Hoeksche Waard (eiland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
heel veel onzin en niet relevante dingen eruit gehaald. tekst en inhoud rammelt nog steeds
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 40:
Toen de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] uit het gebied verdwenen bleef de Hoeksche Waard lang onbewoond. Pas rond [[800|800 na Christus]] ontstonden er weer dorpen. Ze waren vaak gebouwd op [[Terp|terpen]], die hier hillen worden genoemd. Dat was om zo min mogelijk last te hebben van overstromingen, die vooral vanaf [[1000|1000 na Christus]] het gebied teisterden. Piershille, het huidige [[Piershil]], verwijst naar zo'n verhogende plek, een hille. Bij Maasdam zijn resten van een hille gevonden. De bewoners lieten onder meer een gesp, een mantelspeld, een rammelaar en een drinkbeker na.<ref>{{Citeer web|url=https://museumhw.nl/museum/collectie/326-archeologie|titel=De Hoeksche Waard: ouder dan gedacht - Museum Hoeksche Waard|bezochtdatum=2018-07-30|auteur=Johan Lambillion|werk=museumhw.nl|taal=nl}}</ref>
 
Een van de oude kernen is het dorp Strijen in het oosten van het huidige eiland, dat toen nog bij het vaste landvasteland van Brabant hoorde. Dit dorp was gelegen aan de rand van het getijdengebied, langs de rivier de [[Striene]], die van het noorden naar het zuiden door de Hoeksche Waard liep. Andere oude kernen betreffen de eilanden Corendijck en Piershille in het westen. Deze eilanden waren niet meer dan drooggevallen plekken in een gebied die werd beheerst door het getij. [[Bestand:Groote Waard.jpg|miniatuur|Kaart van de Grote Waard voor de Sint-Elizabethsvloed, met aan de linkerkant wat nu de Hoeksche Waard is]]
In de loop van de [[13e eeuw]] raakte in de Hoeksche Waard de Maas als actieve rivierloop buiten gebruik. De rivier werd in [[1282]] ter hoogte van het huidige Maasdam afgedamd. Het oostelijk deel werd ingepolderd en omgeven door de Waarddijk en maakte daarmee onder deel uit van de [[Grote Waard]]. Later, in de 16e eeuw, zou er ook een dam bij Westmaas gebouwd worden, waardoor de Binnenmaas als enige overblijfsel van deze rivier bleef bestaan. De inpoldering van de Grote Waard zorgde ervoor dat overstromingen minder vaak voorkwamen, en dus werd het land ook meer bewoonbaar, wat veel inwoners aantrok.