschenruijter (1859-1943)|Wouter Hutschenruijter]] was musicus. Hutschenruijter senior was benoemd tot ridder in de [[Orde van de Eikenkroon]].
 
Hij kreeg zijn muziekopleiding van een lid van de Dahmen-familie.<ref>Vermoedelijk Herman Dahmen, die zich in na een Engels avontuur in Rotterdam vestigde. Sommige bronnen vermeldden A. Dahmen, maar die was fluitist te Amsterdam.</ref> Naast het vioolspel bekwaamde hij zich ook in het bespelen van [[trompet]] en [[hoorn (muziekinstrument)|hoorn]]. Als jongen speelde hij al mee in het orkest van de plaatselijke schutterij. Hij ging tijdens hun verblijf in Nederland in de leer bij [[Johann Nepomuk Hummel]] en [[Bernhard Romberg]] voor studies [[muziektheorie]] en [[compositieleer]]. Hij werd vervolgens onder[[kapelmeester]] (1887) en kapelmeester (1891) bij die schutterij. Hij gaf voorts lessen aan de [[Rotterdams Conservatorium|School van de Toonkunst]], maar alleen de jongensklassen (meisjes kregen les van Samuel de Lange sr).
 
Hij richtte in Rotterdam een concertvereniging op, datdie al snel weer werd opgeheven in verband met de populariteit van de Eruditio concerten van de [[Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst]], waarvan Hutschenruijter weer leider werd. Voorts was hij dirigent bij een zelf opgericht orkest en koor in [[Schiedam]] en was kapelmeester te [[Delft]]
 
Van zijn hand verscheen een aantal werken: vijf concerten, drie symfonieën (de derde was opgedragen aan koning [[Leopold I van België]] en hij kreeg er een gouden medaille voor), ouvertures (een voor blaasorkest en een voor symfonieorkest), vijf fantasieën, Driedrie gevarieerde thema’s voor hoorn met orgelbegeleiding, de opera ''Le roi de Bohème'' en twintig marsen voor militair orkest. Ook composities bestemd voor de kerk zoals cantates en een mis ontbreken niet in zijn oeuvre. Opvallend is een concertino met acht pauken. Er zijn ook liederen van hem bekend zoals ''Het breistertje'' en ''Een kruis met rozen''.
 
{{Appendix|2=