Dimensie (algemeen): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 16:
* Een voorbeeld van een 4 dimensionaal voorwerp is de [[120-cel]], het 4D-[[analogon]] van de [[dodecaeder]].
 
Het kan gaan om een vectorruimte, waaronder een [[lineaire deelruimte]] van een grotere ruimte, zoals een vlak in de driedimensionale ruimte dat door de oorsprong gaat, maar ook om een [[affiene ruimte|affiene]] [[deelruimte]] <math>(A, V,\overrightarrow {})</math> zoals een vlak in de driedimensionale ruimte dat niet door de oorsprong gaat, dit is een tweedimensionale [[linearelineaire variëteit]] van de driedimensionale ruimte (<math>A</math> is een translatie van <math>V</math>), of het [[euclidische vlak]], als daarin geen oorsprong is gekozen (<math>A</math> is de verzameling punten, <math>V=\R^2</math>). In elk van deze voorbeelden is de dimensie twee.
 
Een mens kan diepte onderscheiden, hij ziet dus 3D. Het menselijk voorstellingsvermogen houdt op bij drie ruimtelijke dimensies.